TRANSCRIPTIE van een gedeelte van een brief van raadpensionaris Van de Spiegel aan Gerard Brantsen dd 5 augustus 1791, geciteerd in RGP1 pagina 173


De brief is vermoedelijk afkomstig uit het kopieboek van Van de Spiegels uitgaande post, 2e bestanddeel, NL HaNa 3.01.26 - 50. RGP1 heeft alleen het gedeelte over Etta opgenomen en dat is hier overgenomen. Het is nogal een Judas-briefje, 'Aelders? nooit van gehoord.'





In de Gazelle Universelle van 25 July heb ik gezien een zoogenaamd antwoord van Cerisier tegen een artikel in een ander nieuwspapier ten zijnen opzigte geplaatst, waarin een passage voorkomt die attentie verdient, naamelijk, dat de Pruissische Minister in den Modérateur zoude hebben verklaard, „qu'il avait vu et reçu une Madame d'Aelders, comme une femme à laquelle il connaissait des relations directes avec la soeur de son Souverain". —

Ik kan mij naauwlijks verbeelden, dat de Heer Goltz zulk een onvoorzigtigheid zoude begaan hebben, doch het importeert ons ten hoogsten, te weeten wat daarvan zij, en U H. E. G. zal my verpligten met de informatie, of er waarlijk door of van weegens dien Minister zoodaanig een advertentie is geplaatst.

Ondertusschen kan ik U H. E. G. verzekeren, dat H. K. H. de Princes van Orange, noch Z. H. de Prins Erfstadhouder, geen de minste relatie, direct of indirect met Madame d'Aelders hebben, of gehad hebben, en ook niet gaarn daarvoor zouden passeeren.

Die vrouw heeft een uitgebreide correspondentie hier in 't land, van nouvelles die te Parijs voorvallen: op dien voet ben ik ook met haar in kennis geraakt door den heer Lampsins, en zij bezorgt mij van tijd tot tijd eenige journaux, couranten en vliegende papieren;

somtijds schrijve ik haar uit beleefdheid wederom, wanneer ik haar verschot
rembourseere;

doch zij is tot geen commissie hoegenaamd geëmployeerd, en wanneer men het contrarie mogt denken, verzoek ik dat U H. E. G. het, op grond van ontwijfelbaare informatie, gelieve tegen te spreeken.


Je bent hier: OpeningBronnenRGP1 → pagina 173