TEKST van de informatie over Etta op pagina's 148-149 van Nederland en de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander

Zie voor meer informatie over dit boek en voor een overzicht van alle er uit overgenomen stukken deze pagina.
In de tekst op pagina 148 wordt gemeld dat 'de briefwisseling van van de Spiegel met Mevrouw d'Aelders' eerder begint dan die van van de Spiegel met Brantsen en dat is de eerste keer dat Etta's naam in het boek vallt en dus wordt hier de dan beschikbare informatie gegeven.

Dat staat in een noot die begint op pagina 148 en die doorloopt op pagina 149. Later zal Colenbrander meer informatie over Etta vinden en dat opnemen in de inleiding. Zie daarvoor het hier boven genoemde overzicht.

In deze tekst wordt zij behoorlijk correct omschreven als: 'een van de meest besproken vrouwen van de toenmalige Parijsche samenleving, Nederlandsche van geboorte, en die, aan een grooten revolutionnairen ijver, in het bizonder voor de rechten van de vrouw, een bittere vijandschap tegen de Nederlandsche patriotten paarde'.

Hieronder de tekst van de noot op pagina 148 en149. Daaronder, onder de balk, loop ik enkele genoemde bronnen langs in de volgorde waarin ze genoemd worden.


Tekst

(pagina 148)

(1) Etta Palm geb. Daalders, van burgerlijke afkomst uit de stad Groningen (men gaf haar na dat zij de dochter van een herbergier was), duikt omstreeks 1780 in de berichten uit Parijs op als "la baronne d'Aelders", een vrouw die uit de wereld der galanterie overgegaan schijnt te zijn in de zeer nabijgelegene der politieke intrigues.

Welke de geschiedenis van haar jeugd in Nederland geweest zij, is bij gebrek aan beschikbare gegevens niet na te gaan, maar zoveel is zeker dat zij te Parijs betrekkingen tot aanzienlijke lieden uit de oranje-partij, en een heftige vijandschap tegen het aristocratisch-patriotsch principe, medebracht,

Zoo vinden wij haar in April '87 in betrekking tot Lampsins, toen deze te Parijs was als kondschapper voor de oranjepartij (Vreede, van de Spiegel III, 315; het blijkt daar dat zij ook den ouden van Citters kende. -- De plaats wordt eerst begrijpelijk als men "zal u bewijsen" leest, gelijk het origineel heeft, in plaats van "hoe uw herrijsen", dat Vreede heeft doen drukken). -

Lampsins noemde haar later aan van de Spiegel als een geschikte Parijsche correspondente. Zij ontving voor haar inlichtingen geldelijke vergoeding.

Zij leefde in den kring der oppositie tegen de regeering en was orangiste met betrekking tot haar vaderland, tegelijk revolutionnair in Frankrijk, ultra-revolutionnair zelfs voor zoover het de maatschappelijke positie der vrouw betrof.

Tot haar bekenden uit de politieke kringen behoorden o. a. de constituants Menou, de Lameth's, Fréteau, Pétion, Robespierre; de journalist Carra; later Condorcet (zie over deze betrekkingen: de Bacourt II, 240 en Avenel, Cloots I 325); haar neigingen op maatschappelijk gebied deden haar zich aansluiten bij Fauchet, in wiens Cercle social zij een bekende verschijning werd.

Een in die kring  door haar gehouden pleidooi voor vrouwen-emancipatie is, uit de Bouche de fer overgedrukt bij Buchez en Roux VIII, 424: "Ne soyez donc pas justes à moitié, messieurs... Notre vie, notre liberté, notre fortune n'est point nous. Que votre amour, votre amitié, vos suffrages soient dorénavant la récompense des citoyennes vertueuses; que des couronnes civiques, remplacent sur ces têtes intéressantes, des misérables pompons, symboles de la frivolité, et les signes honteux de notre servitude."

Zij heeft ook boeken geschreven, gelijk uit de door ons mede te deelen brieven blijken zal.

Tijdens de schorsing van Lodewijk XVI na Varennes moet zij voor de Republiek gesproken hebben en werd na de "journée du Champ de Mars" in hechtenis genomen, maar spoedig weer iosgelaten; Cerisier verweet haar bij die gelegenheid,

(pagina 149)

dat zij de Republiek voorstond in Frankrijk, en het koningschap in Nederland.

Na den 10den Augustus trad zij in betrekking tot Lebrun en begaf zich met zijn voorkennis naar den Haag; haar brieven aan hem zijn bewaard en zullen in dit hoofdstuk door ons worden uitgegeven.

Na de oorlogsverklaring bleef zij in de Republiek en was daar nog in 1795, toen het Comité van Waakzaamheid haar gevangen zette op de kastelenij van het Hof, van waar zij in Febr. 1796, met hetzelfde jacht als Bentinck van Rhoon, naar het kasteel van Woerden werd overgebracht, "doch op een veel minderen voet gelogeerd dan de heer van Rhoon en ik", schrijft van de Spiegel.

Zij werd den 20sten Dec. 1798, tegelijk met de beide heeren, ontslagen; van de Spiegel zegt in de gevangenis "geen gemeenschap met haar te hebben gehouden": hij heeft haar nimmer anders beschouwd dan als een middel om berichten te ontvangen uit zekere kringen te Parijs en omgekeerd daar zekere berichten of voorstellingen te verspreiden.

Omtrent haar verdere geschiedenis is niets bekend. -- Zie over haar, behalve de aangehaalde plaatsen, nog Quack, Socialisten 2e druk I, 377; Michelet, Révol. Fr. 1e druk II, 311; 2e druk II. 61-62; Avenel, Cloots I, 227, 292; Vreede, van de Spiegel IV, 451, 453, 703; Gazelle de Leyde 29 Juli en 2 Aug. 1791; het hiervóór, op bl. 5, noot genoemde nummer der Gazelle Universelle, en ten slotte B. M. H. G. XI, 386 en XV, 35, 61.


Bij enkele verwijzingen

● G. W. Vreede, Mr. Laurens Pieter van de Spiegel en zijne tijdgenooten (1737‑1800), Middelburg, 1876‑1877. Zie hier.

● De Bacourt, Correspondance entre Mirabeau et le Comte de La Marck pendant les années 1789, 1790 et 1791, 2 delen, Bruxelles, 1851. Zie hier.

● G. Avenel, Anacharsis Cloots, l'orateur du genre humain, 2 delen, Paris, 1865. Zie hier.

● P. J. B. Buchez en P. C. Roux, Histoire parlementaire de la Révolution française, ou Journal des assemblées nationales depuis 1789 jusqu'en 1815, Paris, 1834. Zie hier.

● H.P.G. Quack, De socialisten: Personen en stelsels. Deel 1: Het socialisme vóór de negentiende eeuw, 1875. Zie hier.

● Jules Michelet: Histoire de la Révolution française, Parijs 1847-1853. Zie hier.


Je bent hier: OpeningBronnenRGP1 → pagina 148