Dit boek is het eerste (inleidende) deel van de monumentale reeks
Rijks Geschiedkundige Publicatiën. Gedenkstukken der algemeene
geschiedenis van Nederland van 1795-1840, en wordt daarom
ook wel aangeduid als RGP1.
In dit boek worden door Herman Colenbrander (1871-1945) voor het
eerst stukken gepubliceerd over Etta's correspondentie vanuit
Parijs met de Hollandse raadpensionaris Laurens van der Spiegel en
later vanuit Den Haag met het Franse bewind.
Voor dit boek, dus vóór 1905, was over die correspondenties niets
bekend, dus het gaf een hele nieuwe draai aan de
geschiedschrijving over Etta. Dit boek leidde dan ook tot een
heleboel publicaties waarbij werd gegooid met onzintermen als
'spionne', 'dubbelagente' en 'achttiende eeuwse Mata Hari'.
De in het boek gepubliceerde stukken met betrekking tot Etta
komen uit:
● de Franse Archives Étrangères,
● het archief van Van de Spiegel bij het Nationaal Archief, en
● het Koninklijk Huisarchief.
De uit de eerste bron afkomstige stukken heb ik rechtstreeks uit
het boek overgenomen, bij de andere twee heb ik de oorspronkelijke
bronnen erbij gepakt en daarbij merkte ik twee dingen:
▪ Colenbrander verbetert in de stukken wat in zijn ogen taalfouten
zijn. Inhoudelijk maakt dat natuurlijk niets uit.
▪ Hij plaatst puntjes ('...') als hij gedeeltes uit brieven
weglaat, maar regelmatig vergeet hij dat. Er is dus meer
weggelaten dan aangegeven. Dat is iets om in gedachten te houden
bij de stukken uit de Archives Étrangères, daar kan dus ook meer
zijn weggelaten.
Ik heb het boek jaren geleden bestudeerd in de
Universiteitsbibliotheek te Groningen, maar inmiddels staat het in
gescande vorm helemaal op Delpher, zie
hier.
In onderstaand overzicht doe ik de vermeldingen van Etta in het
boek en een paar stukjes over personen die met haar te maken
hebben gehad. In de eerste kolom staat het paginanummer, in de de
inleiding hebben de pagina's Romeinse cijfers.
Inleiding |
|
XLVII |
Na het afmaken
van het boek heeft Colenbrander nog drie bronnen over Etta
te pakken gekregen, die een aanvulling geven op de
informatie op pagina 148-149. De eerste is de Genealogie
de Sitter uit 1885. Die bevindt zich onder andere in
GrA toegang 694 invnr 24, maar is volgens de Genealogische
aantekeningen van Johan Hendrik de Sitter uit 1916, zie hier, niet erg
betrouwbaar en daarom heb ik er niets uit overgenomen. |
XLVIII |
De tweede
nieuwe bron is het rapport van het Comité van Waakzaamheid
over Etta in de Decreten van de Provisionele
Representanten van t Volk van Holland. Daaruit citeert
Colenbrander gedeelten, maar de volledige tekst van dat
rapport heb ik zelf uit de Decreten gehaald en staat hier. |
L |
De derde bron
is de Archives Nationales in Parijs série T (séquestre) no
364, met de stukken die in 1794 in haar woning aan de Rue
Favart in beslag zijn genomen. Daaruit zijn al eerder door
diverse auteurs conclusies getrokken over de inrichting van
haar woning en dat heb ik samen met Colenbranders weergave
van de in beslag genomen stukken op deze pagina gezet. |
LII |
In een noot
meldt Colenbrander nog twee korte briefjes van Van de
Spiegel aan Wilhelmina van Pruisen over Etta, waarvan hij de
vindplaats niet meldt maar die hoogstwaarschijnlijk uit het
Koninklijk Huisarchief komen: ● een briefje dd 2 januari 1790 over door Etta geschreven manuscript waarop zij commentaar wil, zie hier; ● en eentje van 28 maart 1790 waarbij Van de Spiegel een brief van Etta aan Wilhelmina teruigstuurt en een afspraak maakt, zie hier. |
XLVII |
Gunstig oordeel van Van de
Spiegel over Brantsen. "Hij heeft een eigen fonds van
bekwaamheid, dat niet veel menschen grooter bezitten",
schrijft van de Spiegel den 5den Mei 1794 aan den Prins. --
Brantsen had ook zijn entrée's in patriotsche kringen te
Parijs: zoo dineerde hij 14 Mei '89 bij Abbema en kort
daarna bij den bankier van den Yver, beide malen in
gezelschap van Valckenaer; "het discours was er zeer
patriotsch" schrijft deze laatste aan Dumont-Pigalle over
het diner bij van den Yver. Den 22sten Mei '89 schrijft
Valckenaer aan Dumont-Pigalle: "Je me fie aussi peu a
Brantsen que vous, mais il n'ose pas faire grand'chose,
ayant mangé son bien avec une danseuse de l'opéra avec
laquelle il vit;". |
Boek |
|
105 |
In een noot wordt gemeld
dat Rudolf Hentzy (zie over hem deze pagina) op 17 oktober
1789 aan de stadhouder schrijft na de vlucht uit Frankrijk
van Mme de Champcenetz (= Albertine Nyvenheim): 'Tous les corneilles ses protégés sont en discrédit: on prétend qu'ils sont anti-populaires.' Corneilles zijn kraaien, maar hij bedoelt er de uitgeweken Patriotten mee. |
148 |
Hier wordt melding gemaakt
van het begin van de correspondentie tussen Etta en Van de
Spiegel, waarbij in een noot die op pagina 148 begint en op
pagina 149 doorloopt informatie over Etta gegeven wordt. Zie
de tekst van die noot. |
149 |
Stuk 75 is de eerste brief
van Van de Spiegel aan Etta dd 5 december 1788. Ik
heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel
uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zie
de transcriptie
en een vertaling. Met deze brief stuurt Van de Spiegel aan Etta ook een biljet van 500 livres en daarbij voegt Colenbrander een noot van de volgende inhoud: Voorts ontving zij, gedurende de jaren 1789-'92, voor haar correspondentie 1200 livres per jaar plus eenmaal een gratificatie van de Prinses; ook tijdens haar verblijf in de Republiek in '93 en '94 ontving zij nog kleine bedragen en 25 Oct. '94 een afdoener van ƒ 600 ("aan mevrouw d'Aelders voor het bezorgen van fransche nieuwspapieren over verscheide jaaren, en tot dedommagement wegens gedane diensten in Vrankrijk"; Vreede IV, 455) Die informatie staat inderdaad allemaal in het boek van Vreede, zie hier. |
150 |
Stuk 76 is een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 30 januari 1789. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zie de transcriptie en een vertaling. |
151 |
Stuk 77 is een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 5 juli 1789. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zie de transcriptie en een vertaling.. |
154 |
Stuk 81 is een
brief van Van de Spiegel aan Etta dd 18 januari 1790.
Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het
origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal
Archief, zie de transcriptie
plus de vertaling van een klein stukje uit de brief. |
156 |
In de noot op deze pagina
staat een stukje van Rudolf Hentzy dd 25 oktober 1789
aan de stadhouder over Etta. Zie de tekst, waarbij ik een
beetje extra informatie over Hentzy heb opgenomen. |
159 |
Stuk 84 is de
gedeeltelijke weergave van een kopie van een brief van Van
de Spiegel aan Etta dd 12 februari 1790. Ik heb niet
de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het
Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie
de volledige tekst van de brief bevat, inclusief de
vermelding van het zenden van een biljet van 600 livres door
Van de Spiegel. Eronder staat de vertaling van een klein
stukje uit de brief. In de brief heeft Van de Spiegel het over 'uw vriend' en in een noot zegt Colenbrander dat daarmee Jean Louis Carra bedoeld wordt. Hij voegt toe: 'Mevrouw d'Aelders bracht hem zelfs met van de Spiegel op de een of andere wijs in briefwisseling.' Hij verwijst daarbij naar pagina 172 van zijn boek, zie hier onder, waar een brief van van de Spiegel aan Carra is opgenomen. |
160 |
Stuk 84 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 11 maart 1790. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat.. Eronder staat de vertaling van een klein stukje uit de brief. |
161 |
Stuk 88 is een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 30 maart 1790,. Het is gelijk aan het origineel dat zich bevindt in het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zie de transcriptie. |
162 |
Stuk 89. Gedeeltelijke weergave van een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 16 april 1790. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
164 |
Stuk 93 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Etta aan Van de Spiegel dd 15 april 1790, teruggevonden in het archief van de stadhouder. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief van stadhouder Willem V Batavus in het Koninklijk Huisarchief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
165 |
Stuk 94 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 7 mei 1790. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
166 |
Stuk 95 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Etta aan Van de Spiegel dd 24 mei 1790, teruggevonden in het archief van de stadhouder. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief van stadhouder Willem V Batavus in het Koninklijk Huisarchief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
166 |
Stuk 96 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Etta aan Van de Spiegel dd 7 juni 1790, teruggevonden in het archief van de stadhouder. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief van stadhouder Willem V Batavus in het Koninklijk Huisarchief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
168 |
Stuk 98 is een brief van Etta aan
de journalist Loustallot, ongedateerd maar rond 1 juni
1790, als bijlage gevoegd bij haar brief aan de
raadpensionaris van 7 juni 1790, teruggevonden in het
archief van de stadhouder. Ik heb niet de tekst van dit boek
genomen, maar het origineel uit het Archief van stadhouder
Willem V Batavus in het Koninklijk Huisarchief, zodat de transcriptie
de volledige tekst bevat. |
170 |
Stuk 99 is een brief van de journalist Loustallot aan Etta, als bijlage bij haar brief van 7 juni 1790 aan de raadpensionaris, teruggevonden in het archief van de stadhouder. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief van stadhouder Willem V Batavus in het Koninklijk Huisarchief, zodat de transcriptie de volledige tekst bevat. |
170 |
Stuk 100 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Etta aan Van de Spiegel dd 20-21 juni 1790, teruggevonden in het archief van de stadhouder. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief van stadhouder Willem V Batavus in het Koninklijk Huisarchief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
171 |
Stuk 102 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 4 november 1790. Ik heb niet de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie de volledige tekst van de brief bevat. |
172 |
Stuk 103 is een brief van Van de
Spiegel aan Carra dd 25 november 1790. Het contact
is vermoedelijk via Etta tot stand gekomen, zie hierboven
bij pagina 159, maar het wordt het geen blijvende relatie.
Ik heb deze tekst niet opgenomen. |
173 |
Stuk 106 is een gedeelte van een brief van Van de Spiegel aan Gerard Brantsen dd 5 augustus 1791 naar aanleiding van de arrestatie van Etta, vermoedelijk afkomstig uit NL-HaNa 3.01.26 - 50, zie de transcriptie. |
174 |
Stuk 107 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Van de Spiegel aan
Etta dd 2 september 1791. Ik heb niet de tekst van
dit boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de
Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie
de volledige tekst van de brief bevat. Hij bedankt haar voor
de toezending van haar 'petit ouvrage', wat haar boek Appel
aux Françoises zal zijn, stuurt 600 livres, meldt dat
Nederland geen parti wil kiezen tegen Frankrijk en refereert
aan haar arrestatie in juli met de waarschuwing het een
beetje rustig aan te doen. |
176 |
Stuk 114 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Van de Spiegel aan
Etta dd 14 juli 1792. Ik heb niet de tekst van dit
boek genomen, maar het origineel uit het Archief Van de
Spiegel in het Nationaal Archief, zodat de transcriptie
de volledige tekst van de brief bevat. Hij reageert op
enkele geruchten en krantenberichten uit Frankrijk en wijst
een blijkbaar door Etta gedaan voorstel voor mediatie door
de prinses af. |
178 |
Stuk 115 is een artikel uit de
Moniteur van 6 juli 1792 waarnaar Van de Spiegel in zijn
bovengenoemde brief aan Etta verwijst. |
180 |
Van de Spiegel schrijft op 24 augustus
1792 aan Brantsen dat er een besluit is genomen dat
'suspendeert de ministerieele functiën van den Heer van
Berkenrode te Parijs'. Etta krijgt daar ook bericht van, zie hier, maar dat briefje is niet in dit boek opgenomen. |
184 |
Als citaat, zonder dat wordt
vermeld waar het vandaan komt, wordt hier over Etta als zij
te Den Haag aankomt gesproken als 'de rumoerige vriendin van
beide Republieken'.. Stuk 123 is een briefje van Van de Spiegel dd 3 november 1792 over Etta's aankomst aan de stadhouder, met daarop door de stadhouder gemaakte aantekeningen, zie de transcripties. |
185 |
Stuk 124 is een voorstel van Van
de Spiegel dd 4 november 1792 voor een antwoord op
de vragen die Etta namens Frankrijk gesteld heeft, stuk 125
is de reactie van de stadhouder daar op dd 5 november
1792, zie de transcripties. |
186 |
Stuk 126 is de gedeeltelijke
weergave van een brief van Etta dd 6 november 1792 vanuit
Den Haag aan de Franse minister Lebrun. Zie de transcriptie van
de gedeeltelijke weergave. |
187 |
Stuk 127. Brief van Etta dd 9 november 1792 aan minister Lebrun, zie de transcriptie. |
188 |
In een noot wordt gemeld dat de stadhouder op 7 november 1792 een briefje stuurt aan raadpensionaris Van de Spiegel waarin hij meldt Etta 'hedenavond' te willen spreken in de antichambre van de prinses. |
188 |
Stuk 128 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 12 november 1792 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
189 |
In een noot wordt gemeld dat Van de Spiegel op 11 november 1792 aan de stadhouder schrijft: 'Madame d'Aelders heeft een goed gedeelte van den avond mij opgehouden.' |
190 |
Stuk 129 is een gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den Haag dd 16 november 1792 aan de Franse minister Lebrun, zie de transcriptie van de gedeeltelijkeweergave. |
190 |
In een noot wordt geciteerd uit een brief van de Franse minister Clavière aan Etta dd 22 november 1792, waarvan een afschrift op 27 november door raadpensionaris Van de Spiegel aan de stadhouder zou zijn gezonden, zie de transcriptie. |
191 |
Stuk 130 is een brief van Etta vanuit Den Haag dd 20 november 1792 aan de Franse minister Lebrun, zie de transcriptie. |
192 |
Stuk 131 is een brief van Etta vanuit Den Haag dd 23 november 1792 aan de Franse minister Lebrun, zie de transcriptie. |
193 |
Stuk 132 is een brief van de Franse minister Lebrun aan Etta in Den Haag dd 26 november 1792, zie de transcriptie. |
193 |
Volgens een noot heeft Etta op 5 november 1792 vanuit Den Haag aan de Franse minister Clavière geschreven dat ze een zeer kostbare reis heeft gehad. Daarna meldt ze: 'Il est impossible que je vive ici avec la plus grande économie a moins du 10 florins par jour' en vraagt ze om een gedeelte van het toegezegde geld. |
194 |
Stuk 133 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 27 november 1792 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
194 |
Stuk 134 is een
brief van Etta vanuit Den Haag aan de Franse minister
Clavière van 27 november 1792, zie de transcriptie.
|
194 |
In een noot wordt melding gemaakt
van een brief van Lestevenon van Hazerswoude aan Valckenaer
van 5 januari 1793, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
195 |
Stuk 135 is de gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den Haag dd 30 november 1792 aan de Franse minister Lebrun, zie de gedeeltelijke transcriptie. |
195 |
Stuk 136 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag aan de Franse minister Lebrun dd 4 december 1792,
zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
196 |
Stuk 137 is een brief van Etta vanuit Den Haag dd 7 december 1792 aan de Franse minister Lebrun, zie de transcriptie. |
197 |
Stuk 138 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 11 december 1792 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
198 |
Stuk 139 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 12 december 1792 aan de Franse minister
Clavière, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
199 |
Stuk 140 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 14 december 1792 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
200 |
Stuk 141 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 21 december 1792 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
201 |
Stuk 142 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 25 december 1792 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie.
van de gedeeltelijke weergave. |
201 |
Stuk 143 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag aan de Franse minister Lebrun van 28 december 1792,
zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
202 |
Stuk 144 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 3 januari 1793 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
203 |
Stuk 145 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 4 januari 1793 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
203 |
Stuk 146 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag aan de Franse minister Lebrun van 11 januari 1793,
zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
204 |
Stuk 147 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 22 januari 1793 aan de Franse minister
Lebrun, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
204 |
Stuk 148 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag aan de Franse minister Lebrun van 12 februari
1793, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
205 |
Stuk 149 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 3 april 1793 aan de Franse minister Lebrun,
zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
205 |
Stuk 150 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag aan de Franse minister Lebrun van 30 april 1793,
zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
206 |
Stuk 151 is een brief van
Van de Spiegel aan Etta dd 9 mei 1793. Ik heb niet
de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het
Archief Van de Spiegel in het Nationaal Archief, zie de transcriptie. |
207 |
Stuk 152 is een lang verslag (tot
en met blz 220) van Van de Spiegel over Franse zaken in het
begin van 1793. Zie een aantal
notities over interessante passages in dat stuk. |
286 |
Op 15 november 1792
schrijft (stuk 215) de Engelse ambassadeur: 'As to the danger from without, the Pensionay has (I suspect) some secret communication with Clavière and Lebrun, which satisfies him that nothing offensive is to be apprehended from the Conseil Exécutif.' In een noot wordt gemeld dat Van de Spiegel in overleg met de stadhouder in algemene termen aan de ambassadeur had verteld over zijn contacten met Clavière en Lebrun via Etta. |
300 |
Stuk 217 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag aan de Franse minister Lebrun dd 21 mei
1793, zie de transcriptie
van de gedeeltelijke weergave. |
301 |
Stuk 218 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit
Amsterdam aan de (voormalige) Franse minister Lebrun dd 4
juni 1793, zie de transcriptie.
van de gedeeltelijke weergave. |
301 |
Stuk 219 is een notitie over Etta door een klerk van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken dd 11 augustus 1793 ten behoeve van de nieuwe minister Deforgues, zie de transcriptie. |
302 |
Stuk 220 is een brief van de nieuwe Franse minister van Buitenlandse Zaken Deforgues aan Etta in Den Haag dd 12 augustus 1793, zie de transcriptie. |
303 |
In de noot wordt vermeld dat Etta
vanuit Den Haag schrijft aan de nieuwe Franse minister van
Buitenlandse Zaken Deforgues op 28 augustus, 2, 5, 12, 15 en
21 september: "Op dien van 2 Sept. na, waaruit wij iets
opnemen, zijn al deze brieven volmaakt onbelangrijk, als te
nauwernood iets inhoudende dan haar verlangen naar vrede
tusschen haar «beide vaderlanden". |
303 |
Stuk 221 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta vanuit Den
Haag dd 2 september 1793 aan de nieuwe Franse
minister Deforgues, zie de transcriptie.
van de gedeeltelijke weergave. |
303 |
In de noot wordt een klein stukje
geciteerd uit de brief van Deforgues van 5 oktober 1793
waarmee hij haar de laan uitstuurt. Ik heb echter het
origineel van die brief genomen, dat zich bevindt bij de
stukken van het vierde verhoor door het comité van
waakzaamheid, zie de transcriptie
van de volledige brief. |
333 |
Stuk 250 is een notitie van Röell
uit Amsterdam aan Van de Spiegel, februari of maart
1794, met daarin: "Mevrouw Aelders die zich lang in 's
Hage opgehouden heeft en zich thans alhier bevind, hoezeer
eene beminnelüke en aangename vrouw, verdient echter almede
met voorzichtigheid en oplettendheid te worden behandeld. Men twijfelt of zü niet van de eene of andere zijde gebruikt wordt, en zij is zekerlijk intriguant." |
339 |
Stuk 255 is een brief van Hugo
Gevers aan Robespierre dd 25 maart 1794 met emmers
vol stroop en de aanmaning Nederland binnen te vallen en te
bevrijden. Niet door mij opgenomen. |
398 |
Stuk 286 is een brief van Etta
aan de stadhouder dd 30 juni 1794. In RGP1 slechts
gedeeltelijk gepubliceerd, zie de transcriptie
van de volledige brief uit het KH. |
398 |
Stuk 285 is een reactie op de
brief hierboven door de stadhouder aan raadpensionaris Van
de Spiegel dd 7 juli 1794, zie de transcriptie
samen met de hieronder vermelde reactie van Van de Spiegel
van dezelfde dag. |
400 |
Stuk 287 is een reactie van Van
de Spiegel dd 7 juli 1794 op het hierboven genoemde
briefje van de stadhouder, zie de transcriptie
samen met de notitie van de stadhouder. |
402 |
Stuk 291 is de
gedeeltelijke weergave van een brief van Etta aan Van de
Spiegel dd 8 juli 1794, met bijgevoegd een notitie,
teruggevonden in het archief van de stadhouder. Ik heb niet
de tekst van dit boek genomen, maar het origineel uit het
Archief van stadhouder Willem V Batavus in het Koninklijk
Huisarchief, zodat de transcriptie
de volledige tekst van de brief en de notitie bevat. |
402 |
In de noten
geeft RGP1 informatie over Choudieu, plus diens tekst over
Etta (door mij elders
geplaatst). Plus: 'De 'société fraternelle entre les
deux sexes'.vergaderde naast het lokaal der Jacobijnen; o.a.
verscheen er Théroigne de Méricourt. Het was een andere
bijeenkomst als de meermalen in onze aantekeningen genoemde
'Cercle Social' van Fauchet, waar ook vrouwen kwamen; deze
vergaderde in het Palais Royal (Avenel, Cloots I, 224).' |
Je bent hier: Opening → Bronnen → RGP1