TRANSCRIPTIE van het TWEEDE verhoor van Etta door het comité van waakzaamheid op 13 juni 1795, uit NL-HaNa 3.02.01 invnr 492

Dit is het tweede van de vier verhoren, zie een overzicht van de verhoren. Het wordt afgenomen door de comitéleden Gerrit van Olivier en Jacob Spoors.

Op de omslag van het mapje staat:

2e verhoor van Etta lubina Johanna Aelders weduwe Palm

In het verslag staan de vragen rechts en de antwoorden links, maar in de transcriptie hieronder is dat niet nagevolgd. De vragen zijn vooraf al opgesteld, Etta's antwoorden worden genoteerd terwijl zij ze uitspreekt, waardoor er nogal wat schrijf- en taalfouten inzitten.

Opvallend zijn de relatief korte antwoorden van Etta.  De ondervraging heeft kop noch staart, men zit gewoon maar een beetje te vissen. Enkele woorden die tegenwoordig niet meer courant zijn: tripoteren = konkelen, patrocineeren = beschermen, hoeden. met reject wordt bedoeld verwerping.


Transcriptie

Nadere
Artikelen omme daarop van wegens het Committé van alg: waakz: van de prov: Representanten van 't volk van Holland te hooren E.P. Daalders, wed. Palm, gearresteerde in de Castelenije van Den Hove alhier.

Aan de gearresteerde te vragen

Art. 1
of zij niet bekend met het Fransche gouvernement, of de minister, en zulks met geruime tijd, te hebben gecorrespondeert

zegd. Ja te weten met de ministers LeBrun en Claviere

Art. 2
of die correspondentie niet voornamelijk gerouleerd heeft over de belangens van Frankrijk

zegd. Dat die gerouleerd heeft om de vrede te onderhouden tusschen Frankrijk en Holland en nergens anders toe te willen gebruikt worden, voor al niet om te tripoteeren, of om over te schrijven of te spionneeren voor de eene partij tot de andere.

3
of zij zig niet heeft geengageert om dezelve belangens alhier voor te staan, en alzo het systema van vrijheid en gelijkheid, in Frankrijk heerschende op de meest mogelijke wijze van haar zijde te patrocineeren.

Zegd Ja, met mijn bloed.

4
wanneer, met wien, en op wat wijze zij gearresteerde zig het eerst in het politique op zodanig eene wijze heeft ingelaten

zegd. Reeds in het jaar 1778 met Maurepas begonnen te hebben, wanneer zij vier weken in Amsterdam is geweest om te verneemen de denkwijze der Hollanders met betrekking tot den oorlog tusschen Engeland en America.

5.
of zij gearresteerde niet bekend, dat zij zelfs met diverse speciaale commissies van wegens de Fransche Republieq of derselver minister is gechargeerd geweest, zoja met welke

zegd. Nooyt, dan die van LeBrun en Caviere

6.
of zij gearresteerde niet bekendt dat zij door het Fransche gouvernement de ministers of voorname Leeden der Conventie een zeker engagement heeft gehad, en wel, dat de laatste voor haar bestaan alhier zoude zorgen.

Zegd dat het aangegaan engagement zoude bestaan in drie honderd livres s´maands, te betaalen in geld bij Hope te Amsterdam en twee maanden van het zelve ontfangen te hebben.

7
waarin dat engagement heeft bestaan

beantwoord bij voorgaande vraag

8.
of zij gearresteerde ook bekend, dat alle die pogingen door haar aangewendt voortgevloeijt zijn uit een zwaare genegentheid, om de in Nederland in dien tijd verdrukte goede zaak, het hoofd te doen opbeuren

zegd. Ja

9.
of niet alzoo, de bij het Fransche volk aangenoomene beginselen van vrijheid, gelijkheid en haat tegen onderdrukkers en dwingelanderij ook de haare altijd zijn geweest

zegd. Ja, van kinds af.

10.
of zij gearresteerde niet door die drijfveeren gedreven in diverse societeiten en clubs te Parijs vaderlandsche ?? heeft gedaan

zegd. Ja, vast.


11
In welke

Zegd. In die der vrienden van de waarheid en een in de Société fraternel, en voor de balie van de 1e 2e en 3e vergadering van de Conventie alwaar zij in de 1e gevraagd heeft, egale partage tusschen de beide sexen in de erfenissen, in de 2e het rejet van het artikel 13 van de code de police, door het committe toen gepresenteerd, om dat zij tegen de vrouwen was, en in de 3e eene Nationale educatie zoo wel voor de dochters als voor de zoons.

12
of niet uit hoofde van de beginselen, welke haar bezielden, zij gearresteerde onderscheiden voor haar vereerende blijken van goedkeuring en vertrouwen heeft ontfangen

Zegd. Ja, een medaille van de Municipaliteit van Creil, een eersbrevet van officier honoraire van het corps amazonen van de garde nationale van Creil sur Oise, en een civique kroon van de citoyenne te Bordeaux en het Burgerrecht van Caen en door gedeputeerden gezonden aan de Societeit ontfangen te hebben

13
zo ja welke, en door wien speciaal zij gearresteerde dezelve ontvangen heeft

beantwoord in het vorige art.

14
Met welke Leeden in Frankrijk die in het politieke werk eenigen invloed hadden, zij gearresteerde sedert 10 jaren voornamentlijk heeft omgegaan en gecorrespondeert.

Zegd. Met Vergennes wel omgegaan en hem al te mogen zeggen wat zij wilde, dog in geen politieke zaken door hem gebruikt te zijn. Breteuil wel gesproken te hebben die haar 6000 livres s jaars aangeboden heeft, doch door haar gewijgerd, ook met Pethion en Boucle de President van t parlement, Freteau en anderen.

15
Of zij gearresteerde ook altijd de patriottische partij in Nederland is toegedaan geweest

Zegd. De waare patriotten ja, dat is die niet meer onder het juk van de vorige fransche regeering dan onder dan van Engeland wilden zijn en alleen maar bedoeld te hebben de onafhankelijkheid van deze Republiek.
Zegd vervolgens. nimmer ter ondersteuning van de Stadhouderlijke regeering gewerkt te hebben

16
of haar gearresteerde ook bekend is J. Munniks

Zegd. Ja

17
wie deeze Munniks is, en in welke betrekking zij gearresteerde tot denzelven staat

zoo als in het voorig verhoor is opgegeven

18
of aan haar ook bekend is Mr Laurens Pieter van de Spiegel gewezen Raadspensionaris van Holland

zegd. Ja wijl ik bij hem gezonden was

19
of zij gearresteerde met denzelven niet veelvuldig besoigne heeft gehad

zegd. denzelve maar eens gesproken, maar veel met hem geschreven te hebben

20
of zij met denzelven, en desselvs secretaris Tinne, niet heeft gecorrespondeerd

Ja.

21
wat oogmerk de besoignes en correspondentie gehad hebben

zegd. geene andere dan de bevordering van vrede tusschen Holland en Frankrijk.

22
Of dezelve ook getendeerd hebben om den geweesen stadhouder of deszelfs aanhang te favoriseeren

zegd zich daar nooyt mede bemoeyd te hebben en met betrekking tot de Nederlanders die na Frankrijk geemigreerd waren bij de omwending van 1787 dezelve beschoud te hebben als de dupe van de grooten in Holland en dezelve niet tegengewerkt maar integendeel in alles geholpen te hebben, en niet geweeten te hebben van eenig plan van revolutie dat in Holland zoude te werk gelegd worden, om dezelve geemigreerde weder triumphant in hun vaderland te brengen

23
of zij gearresteerde ook met den geweezen Balliuw van den Haage Bentink van Rhoon omgang heeft gehad, of met den Generaal Bentink.

zegt, nooyt met den Bailluw maar wel met de Generaal die zij van kinds aan gekend heeft

24
of die omgang ook tot de publieque zaaken eenige relatie heeft gehad

zegd, dat de omgang met de generaal nimmer relatie tot ??? heeft gehad

25
of aan haar gearresteerde niet bekend is den Fiscaal van der Hoop te Amsterdam

zegd, Ja.

26
of zij met denzelven geene familiaire omgang of correspondentie heeft gehad

zegd, neen geen familiaire omgang maar wel correspondentie

27
waar over hetzelve heeft gerouleerd

Zegd. over eene Erfenis die zij uit handen van haare familie moest ontfangen

28
of zij gearresteerde niet bekend met den geweldigen provoost Rulach eene zeer gemeenzame verkering gehouden te hebben

zegd. geen gemeenzaame verkeering maar wel roelach gebruikt te hebben tot het doen van eenige commissien

29
of zij gearresteerde ook met den jood de Haas alhier omgang heeft gehad

zegd dezelve nimmer gezien te hebben, zoo veel zij weet

30
of zij gearresteerde na de gelukkige omwenteling van zaaken in dit land, niet onderscheiden conferentien heeft gehad, met sommige der Fransche volksrepresentanten alhier

zegt. met Ramel, met Pichegru en Eblij

31
of zij aan denzelven niet diverse memorien heeft overhandigd

zegt. eenige brieven aan hun geschreven te hebben maar niet over politieke zaaken

32
welke het onderwerp van die conferentien en memorien is geweest

zegd. geen ander dan over particuliere zaaken

33
of zij gearresteerde niet bekend den voorn Rulach dikwils versogt te hebben om bij evengemelde Representanten voor haar diverse boodschappen en commissien te verrichten

zegd Ja

34
waarin die boodschappen en commissien hebben bestaan

zegd. als art 32


Aldus gevraagd en geinformeerd, en heeft de gearresteerde geantwoord als nevens ieder artikel staat uitgedrukt, waarbij zij na gedane prolecture heeft gepersisteerd, en dezelve nevens commissarissen uit het Committé van Algemeene Waakzaamheid voor het volk van Holland ondertekend heden den 13 juny 1795 het eerste jaar der Bataafsche vrijheid

Etta Lubina Johanna Aelders Wed: Palm
Gerrit van Olivier
Spoors


Je bent hier: OpeningBronnenNL-HaNaTg 3.02.01invnr 492 → verhoor 2