Het origineel van dit journaal bevindt zich in het Nationaal
Archief in Den Haag, toegang 3.01-26, het archief van vd Spiegel,
inventarisnummer 338. Het is geschreven van 5 februari 1795 tot en
met 20 december 1798, maar bij mijn weten niet in druk verschenen
tot 1894 als het wordt gepubliceerd in het tijdschrift Bijdragen
en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 15.
Die publicatie is gedigitaliseerd op de site van de DBNL, zie
hier.
Onderstaand mijn aantekeningen, waarbij de paginanummers in de
linkerkolom corresponderen met die digitale versie. Het is een
dagboek, maar ik neem de 'ik'-vorm niet over en doe het in de
'hij'-vorm en met 'hij' in mijn aantekeningen wordt dus Van de
Spiegel bedoeld. Vanaf pagina 35 komt Etta in beeld. Letterlijke
citaten uit het boek heb ik tussen enkele aanhalingstekens gezet.
NB: Op google books staat nog een ander boek van Van de
Spiegel, Nadenking van eenen Staatsman weegens zijn ministerie
in Holland, geschreven in gevangenschap juli 1795, zie
hier, uitgekomen in 1800, maar daar staat niets over Etta
in.
Hetzelfde geldt voor Verzameling van Stukken in de zaak van
Mr. L.P. van de Spiegel, geweezen Raadpensionaris van Holland,
door J. van Gulik, Amsterdam, 1796, dat ook op de site van de DBNL
staat, zie
hier.
2 | Op 29 januari 1795 geeft hij de onder hem berustende papieren af, maar op 5 februari volgt huis-arrest. |
3 | Later die dag krijgt hij bericht dat hij naar de Castelenij gebracht zal worden. |
4 | Als dat gebeurd is gaat hetzelfde arresterende gezelschap Graaf Bentinck van Rhoon ophalen. Hij beschrijft zijn vertrek in de Castelenij, maar het is onduidelijk of dat hetzelfde vertrek is waar Etta later wordt ondergebracht.. |
5 | Er slapen twee bodes bij hem in het vertrek, de po wordt niet regelmatig geleegd en de ramen moeten dicht blijven. De volgende dag krijgt hij toestemming om - onder bewaking - zijn gezin te zien. |
6 | Er komt een commissie als hij nog in bed ligt. Hij heeft de dag voor zijn arrestatie een brief gehad van Gerard Brantsen en anderen uit Parijs "in cijfer", waarvan hij de vertaling niet wilde overlaten aan de "Commissaris der Cijfers", zodat iemand anders het vertaald heeft. |
7 | De commissie wil die brief hebben en hij regelt dat. |
8 | Hij heeft klachten over bedorven lucht. |
9 | Hij krijgt bezoek van een andere commissie. Het is inmiddels 12 februari. |
10 | Er is zowel bij Van de Spiegel als bij Van Rhoon geld gestolen door mensen die 's nachts waken. |
11 | Twee leden van het Comité van Algemeen Welzijn komen vragen of hij iets te zeggen heeft. |
12 | Hij wil huisarrest in plaats van opsluiting, maar dat gaat niet door. |
13 | De deur mag niet meer open, ook niet om de tabaksdamp te laten wegtrekken. |
14 | Ze komen hem vragen om de codes van cijferbrieven en hij zegt die niet te weten; hij vindt het maar vreemd dat brieven aan hem geopend zijn, want hij "dagt dat ten minsten de post onschendbaar was" Dat is een hele schijnheilige uitspraak van hem omdat hij zelf altijd alle buitenlandse brieven op het postkantoor liet overschrijven!!. |
15 | Twistgesprek met een commissie. |
16 | Zijn kritiek op zijn opsluiting wekt woede bij de vergadering van de representanten, in welk kader hij 27 maart schrijft over "geweld tegen mij dat aan het gisten was". Discussie met de kamerbewaarder over cijfercodes. |
17 | Vervolg discussie over cijfercodes. |
18 | Hij legt uit dat hij al eerder van cijfers is overgestapt op onzichtbare inkt en dat de cijfers er alleen in staan om verwarring te zaaien. |
19 | Hij kan alleen met zijn vrouw praten "in presentie van luiden, die daarmede niet noodig hadden" |
20 | Hij hoort van discussie of hij niet overgebracht moet worden naar het kasteel te Muiden, waartegen hij zich verzet. |
21 | Discussie of hij niet in zijn eigen huis of in zijn buitenplaats in Scheveningen arrest kan krijgen. |
22 | Hij hoort dat is besloten het "'Prinsenlusthuis in het Bosch" voor hem gereed te maken. |
23 | Op 7 mei 1795 worden hij en Bentink overgebracht naar het Huis in het Bosch. |
24 | Hij heeft 91 dagen in de
Castelenij gezeten en rekent voor wat dat gekost heeft. 25 Er komen regelmatig commissies kijken of de "securiteit" van de bewaring wel goed is. |
26 | Een commissie komt praten of de kosten van de detentie door de Staat of door de gearresteerden gedragen moeten worden, onder meer omdat Bentinck van Rhoon "extraordinair" veel thee en suiker gebruikt. |
27 | Hij heeft een discussie met een commissie die "ten uitersten onaangenaaam" is. |
28 | Over wel of niet mogen wandelen in het park of de tuin. |
29 | In de nacht van 14 op 15 oktober 1795 wordt hij overgebracht naar de Voorpoorte. |
30 | Hij ziet nu regelmatig zijn vrouw en kinderen "in presentie" van bewakers. |
31 | Valckenaer maakt een rapport over de papieren van Van de Spiegel, dat 5 januari 1796 besproken zal worden. |
32 | Daar wordt besloten hem in "'politique custodie" te houden, maar het besluit over de plek waar ze heen moeten vergt nog meerdere dagen aan vergaderingen en resoluties. |
33 | Besloten wordt dat hij ondanks protesten naar Woerden moet. |
34 | Op 4 februari 1796 komen de heren Duyvenak en De Lange van het Comité van Algemeen Welzijn "met veel vrindelijkheid" zeggen dat zij het nu overnemen van het Comité van Waakzaamheid. Op 10 februari 's avonds om half acht wordt hij van de Voorpoort gehaald om vervoerd te worden naar de Geestbrug, waar "het binnenjacht van de geweezen Gecommitteerden Raaden" lag te wachten. Op het jacht zit reeds de vrouw van vd Spiegel "die de permissie gekreegen hadt om mij naar Woerden te verzellen". |
35 | "Op 11 februari 's morgens ten 6
uuren zijn wij aan 't kasteel van Woerden uit het jacht
gestapt." Hij krijgt "twee goede kamers gelijk vloers." "Een
kastelein, genaamd Hendrik van der Poll, en zijn vrouw zijn
belast met de bediening en het kooken van het eten." Hij mag hier wandelen "op de plaats en rondom een gedeelte van het kasteel" omdat dat door een omheining is afgesloten van de openbare weg. "14 februari is de Graaf van Rhoon mede als gevangen hier gebragt; dezelve is van t Huis in 't Bosch met een escorte naar Voorburg gevoerd en aldaar in het binnenjagt gegaan; ook is met datzelve jagt getransporteerd zekere Mevrouw Aelders, die lang in de Castelenij gedetineerd is geweest, doch dezelve is op een veel minderen voet hier gelogeerd dan de Heer van Rhoon en ik; gem: Heer heeft twee goede kamers juist boven die welke voor mij zijn gereed gemaakt." 24 februari is Duyvensz van het comité van Algemeen Welzijn langs geweest om "de schikkingen te examineeren". |
36 | Beetje ruzie met de kastelijn. Van de Spiegel wil diens instructies zien, maar dat lukt niet. |
37 | Hij heeft regelmatig bezoek van gezinsleden. |
38 | Op 21 juli 1796 komt de
onderzoekscommissie van het Provinciaal Comité, bestaande
uit Pieter Brouwer van Amsterdam en Van der Kun uit
Rotterdam. "De heeren persisteerden egter zeer vrindelijk bij de offerte om alles te doen, wat in hun vermogen was, om mij dit verblijf,'t welk zij zeiden dat de omstandigheden noodzaaklijk maakten, te veraangenaamen, en dewijl ik geduurig zeide niets te willen vraagen, maar dat de heeren maar eens rond zouden zien hoe mijne meubelen waren, nam een van hun het woord en zeide, dat hij dit reeds met aandoening gezien had en onder andere dat de tafel, die ik |
39 | gebruikte, een ordinaire
vuurenhouten soldaatentafel was; dat zij dat niet geweeten hadden en zorg zouden draagen, dat ik beter meubelen kreeg." Daarna blijven de commisieleden nog een hele tijd heel gezellig met vd Spiegel babbelen, al lijkt de toon wat minder vriendelijk als het over politieke zaken gaat. |
40 | "Deeze conversatie omtrent een
uur geduurd hebbende, zijn de heeren naar den heer van Rhoon gegaan." Over het bezoek van de commissie aan Etta schrijft vd Spiegel geen woord, zie daarvoor hun verslag. Daarna heeft vd Spiegel weer continu familiebezoek. |
41 | En dat gaat maar door. |
42 | En door, terwijl hij zich tussendoor kwaad maakt als een bewijs dat er belasting betaald is niet van hem moet komen, maar van zijn vrouw, omdat "zoolang ik leefde, mijn vrouw geen persoon had, geen procuratie kon geeven en geen verklaaring kon afleggen". |
43 | Hij maakt zich over wel meer dingen kwaad. |
44 | En familiebezoek en familiebezoek. |
45 | Met tussendoor, we leven inmiddels februari 1797, twee provinciale bestuurders, die hij eerst afbekt en daarna vraagt om de kopietjes van zijn buitenlandse correspondentie die ze nog steeds in hun bezit hebben. Ze zullen het ter sprake brengen. |
46 | Te midden van weer veel familiebezoek krijgt hij in maart bericht dat hij 1400 gulden terug krijgt voor gemaakte onkosten toen hij in de Castelenij gevangen zat. |
47 | Familiebezoeken. |
48 | Op 21 oktober komt een nieuwe commissie de boel inspecteren, de heren Chandon en Rits. Van de Spiegel geeft alleen zijn gesprek met de heren weer en niet wat er tussen de commissarissen en Etta verhandeld wordt. |
49 | Familiebezoeken en op 21 december 1797 wordt de kastelein van de Poll in Den Haag ontboden omdat er klachten over hem zijn. Daarna is het al 1798: |
50 | "29 Januarij. Is hier gearriveerd
de heer Victor de Serrière een Franschman van geboorte, doch
die eenige jaaren in Holland gewoond heeft, zijnde
aangesteld tot kastelein of concierge in de plaats van van
de Poll, wiens dimissie hij zelfs medebragt." Daarna weer veel familiebezoek en zijn vrouw verhuist van Den Haag naar IJsselstein. |
51 | Die verhuizing vindt april 1798 plaats. |
52 | Het bezoek komt nu veelal te voet van IJsselstein. |
53 | 2 juni 1798 komt er weer een commissie, waar vd Spiegel nogal tegen tekeer gaat. |
54 | Tussen het familiebezoek door
komt er een nieuwe gevangene: "12-13 Junij. Deezen nagt is hier gevangen gebragt de heer van Lange, lid van het Uitvoerend bewind, en gelogeerd op de bovenkamer buiten het beschot, voormaals door Mevrouw Palm - d'Aelders geoccupeerd, zijnde de raamen daadelijk bezet met tralien en een militaire wagt voor de glazen." |
55 | Familiebezoek, en:"23 Julij. Is de alhier gearresteerde ex-directeur van Lange uit deeze detentie naar de gevangenpoort in 's Hage getransporteerd." |
56 | Familiebezoek, en:"18 September. Een commissie uit het Comité van binnenlandsche correspondentie van het bestuur van Holland, bestaande uit de burgers Crayenschoten, Loosjes, boekverkoopers te Amsterdam en Haarlem, mij vraagende of ik iets voor te stellen hadde." |
57 | Familiebezoeken. |
58 | Familiebezoeken, en dan op 20 december 1798 komt de baljuw Costerus zeggen dat hij opdracht heeft hem vrij te laten. |
59 | Daarop begint vd Spiegel ontzettend te zeuren dat hij niet op basis van een algemene amnestie vrijgelaten wil worden omdat het dan lijkt alsof hij vergiffenis nodig heeft. Hij zet dat ook voor de baljuw op papier. |
60 | Van de Spiegel staat al op het
punt van vertrekken als de deurwaarder Ente verschijnt,
"zeggende, dat schoon hij gehoord had dat de bailliu
Costerus mij reeds mijn vrijheid had aangezegd, hij, als
deurwaarder, eigenlijk daartoe gelast was." Daarop herhaalt vd Spiegel het verhaal dat hij tegen de baljuw gehouden heeft, en Bentinck van Rhoon zegt "ik conformeer mij met al wat de heer van de Spiegel u daar gezegd heeft", waarna vd Spiegel er een eind aan maakt door te verklaren dat hij nu haast heeft. . |
61 | "Hierop ben ik vertrokken, gaande te voet alleen uit het kasteel langs de stadscingel tot aan de lange brug, terwijl mijn vrouw en twee zoontjes met het rijtuig volgden (...) De heer van Rhoon is des anderen daags naar zijne heerlijkheid Varel in Duitschland vertrokken en van mevrouw Aelders, die mede ontslagen was, doch met welke wij geen gemeenschap gehouden hadden, heb ik niets vernomen." |
Je bent hier: Opening → Bronnen → NL-HaNa → Tg 3.01.26 → invnr 338