TRANSCRIPTIE en VERTALING van een brief van Van de Spiegel aan Etta dd 30 januari 1789

Deze brief komt uit Nationaal Archief, toegang 3.01.26, Archief van raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel, zie hier voor een overzicht van alle uit deze toegang opgenomen stukken. Dit komt uit invnr 49, een van de kopieboeken van de uitgaande post van Van de Spiegel.

Dit is zijn tweede brief aan Etta.

De brief is in het Frans en is ook afgedrukt in Nederland en de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander. Zie de vermelding ervan op pagina 150 in het overzicht van dat boek.

Hieronder achtereenvolgens:

■ de transcriptie van de brief, en

■ een vrije vertaling van de brief.


Transcriptie

Je suis en possession de quatre de vos lettres, pour lesquelles je vous fais mes trés humbles remercimens, comme aussi mes excuses de n'y avoir pas répondu plus tôt; je vous assure, Madame, que chacune d'elles m'a fait un plaisir indicible: vous réunissez l'agréable a l'utile et a l'intéressant, vous égayez les matières, vous les embellissez en les approfondissant en même tems, et ce serait a la vérité être bien peu reconnaissant pour les peines que vous vous donnez, si dans le fond de mon coeur je ne vous rendais pas cette justice.

La seule cause de mon silence est que j'attendois de jour en jour des nouvelles du retour de M. Lampsins, afin de pouvoir lui demander la clef dont vous désirez que je fasse l'essai.

J'ignore absolument où il est, mais je viens de lui écrire dans la supposition que ma lettre le trouvera chez lui, et je le prie qu'en même tems qu'il m'envoye sa clef, il veuille bien vous en avertir.

Si un jour ou l'autre vous trouvez, Madame, l'occasion d'entretenir certain Seigneur, au sujet de ces gens qui lui pèsent tant sur le bras, dites-lui, je vous prie, hardiment qu'il en peut être quitte au moment qu'il le veut; qu'il n'y a qu'un tres petit nombre de personues qui sont persécutés en justice pour avoir été les chefs et les auteurs, comme on ferait en tous les pays policés du monde connu;

qu'aucun coup politique n'a été frappé, mais que tout a été abandonné a la justice la plus scrupuleuse et la plus intègre qu'on puisse imaginer:

qu'à l'exception de ce petit nombre de personnes tout le monde peut librement retourner a ses foyers sans être molesté ni inquiété par qui que ce soit, pourvu qu'on se conforme a la constitution du pays.

II doit à la vérité paraitre très singulier qu'en France ou nous reproche d'être durs, sévères, même injustes envers ces gens; -- que là on vient à leur secours par des pensions ou autres manières de subsister, tandis que ces mêmes gens se moquent publiquement de notre douceur à leur égard, qu'ils traitent de faiblese en des chansons et des pamphlets envoyés de St. Omer.

La raison en est tout simple, et je pense qu'à l'aide des pensions la France pourrait attirer dans son sein tous les fainéans et tous les novateurs de l'Europe entière; reste à savoir si à la fin elle y trouverait son compte.

Le libelle inflammatoire dont vous faites mention n'est pas encore ici, j'espère l'avoir par vos bontés. Un homme qui se permet tant d'horreurs et de mensonges mérite bien d'être livré a l'exécration publique: aussi serait-ce à mon avis lui faire trop d'honneur que de vouloir le réfuter.


Vertaling

Ik ben in het bezit van vier van uw brieven, waarvoor ik u zeer onderdanig dankzeg, ook bied ik u mijn verontschuldigingen aan dat ik niet vroeger heb geantwoord; ik verzeker u , Madame, dat elk ervan mij een onuitsprekelijk plezier heeft gedaan; u verenigt het aangename met het nuttige en het interessante. U vrolijkt de onderwerpen op, u maakt ze tegelijk mooier door ze uit te diepen.

En dit zal weliswaar nog te weinig erkenning zijn voor de moeite die u zich geeft, als uit de grond van mijn hart ik u geen recht doe.

De enige oorzaak van mijn stilte is dat ik iedere dag nieuws verwacht over de terugkomst van M. L. zodat ik hem kan vragen naar de sleutel waarvan u wenst dat ik het uitprobeer.
Ik weet absoluut niet waar hij is, maar ik ga hem schrijven in de veronderstelling dat mijn brief hem zal bereiken, en ik zal hem vragen of hij, tegelijk dat hij mijn zijn sleutel zend, u daarvan verwittigt.

Als u een of andere dag, Madame, de gelegenheid vindt om een zekere Heer (volgens noot Montmorin) te spreken , over die mensen waar hij zo mee opgescheept zit, zeg hem, alsjeblieft, ronduit dat hij er verlost van kan zijn wanneer hij wil; dat er slechts een klein aantal mensen is, die juridisch vervolgd zijn omdat ze de leiders en bedenkers zijn geweest, zoals men dat zou doen in alle beschaafde landen in de bekende wereld, dat er geen enkele politieke opstand is neergeslagen, maar dat alles aan de meest nauwgezette en meest integere rechtspraak die men zich maar voor kan stellen wordt overgelaten, dat met uitzondering van dit kleine aantal mensen iedereen vrij kan terugkeren naar huis zonder gemolesteerd of lastig gevallen te worden door wie dan ook, mits men zich conformeert aan de staatsinrichting.

Het moet werkelijk heel bijzonder lijken dat men ons in Frankrijk verwijt hard, streng zelfs onrechtvaardig tegenover het volk te zijn;
- daar komt men hen te hulp met uitkeringen (toelagen) of andere wijzen van onderhoud, terwijl dit zelfde volk publiekelijk klaagt over onze naar hun mening weekheid die ze als zwakte voorstellen in hun liederen en pamfletten, die vanuit St. Omer verstuurd worden.
De reden daarvoor is heel eenvoudig en ik denk dat Frankrijk wat betreft de hulp van de uitkeringen alle leeglopers en nieuwlichters van heel Europa naar zich toe zou kunnen trekken; blijft over te weten of Frankrijk tenslotte aan zijn trekken zal komen.

Het pamflet inflammatoire (ontstekings-) dat de bom zal doen barsten, dat u aan de orde brengt, is hier nog niet, ik hoop het te krijgen door uw goedheid.
Een man die zich zoveel wreedheden en leugens permitteert verdient het om overgeleverd te worden aan de publieke walging: ook zal het naar mijn mening hem te veel eer doen om het te gaan weerleggen.



Je bent hier: OpeningBronnenNL-HaNaTg 3.01.26 → invnr 49 Brief 30-01-1789