Deze brief komt uit Nationaal Archief, toegang 3.01.26, Archief
van raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel, zie hier voor een overzicht van
alle uit deze toegang opgenomen stukken. Dit komt uit invnr 49,
een van de kopieboeken van de uitgaande post van Van de Spiegel.
Het onderstaande briefje is de eerste melding van Etta nadat in
1787 Lampsins bij haar langs geweest is, zie op deze pagina bij deel III
pagina 315. Lampsins is ook degene die door Van de Spiegel, die
zelden of nooit namen noemt in zijn brieven, bedoeld wordt met
'mr. L.'
Met de 'gedrukte gedachten' zal hij haar boek Réflexions sur
l'ouvrage intitulé Aux Bataves sur le Stadhouderat bedoelen.
De brief is in het Frans en is ook afgedrukt in Nederland en
de revolutie 1789-1795, door Herman Colenbrander. Zie de
vermelding ervan op pagina 149 in het overzicht van dat boek.
Hieronder achtereenvolgens:
■ de transcriptie van de brief, en
■ een vrije vertaling van de brief.
J'ai été tres flatté de recevoir vos deux lettres du 3 d'octobre
et du 23 novembre qui me sont parvenues trois jours l'une après
l'autre: les réflexions imprimées que vous avez bien voulu
m'envoyer m'ont fait infiniment de plaisir; la défense d'une si
bonne cause ne saurait être confiée en de meilleures mains que les
vôtres, Madame, et j'ose vous prier de continuer à lui vouer vos
talens et votre zèle vraiment patriotique.
Je vous fais mes remercimens pour les anecdotes que vous me mandez dans votre dernière lettre. Le caractère du personnage qui s'est laisser employer a certaine commission doit étre bien mauvais, après les beaux sentimens qu'il a affiches ailleurs, et je crois qu'il serait important de démasquer ce Tartuffe, si on pouvait avoir une copie de son rapport.
Je sais bon gré a Mr. L. de m'avoir procuré l'avantage de votre
correspondance, et si ce n'est pas abuser de votre complaisance,
je vous prierais de me continuer vos bontés; vous pouvez en toute
sûreté écrire par la poste en adressant vos lettres sous une
enveloppe a inon secrétaire que vous connaissez ou a son
beau-frère M. Rietmulder, commis du bureau des postes a la Haye,
en usant de la précaution de changer de tems a tems de cachet et
d'écriture pour les adresses.
Je conçois fort bien, Madame, que pour avoir de bonnes nouvelles
vous vous trouverez dans la necessité de faire quelques dépenses
dont il serait une indiscrétion de laisser les avances a votre
charge, c'est pourquoi je vous prie d'accepter provisionellement
un billet de 500 livres ci-joint, et d'en faire l'usage que vous
jugerez convenable.
Vous ne trouverez pas mauvais que je n'ai pas signé mon nom, le contenu vous apprendra suffisamment de la part de qui cette lettre vous vient. Je vous prie d'en faire de même lorsque vous me faites l'honneur de m'écrire.
Je puis encore ajouter, Madame, que LL. AA. S. et R. ont parlé
avee la plus grande satisfaction de votre livre, et je suis
persuadé qu'elles ne tarderont pas a vous donner des marqués de
Leur réconnaissance gracieuse.
Ik ben zeer gevleid uw twee brieven van 3 oktober en van 23
november te mogen ontvangen, welke mij drie dagen na elkaar hebben
bereikt; de gedrukte gedachten die u zo goed hebt willen zijn te
zenden, hebben mij oneindig veel plezier gedaan; de verdediging
van een zo schone zaak zou niet in betere handen kunnen zijn dan
de uwe, Madame, en ik durf u te bidden daaraan uw talenten en uw
waarlijk patriottistische ijver te blijven wijden.
Ik breng u mijn dankzeggingen over voor de anekdotes die u mij in
uw laatste brief hebt gezonden. Het karakter van de persoon die
zich heeft laten gebruiken voor een zekere commissie moet erg
slecht zijn, na de mooie gevoelens die hij elders heeft
uitgedrukt, en ik geloof dat het belangrijk zal zijn deze Tartuffe
te ontmaskeren, als men een kopie van zijn rapport zou kunnen
bemachtigen.
Ik ben Mr. L. dank verschuldigd dat hij mij het voordeel van uw
correspondentie heeft bezorgd, en als het geen misbruik van uw
welwillendheid is wil ik u bidden mij u goedheden te blijven
bezorgen; u kunt in alle veiligheid over de post schrijven als u
uw brieven adresseert in een envelop aan mijn secretaris die u
kent of aan zijn zwager, M. Rietmulder, commies op het postbureau
in Den Haag, waarbij u de voorzorg neemt om van tijd tot tijd het
zegel en de schrijfwijze (of het handschrift) van de
adressen te veranderen.
Ik begrijp heel goed, Madame, dat u om goede berichten te hebben
in de noodzakelijkheid bent om enkele onkosten te maken waarvan
het een onbescheidenheid zou zijn om de voorschotten op uw
rekening te laten, het is daarom dat ik u bid om provisioneel aan
te nemen een biljet van 500 livres hier bijgevoegd, en er het
gebruik van te maken dat u nuttig oordeelt.
Ps. U zult het mij niet kwalijk nemen dat ik niet heb ondertekend
met mijn naam, de inhoud doet u genoegzaam begrijpen van de kant
van wie deze brief komt.
Ik bid u hetzelfde te doen wanneer u mij de eer aandoet mij te
schrijven.
Ik kan tenslotte nog toevoegen, Madame, dat LL. AA. S. en R. over
uw boek met de grootste tevredenheid hebben gesproken, en ik ben
ervan overtuigd dat zij niet zullen dralen u marques van Hun
beminnelijke erkentelijkheid te geven.
Je bent hier: Opening
→ Bronnen → NL-HaNa → Tg 3.01.26 → invnr 49 Brief
05-12-1788