Er zijn meer publicaties van Judith Vega waarin Etta voorkomt,
maar dit artikel vind ik het belangrijkste. Voor de andere
publicaties verwijs ik naar haar bibliographie, zie
hier. Eén artikel wil ik apart noemen, haar bespreking van
het boek van Thomése over Etta, zie
hier als pdf. Een rake beschouwing over dat boek, waar uit
ik de fraaie karakterisering 'anachronistische bakvissentaal' heb
overgenomen, .
Niet over Etta maar ook hoogst interessant is Het Beeld der
Vryheid; Is het niet uwe Zuster? over vroeg-feministische
teksten uit 1781 en 1795, dat valt op te halen van de site van de
Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, zie hier.
Ik gebruik een citaat van de persoon die zich verstopt achter het
prachtige pseudoniem Armida Amazone.
Maar hier beperkt ik mij dus tot Etta Palm Aelders on justice,
virtue and men, in het tijdschrift History of European
ideas, jaargang 10 (1989) nummer 3. In de eerste kolom staan
de paginanummers, in de tweede mijn aantekeningen, die slechts
beperkt recht doen aan het artikel, zie daarom voor de volledige tekst
hier.
333 |
Na te hebben verklaard dat ze een
biografie wil schrijven die kennis levert over Etta's ideeën
over politiek met betrekking tot vrouwen, behandelt Vega de
twee biografieën die er al zijn. Hardenberg, zie hier mijn aantekeningen
daarbij, heeft een uitgebreidere research, maar Koppius, zie hier voor de volledige tekst,
neemt Etta's feminisme serieuzer. Zeer terecht is de opmerking dat de vooronderstellingen van beide biografen sterk de beschrijvingen van haar jeugd kleuren. |
334 |
Aan de hand van deze twee
biografieën wordt Etta's leven beschreven. |
335 |
En verder, nog steeds aan de hand
van Hardenberg en Koppius. |
336 |
Vega meldt in een noot dat Etta's
boek met de Aanmerkingen op Mirabeau niet alleen onder die
titel in het Nederlands is verschenen, maar ook onder de
titel De rechten van het Stadhouderschap verdeedigd,
tegen de Listen en Laage van eenige gebanne en gevluchte
Hollanders, en byzonder tegen den heer M***** voornaam
Patriotjespeelder. Zou kunnen, maar weet ik niets van.
|
337 |
Bij de beschrijving van Etta's
politieke stellingname gaat Vega in op het verwijt van
politieke inconsequentie bij Etta: vóór volksinvloed in
Frankrijk, tegen volksinvloed in Nederland. Dat doet ze door
te wijzen op het verschil tussen de Franse en Nederlandse
situatie en het verschil tussen de Franse revolutionairen en
de Nederlandse 'patriotten'. Die laatsten tellen zowel
aristocraten als democraten. Volgens Vega richt Etta zich
met haar boek tegen Mirabeau niet tegen democratische
verschijnselen, maar toont ze alleen loyaliteit jegens de
stadhouder. Daar ben ik het niet mee eens. Haar boek tegen Mirabeau is gewoon behoorlijk reactionair, maar dat is de manier waarop Etta dacht vóór de revolutie. Daarna pas komt er bij haar een ontwikkeling op gang richting democratische ideeën. Ik zie in Etta's opvattingen vóór en na de revolutie GEEN eenheid. Maar so what? De situatie is chaotisch, de omstandigheden veranderen bliksemsnel, de meeste mensen kunnen het niet bijbenen en komen in inconsequente denkpatronen terecht. |
338 |
Over Etta's afkeer van de
patriotten die volgens haar streefden naar een
aristocratische dictatuur. |
339 |
Tot hier over haar andere
politieke posities; vanaf hier over Etta's feminisme. |
340 |
Etta is zeker geen 'workingclass
woman', maar hoorde van oorsprong ook niet tot de elite.Ze
bewoog zich vrij moeiteloos, naar het schijnt, tussen de
sociale klassen heen. Ze keert zich tegen de rol van vrouwen
bij de elite en het sdoort van vrouwelijke macht dat berust
op koketterie en frivoliteit. |
341 |
Ze komt met andere vrouwelijke
deugden die nagestreefd moeten worden: moreel besef,
levendige verbeelding, gevoeligheid, sterkte en geduld bij
tegenslag en genereusheid. |
342 |
Volgen vermeldingen van en
citaten uit Etta's verhandelingen, omschreven als
'interpretations of the Enliehtenment’s natural rights
theory', . |
343 |
Daarbij maakt ze wel enig
verschil tussen mannelijke en vrouwelijke deugden, maar niet
veel. Opvallend verder is dat 'when addressing herself to
women, she consequently calls them ‘citoyennes’ or
‘concitoyennes’; when addressing herself to men, asking
their attention for her grievances, she refers to women in
their familial roles as daughters, sisters and mothers.' |
344 |
Ze is zich bewust van het feit
dat veel vrouwen de nastrevenswaardige deugden nog niet
bezitten en dat speelt een belangrijke rol in haar
pleidooien voor onderwijs. Daarnaast bekritiseert ze
mannelijk gedrag dat vrouwen niet tot hun recht laat komen
en pleit ook bij hun voor opcoeding in deugden. |
345 |
Dan komen we op Etta's oproep om
te komen tot een vrouwensociëteit en daarmee vrouwen een
grotere rol te geven in het revolutionaire proces. Ik denk
echter dat we niet helemaal moeten afgaan op de uitlatingen
die Etta daarover op 18 maart bij de Vrienden van de
Waarheid doet, omdat ze daarbij, volgens mij, ook een
tactisch spel speelt om het erdoor te krijgen. |
346 |
Vega keert terug tot de twee genoemde biografieën. |
347 |
|
348 |
Volgen de noten, waatbij de
genoemde oudere werken over Etta allemaal in het
bronnen-overzicht staan. |
Je bent hier: Opening
→ Bronnen → Judith Vega