Albert Mathiez heeft een hele rits boeken over de Franse
revolutie geschreven. In drie daarvan komt Etta voor:
● Le club des Cordeliers pendant la crise de Varennes et le
massacre du Champ de Mars, 1910, zie hier onder.
● La Révolution et les étrangers, 1918, zie mijn aantekeningen.
● Autour de Danton, 1926, zie mijn aantekeningen.
(Hardenberg noemt ook 'Les grandes journees de la Constituante,
Paris, 1913, maar daarin kom ik Etta niet tegen.)
In Le club des Cordeliers enzv beschrijft Mathiez de
rechtsvervolging, waar ook Etta slachtoffer van wordt, na de
moordpartij op de Champs-de-Mars. Het relaas stelt dat dit de
voorloper is van de terreur die straks gaat losbarsten, met zeer
vage instructies voor de opsporingsambtenaren en politieke
motieven achter de keuzes wie vervolgd moeten worden.
Buitenlanders blijken het eerste slachtoffer...
De politiechef van Parijs wordt door de assemblée nationale
ondersteuning beloofd, maar hij wordt zo goed ondersteund dat hem
nauwelijks initiatief gelaten wordt. Het comité de recherches' van
de assemblée doet eigen onderzoek en op haar eigen gezag worden in
de nacht van 18 op 19 juli negen buitenlanders gearresteerd,
waaronder Etta (baronesse d'Alders, die stoutmoedige betogen in de
Cercle Social had gehouden').
Hieronder achtereenvolgens:
■ een stukje tekst van de pagina's 198-199 van het boek
■ enkele notities over tegenspraken.
Dans la nuit du 18 au 19 le comité des recherches de l'Assemblée
fit arrêter, de son autorité propre, neuf personnes toutes
étrangères, parmi lesquelles le pauvre Rotonde, l'ennemi de
Lafayette, le juif Ephraïm, conseiller privé du roi de Prusse, la
baronne Palm d'Alders, une Hollandaise qui avait prononcé des
discours hardis au Cercle Social (1).
Le même comité recevait des dénonciations, désignait des témoins à
entendre, se tenait en communication constante avec l'accusateur
public et le bureau de police de la municipalité, bref, dirigeait
l'instruction (2).
Mathiez stelt de gevangenneming op de nacht van 18 op 19 juli,
Hardenberg schrijft de nacht van 17 op 18 juli.
Volgens Matthiez worden Etta en Ephraïm tegelijk vrijgelaten,
volgens Hardenberg wordt Etta een dag na Ephraïm vrijgelaten.
Mathiez schrijft dat Etta na drie dagen wordt vrijgelaten, maar
in zijn acht jaar latere boek La Révolution et les étrangers
schrijft hij dat ze 'bijna onmiddelijk' wordt vrijgelaten.
Je bent hier: Opening → Bronnen → Mathiez-2