AANTEKENINGEN bij Mr. B.S. Hempenius van Dijk, Huwelijkssluiting in de stad Groningen tussen 1594 en 1811, in Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconographisch Bureau 36, ’s-Gravenhage, 1982, pagina's 195-210

In de linkerkolom staan de paginanummers, rechts mijn aantekeningen.

195
Het huwelijksrecht in Groningen verandert ingrijpend als de stad per 1594 overgaat van de katholieke naar de protestantse godsdienst.
196
Uitleg over de situatie vóór 1594 als de rooms-katholieke kerk de nodige moeite heeft het kerkelijk huwelijk ingang te doen vinden, omdat het Germaanse recht sprak van een huwelijk als er seksuele gemeenschap geweest was. Dat heet in het katholieke recht een clandestien huwelijk..
197
De kerkordening van 1594
198
Paren die willen trouwen moeten eerst vergezeld van enige goede bekenden naar de stadssecretaris. Als die geen bezwaar ziet, geeft hij de namen door aan de voorgangers van de gereformeerde gemeente, die het op drie achtereenvolgende zondagen van de kansel afkondigen. Als een van hen van buiten de stad komt en nog geen drie jaar in de stad woont, moeten die afkondigingen ook in zijn/haar woonplaats geschieden en dat dat gebeurd is moeten ze aantonen door een attestatie.
Als niemand bezwaar maakt tegen het voorgenomen huwelijk, kan een predikant hen trouwen..
199
Vragen die gesteld moeten worden:
- Of zij de vereiste leeftijd hebben (18 jaar voor de man en 15 voor de vrouw);
- of ze niet in een verboden graad aan elkaar verwant zijn (neef en nicht mogen met elkaar trouwen, maar het wordt vanwege de openbare eerbaarheid wel afgeraden);
- wie hun ouders zijn;
- of ze toestemming hebben van hun ouders;
- of zij nog kinderen uit een eerder huwelijk hebben (dan moet daarmee eerst afgerekend zijn)
- en hoe het staat met hun middelen van bestaan.
(bruidegoms die militair waren moesten ook schriftelijke toestemming van hun commandant hebben)
200
De administratoren van de weeskamer als commissarissen tot de huwelijkszaken
201
De eerste jaren wisselt de verantwoordelijkheid voor de huwelijken nogal (eerst een raadsheer, dan de secretaris van de weeskamer, dan een hopman) maar vanaf 1630 is het voor vast bij de (19 mei 1613 opgerichte) stadsweeskamer. De weesheren ( er zijn er eerst drie en vanaf 1717 zijn er vier) treden dan op als commissarissen tot de huwelijkssluitingen en dat blijft zo tot 1811.
202
In 1724 een nieuwe instructie. De commissarissen moeten elke zaterdagavond om half zes in het vertrek van de weeskamer op het stadhuis zitting houden om verloofde stellen te ontvangen. Die konden ook volmachten sturen om namens hen te verzoeken om de drie afkondigingen.
Pas als alle vragen (zie hiervoor) bevredigend beantwoord zijn, mogen de namen worden ingeschreven in het proclamatieboek..
203
Van de gegevens van de inschrijving wordt een 'proclamatie-cedul of consent' gemaakt. De kosters van de drie kerken (Martinikerk, A-kerk & Nieuwe of Noorderkerk) moeten zaterdagavond ook aanwezig zijn om dat cedel in handen te krijgen.
Na het huwelijk moesten de kosters de cedels weer inleveren met aantekening van de dag dat het huwelijk voltrokken is en de predikant die dat gedaan heeft, en die gegevens worden dan overgenomen in het proclamatieboek.
204
De andersdenkenden
Geen aantekeningen gemaakt, want niet van belang voor Etta.
206
De huwelijkssluiting na 1795
Geen aantekeningen gemaakt, want niet van belang voor Etta.
208
De huwelijksproclamatie- en trouwboeken
Bijna alle proclamatieregisters zijn bewaard gebleven.

Je bent hier: OpeningBronnen → Hempenius