Ik kwam dit boek op het spoor doordat Francis Lacassin in 1970 in
een artikel, dat wordt vermeld op deze
pagina, verwees naar de naspeuringen naar Etta 'van
Hastier'. Maar die verwees slechts naar 'de historicus Louis
Hastier' en die bleek een complete boekenkast geschreven te
hebben. Het kostte nogal moeite om erachter te komen dat ik bij
het zevende deel van de Veilles Histoires, Etranges Enigmes
moest zijn.
Dat boek was in Nederland niet te bemachtigen, ook niet bij een bibliotheek (tot mijn frustratie had de KB wel de eerste zes delen van deze serie maar niet het zevende). Na veel gezoek heb ik het uiteindelijk op een Franse tweedehands-site (heel goedkoop) kunnen kopen.
Het gaat om het laatste hoofdstuk van dit boek, Une Mata-Hari au
XVIIIe siècle, de andere hoofdstukken zijn voor het onderwerp Etta
niet van belang. Hieronder een samenvatting met stukken tekst.
Ik snap nu ook waarom geen enkele Nederlandse bibliotheek het
heeft, want meneer Hastier is niet echt serieus te nemen, het hele
artikel druipt van de onzin. Daartussendoor staan stukken die al
bekend waren uit andere bronnen met heel af en toe een nieuw
feitje dat wel interessant is. Hierbij mijn aantekeningen.
Een beschrijving van het Cirque van het Palais Royal. In 1787, in
het midden van de tuin van het Palais-Royal, werd een gymzaal
ingericht voor le duc de Chartres. Op vijf meter diepte werd een
enorme zaal gegraven; een houten constructie, drie meter hoog,
overspant het; men komt binnen in het souterrain via de
ondergrondse galerijen.
Drie jaar later werd dat gebouw, genaamd het Cirque, omgebouwd tot
speelhuis; het diende ook als plaats van samenkomst voor bepaalde
politieke groepen, zoals de Cercle Social.
Daarna citeert hij Michelet die in Femmes de la Révolution
pagina 73 & 74 een inkijkje bij een vergadering biedt,
toewerkend naar Etta.
Nog steeds Michelet citerend, die abbé Fauchet beschrijft, die
onder andere wordt geflankeerd door une Hollandaise, de bon coeur
et de noble esprit, c'est Mme Palm Aelder, l'orateur des femmes,
qui prône leur émancipation.
Na ook de vermelding in Michelets Histoire de la Révolution
française te hebben genoemd, kondigt Hastier aan dat hij,
aan de hand van 'l'érudit ouvrage' van Hardenberg zal gaan laten
zien dat Etta Palm heel anders is dan Michelet schetst.
Tussenkopje Les prémices d'une aventurière, in welk
stukje hij haar jonge jaren beschrijft. Daar zitten wat foutjes
in, zo laat hij Christiaan Palm uit Haarlem komen in plaats van
uit Arnhem. Etta's vader noemt hij 'Jacobus Aelders van
Nieuwenhuys'.
Hastier volgt Mercurius wat betreft Etta's promiscuïteit, maar
gaat nog verder door te beweren dat het onmogelijk is te zeggen
wie de vader van haar dochtertje is. Volgens hem noemt ze zich in
Groningen al barones. Hij weet te vertellen (hoe in godsnaam) dat
Munniks naar Messina reist met twee koffers en wat boeken??
Hij schrijft Hardenberg over wat betreft de verhouding die Etta
enkele jaren zou hebben gehad met Grovestins en dat ze pas in 1773
in Parijs komt.
Tussenkopje A Paris. Hij beschrijft het medaillon dat
volgens hem Etta afbeeldt op 31-jarige leeftijd. Hij laat haar -
wat niet klopt - meteen bij aankomst te Parijs in de rue Villedo
wonen, welke buurt geheel bevolkt wordt door vrouwen van lichte
zeden.
Zijn beschrijving van de rue Villedo: eerste verdieping au dessus
de l'entresol: antichambre, keuken, boudoir, salon, slaapkamer.
Tweede verdieping een vliering, twee dienstbodenkamers en
commodités à l'anglais
Het wordt ingericht onder leiding van de architect van de koning,
de beroemde Bélanger, met werkzaamheden van peintres, ébénistes,
menuisiers, tapissiers et miroitiers.
Bij Hardenberg heet die architect Bellanger, maar in wikipedia ook
François-Joseph Bélanger (1744-1818).
Volgt verdere beschrijving van de inrichting. Un luxueux mobilier
garnissait les chambres: bergères, fauteuils, ottomanes, chaises
longues, garnies de velours d'Utrecht ou de satin, rideaux en
taffetas de couleurs variées, tables de piquet et de jacquet,
meubles en bois de rose ou marquetés, servantes en acajou,
trumeaux, tableaux, estampes. De nombreuses pièces d'argenterie,
un service de table en porcelaine, des verres et des carafes de
cristal brillaient sous les feux des lustres, des flambeaux et des
girandoles que reflétaient des glaces innombrables. Gardons-nous
d'oublier un meuble de la plus grande importance, le large lit à
la polonaise avec un dessus en moire de soie jaune qui encombrait
la chambre à coucher et divers utensiles de toilette
indispensables à l'occupante de ces lieux... et à ses visiteurs.
1781, zeven jaar na levering, willen de leveranciers hun geld
zien.
Het verhaal over de schuld aan M. de Pinval van 10.000 livres,
waarvoor ze hem haar (niet-betaalde) meubelen verkoopt, die ze
daarna tegen 1000 livres per jaar huurt.
Daarna begint hij vrijelijk te fantaseren over haar bezoekers.
Over de missie in 1778 naar Nederland.
Volgens hem ontmoet zij daar ook Munniks - die hij opvoert als
Engelse spion, dat is onzin, want Munniks begint pas na 1795 voor
Engeland te spioneren, dus pas tientallen jaren later. En zowel
Etta als Munniks zullen later verklaren elkaar tijdens haar missie
in 1778 niet gezien te hebben.
Hij meldt dat de missie in februari is en ze in maart weer terug
in Parijs is.
Volgens hem gaat ze in 1781 in de Rue Favart wonen, maar dat moet
zijn 1783 want dan is het gebouw pas klaar.
Hastier komt er niet uit of ze in de Rue Favart op nummer 348
woont of op nummer 1, wat logisch is omdat beide aanduidingen
voorkomen. Ik hou het op haar nummer 1. De redenering staat bij de
paragraaf over de rue Favart op deze
pagina.
Hij citeert Choudieu en Oelsner over Etta. Hij noemt Maillebois haar minnaar, naar aanleiding van de gevonden betaalbewijzen.
En volgens hem is zelfs Lampsins haar minnaar. Dit is nog erger
dan Hardenberg!
Hij introduceert Van de Spiegel en die weet via de ambassadeur van
Pruisen dat 'Mdame d'Aelders était en relation directe avec la
soeur de son souverain'. Het woordje 'son' zal slaan op de
ambassadeur van Pruisen en dan wordt dus Wilhelmina van Pruisen,
de echtgenote van Willem V bedoeld.
Hij verkondigt onzin over Etta's spionage voor Pruisen. Hier
begint de paragraaf Werken voor Nederland.
Hier citeert Hastier uit brieven van Van de Spiegel aan Etta in
1788 en 1789.
Latere, al bekende brieven van Van de Spiegel en de uitlatingen
van Hentzy.
Verder met de brieven van Van de Spiegel en enkele van Etta, die
hij allemaal zal hebben overgenomen uit Colenbrander, maar dan
gaat hij interpreteren.
1) Dat er geen latere brieven van haar zijn komt omdat Van de
Spiegel haar had gevraagd hem niet zoveel stukken meer toe te
sturen. Onzin, ze schreef wel, blijkt uit de antwoorden van Van de
Spiegel, maar die brieven zijn niet bewaard gebleven.
2) Met zijn brief van 2 september 1791 neemt Van de Spiegel
afscheid van haar. Klopt niet want Van de Spiegel schrijft haar in
1792 diverse keren.
3) Gepikeerd dat Van de Spiegel haar niet meer wil, wordt Etta
feministe. Kolder en door de data aantoonbaar onjuist.
Hier begint de paragraaf Een vurige feministe.
Hij citeert l'Orateur du peuple over haar interruptie. Daarna volgt het Discourse.
Veel citaten uit het Discours.
En de navolgende informatie zal allemaal uit Le bouche de fer
komen.
Haar verhaal van 18 maart 1791 (over de binnen- en buitenlandse
vijanden van de revolutie en over de oprichting van een club voor
vrouwen) wordt voorgelezen door Fauchet.
Daarna gaat hij door over de Vriendinnen van de Waarheid maar
zonder dat duidelijk te zeggen waardoor het warrig wordt.
Hij zegt dat 15 april het programma van de Vriendinnen wordt
gepresenteerd aan het overkoepelend orgaan van de Cercle Social,
dat het lidmaatschap 3 livres per maand is en dat dat geld zal
worden besteed aan liefdadigheid.
Over artikel 13 van de wet op de politierechtbanken met de
overspel-clausule. En volgens hem (maar ik vertrouw het niet) is
de oproep aan de 48 wijken ook in juli. Dan begint hij echt alles
door elkaar te halen. Zo voert hij Albertine op die dan al heel
lang niet meer in Frankrijk is.
Hij beweert dat Etta op 1 april 1792 niet bij de nationale
vergadering geweest is, want hij heeft dat in het verslag van de
vergadering niet kunnen vinden. Maar het staat er wel degelijk, zie hier.
Volgens Hastier houdt haar interesse in vrouwenzaken al snel op.
Op pagina 288 is het tussenkopje Een galant intermezzo
over Etta en Claude Basire.
Hij citeert een pamflet over Théroise de Méringcourt en Basire:
La Théroigne de Méricourt
A vaineu le coeur de Basire,
Et la Jacobine à son tour
Éprouve le feu qu'il inspire.
On ne sait, en voyant uni
Ce couple d'une telle espèce
Qui des deux est le mieux puni,
De l'amant ou de la maîtresse.
Hij noemt Chabot een vroegere minnaar van Etta en meer van dat
soort ongein. Tenslotte haar brief aan Basire waar weer veel
Franse taalfouten in zouden staan. Hastier vraagt zich af of
Colenbrander alle fouten uit de brieven die hij citeert, gehaald
heeft (en volgens mij heeft Colenbrander dat inderdaad gedaan).
De hele brief van Etta aan Basire wordt geciteerd.
De hele volgende brief aan Basire wordt geciteerd. Op die brief zou door een derde geschreven zijn: 'Van de Baronesse d'Aelders, Nederlandse die werkt voor het huis van Oranje, wonend rue Favart No 1'.
Daarna komen de kladjes van de brieven die Basire later aan Etta
geschreven heeft. NB: Alle hier genoemde brieven zijn
bereikbaar via de pagina Brieven.
Vertrek Etta naar Nederland en veroordeling Basire.
Tussenkopje Au service de la France
Hij geeft data dat haar bezittingen in de Rue Favart in beslag
worden genomen, en die had ik nog niet.
Op 25 juni 1794 begeven drie leden van het revolutiennaire
comité van de sectie Peletier zich naar Etta's woning in de Rue
Favart. Ze nemen drie bundels papier van 105, 24 en 43 vel in
beslag en geven die in een beschermhoes af aan het Comité du
Sûreté General Ze worden 24 april 1795
geïnventariseerd en op 8 en 9 september 1795 gaat men over
tot de verkoop van de inboedel van de émigré Daalder..
Hastier heeft blijkbaar van Hardenberg de twee brieven ontvangen
die Achterneef vanuit Den Haag gezonden heeft (die Hardenberg dus
NA zijn boek in handen gekomen zijn). Blijkbaar weet hij dat Etta
onderdak heeft bij juffrouw Gedet. Begrafenis is 29 maart om zes
uur 's morgens.
Je bent hier: Opening → Bronnen → Louis Hastier