H
Er komen diverse geslachten in voor die aan de De Sitters
geparenteerd zijn, maar zelf staan ze er niet in.
15 |
Instroom van Oldambster families
in het stad-Groninger regentenpatriciaat begon al in 1594,
toen Eggerik Phebens uit Midwolda raadsheer werd. Daarna
Johan Huninga, |
16 |
Hier begint het over de 'gezworene meente' |
20 |
Het regentengeslachte Drew(e)s, dat zich
later De Drews noemde, was eveneens tot de homini novi te
rekenen, maar reeds vrij snel na 1594 tot de magistratuur
doorgedrongen. Het is trouwens een van de weinige
regentenfamilies die van vader op zoon gedurende de hele
periode van de Republiek onafgebroken (vijf generaties) op
het pluche aan de Grote Markt bleven zitten. Onder hen
brachten vier opeenvolgende Johans het tot burgemeester. |
23 |
De grote tegenstellingen en controverses
tussen Stad en Ommelanden waren vanaf 1750 wel zo'n beetje
voorbij. |
31 |
Burgemeesteren en raad van de stad Groningen
waren het machtigste college in de provincie. Volgt uitleg
over verkiezing B & R, geëmailleerde bonen, enzv Plus de gewoonte om als je niet in de raad kon zitten, je een landelijke of provinciale functie waarnam. |
35 & 37 |
In de tabellen komt voor Werumeus. Er zijn verboden verwantschappen, twee mensen die te nauw aan elkaar verwant zijn kunnen niet tegelijk in de raad zitten. |
41 |
Niet-mogelijke combinaties van handel en
regentschap. Plus (tav het lidmaatschap van de gezworene
meente) het verbod op het uitoefenen van een nering of
handwerk wijst ook reeds in de richting van een zich
voltrekkende sociale scheiding binnen de burgerij: de
'werkenden', hoe respectabel ook, en de regeerders, die het
doen van handwerk of het uitoefenen van een beroep überhaupt
in toenemende mate niet meer in overeenstemming met hun
status achtten. |
42 |
Clinge genoemd als voorbeeld van hoog ambt
ter voorbereiding op raadsheerschap. Ook genoemd wordt
Herman Gesseler (=degene die later Wolter Reinolt
verkettert). |
43 |
Wederom Gesseler en een mooi verhaal over
Trip, die tweede secretaris werd in 1749. |
44 |
Over carrière maken door met een
regentendochter te trouwen, wat Feenstra betwijfelt... |
48 |
De regenten van de achttiende eeuw waren
heren geworden die hadden gestudeerd en, zo ze al geen
renteniers waren geworden, alleen nog overeenkomstige
beroepen (ambten) uitoefenden. |
50 |
Over het geschuif met raadsleden om in
1749-1751 het verwantschapsprobleem op te lossen |
Bijlagen |
Er zijn bijlagen met informatie over enkele
regentengeslachten. In die met een sterretje ervoor wordt
verwezen naar gegevens uit het archief De Sitter: Alstorphius Amsingh Bennema Berghuis Broyels Coehoorn * Drews Eilerts Emmius Eyssonius Guichart Melis * Phebens Tiaerda-De Cock-Geertsema * Uchtman * Van Julsingha Van Wartum |
Je bent hier: Opening → Bronnen → Feenstra