AANTEKENINGEN bij De uitgewekenen uit Nederland naar Frankrijk, 1787-1795. Eene schets door Mr. J. Dirks, in Vaderlandsche Letteroefeningen 108 (1868), p. 69-120

Op de site van de DBNL zijn deze Vaderlandsche Letteroefeningen, en dus ook het artikel van Dirks, op te halen door de titel als zoekterm te gebruiken. De paginanummers in de linkerkolom hieronder corresponderen met die digitale versie.
Dirks noemt Etta niet, maar zijn stuk helpt om een beeld te krijgen van de uitgewekenen waarmee Etta zulke heftige conflicten had. Dat dan in samenhang met Rosendaal, zie de aantekeningen daarbij, die een stukken minder negatief beeld dan Dirks van hen schetst.

69
'... we zien hoe een tabakskooper George Hendrik de Wilde (zie oa mr. J. van Lennep, Een wakker man, in het jaarboekje Castalia, jaarg. 1868, naar mededeelingen van diens wakkeren mans kleinzoon) aan het hoofd van zijne Amsterdamsche schutters en eenige Geldersche en Friesche patriotten, de Pruissen niet alleen afweert, maar hen zelfs uit hunne verschansingen verdrijft'.
70
§ 1. Beweegredenen. Stand. Aantal. Onderstand. Twisten. Bezigheden der Uitgewekenen. 1787-1795.
Mooi stukje over de verschillende motieven om patriot te zijn.
71
'Mensen die (zooals van der Palm eens van zich zelven getuigde), wat gekeesd hadden.'
Patriotten hadden de verwachting van een 'spoedig herstel der zaken naar hunnen wensch'.
72
Hij maakt veel werk van mensen die om oneigenlijke redenen uitweken.
73
Volgens hem moedigde de Fransen in eerste instantie het uitwijken aan want Frankrijk 'wenschte enkele takken van Nederlandsche industrie, b.v. haringvisscherij en haringkaken, op Franschen bodem door deskundigen over te planten'.
74
Volgens dit verslag gaat de bedeling tamelijk willekeurig.
75
Te Antwerpen waren er september 1787 dagen 'dat aldaar 80-90 te gelijk aankwamen'. Daar is een sociëteit met honderden Nederlanders, maar na een jaar gaat het dicht om 'het onreine goedje' buiten te houden.
76
Rijkere emigranten trekken naar Brussel, Parijs of Zwitserland, armere naar St. Omer en omgeving. Groot onderscheid in rang en stand, maar het 'zij opgemerkt, dat, naarmate de denkbeelden van égalité, fraternité, ook bij de in Frankrijk wonende emigranten zich ontwikkelden, en eindelijk tot een idée fixe zich verhieven, in diezelfde mate ook elk onderscheid van rang meer en meer misnoegen, tweespalt en verdeeling onder hen moest verwekken'.
77
'Voor dat de égalité en en fraternité geheel uitgebroed waren is het vermakelijk om de staaltjes te lezen van titel- en rangzucht onder de uitgewekenen.'
78
Per 7 april 1788 werden te St Omer 1298 personen met 13698 livres per week bedeeld. Onder de voornamen wordt genoemd Gevaerts, wordt daar Gevers mee bedoeld?
79
'Deze onderstand liep van 48 tot 6 franc per week en kwam het Fransche Gouvernement gedurende de jaren 1787-1795
op tonnen schats te staan..Reeds den 5. Mei 1789 verklaarde de Minister van Finantiën Necker, bij het openen der Staatsvergadering in Frankrijk, dat hij toen ruim fr. 829,000 aan de uitgewekenen Hollanders betaald had en jaarlijks zou betalen.' Hij praat steeds over francs, maar er waren toen livres. Lijst per provincie en hoeveelheid onderstand, uit de Franse begroting.
80
Mensen die 6 francs per week trekken 'wijst ons reeds aan, dat zeer velen tot de lagere volksklasse behoorden, voor wie hunne onbekendheid met de Fransche taal het des te moeijelijker moest maken om hun brood zelf te verdienen'.
81
Frankrijk waarmede de patriotsche partij een verbond had gesloten op den 10. November 1785. Mirabeaus boek doet ze goed.
82
Er zijn enkele pogingen Nederlandse industrie te vestigen, een scheepstimmerwerf, een zeilmakerij, turfafgraving. Maar dat leidt tot spanningen.
83
'Te St. Omer liep de verdeeldheid in de aldaar in Maart 1788 opgerigte Hervormde gemeente zóó hoog, dat zij in 1790 zich in twee deelen scheide.'
84
Zelfde constatering als in Rosendaal: men werd radicaler naarmate het Jacobinisme vorderde.
Achteraf bezien: wat was ons patriotismus over het algemeen anders, dan een begeerte, om herstel van eenige gebreken in het bestuur, en vooral van geschondene Voorrechten, enz. Wie heeft toch immer een oogmerk gehad om een geheel nieuwe regeeringsform, op zulke onwrikbare gronden te vestigen?'
85
Eind 1792: ‘Pourquoi les patriotes Bataves, qui ont chez eux de l'argent et des moyens, ne font ils pas leurs révolutions eux-mêmes? Ou pourquoi n'offrent ils pas cent millions à la Nation Française, pour lui donner les moyens de l'effectuer?
90
conflictgeschriften tussen Beyma en Valckenaer: als met de kijverij tusschen kok en keukenmeid
91

92
§ 2. Van September 1787 tot 1 Julij 1788. C.L. van Beijma, Commissaris der uitgewekenen, 28 Januarij - 1 Julij 1788.
93
Januari 1788 kwamen te St Omer omtrent 400 Hollanders aan,
94

95
'In het laatst van Febr. 1788, beliep het getal der vlugtelingen te St. Omer en Gravelines die onderstand genoten 1025.' Maart 1788 kwam het bevel geen mensen meer naar St Omer te zenden.
96
Repatriering van sommigen die onder de amnestie vielen.
97
Veel gedoe over onderstand, voor Etta niet van belang.
98
§ 3. Van 1 Julij 1788 tot Mei 1791. De commissaris Collignon. - Grieven.
99
Er is constant ruzie over de rechtvaardigheid waarmee die steun onder de uitgewekenen verdeeld werd
100
idem
101
idem
102
Wat betreft het onderhoud hetwelk hun was toegestaan, dat is een gunstbewijs (une grace) van Z.M
103
'Ronde taal van het Hollandsche hart aan het oor van het Fransch Ministerie.'
Twijfel of het ministerie wel doet wat de koning wil, 'een Koning zoo zachtzinnig, zoo regtvaardig, zoo weldadig, met zulk een menschlievend karakter als Lodewijk XVI'.
104
Een lofspraak op 'dien goeden, braven koning', ‘de hem onwaardige ministers te doen uitkomen, door wie hij is bedrogen'.
105
De jaarlijksche som werd nu bij een provisioneel decreet van 3 Aug. 1790 op 829.448 livres, gesteld

§ 4. Mei 1791 - Jan. 1795. Pogingen tot Herstel. Het Bataafsche Legioen en het Comité Révolutionair.
106
Men gaat zich steeds minder tot de ministeries wenden en steeds meer tot het opkomende jacobinisme. Het eerste aan te bieden adres aan de Nationale Vergadering, reeds in Mei 1790 opgesteld, werd ‘om bijzondere (ons onbekende) redenen’ eerst in Mei 1791 ingeleverd. Volgt omschrijving van de inhoud van het adres.
107
In het adres, door eenige uitgeweken Hollanders aan de Nat. Verg. den 19 Jan. 1792 aangeboden en aldaar voorgelezen, drong men op nieuw op regeling dier zaak (regeling van de onderstand) aan.
108
Geciteerd wordt de ronkende reactie van d'Averhoult, die dan de Nationale Vergadering voorzit.
Er is sprake van de oprichting van een Bataafsch Legioen, maar uiteindelijk wordt het een Legion Etrangère met ook andere nationaliteiten.
109
Oktober 1792 eerste uiting Comité Revolutionair: Als één man moet ieder landgenoot met ons opkomen en ons met al hun macht bijstaan... zoo niet, dan verklaren wij solemneel, dat wij alle degeenen, die 14 dagen na de bekendmaking dezes, zich door eenige handelwijze tegen onzen voor de zaak des volks gemanifesteerden goeden wil zullen verzetten, op alle mogelijke wijze, zullen vervolgen en als vijanden van ons lieve Vaderland en haters der algemeene vrijheid tot den laatsten toe zullen trachten uit te roeijen. (= citaat uit Aan het volk van Nederland)
110
Pamflet 18 januari 1793 komt uit Antwerpen. Het bevat bijna niets anders dan bedreigingen uit naam van het Comité Révolutionair
De tegenpartij wordt daarin genoemd ‘vijand des vaderlands en der volksvrijheid, gezworen onderdrukker en tyran, een pest van den Staat, die men zooveel mogelijk afbreuk moet doen, uitroeijen en verdelgen'.
111
Veel verslag van de avondzitting van 21 December 1792 der Société des amis de la liberté et de l'égalité, séante aux Jacobins, rue Saint-Honoré waar eene ‘députation Batave’ verschijnt.
113
Tegenwerping: Waarom, zoo vroeg men, bieden de Bataafsche patriotten geen honderd millioen aan de Fransche natie aan om eene revolutie te bewerken als zij die zelf niet maken?
Toen het Fransche dekreet van 1 Febr. 1793 den oorlog aan den stadhouder Willem V. had verklaard, vervoegde zich de Députation Batave, op den 1 Febr. 1793 bij de Nationale Vergadering.
115
Over de oorlogshandelingen van begin 1793.
Wij hebben uit haat van den dwingeland zelfs den naam van Hollanders afgezworen, om dien aan te nemen van onze voorvaderen de Batavieren.
117
§ 5. De terugkeer, 1795.
119
Friesland stelt geld ter beschikking voor terugkeer: De eerste voornaamste uitgewekenen kwamen te Leeuwarden op 10 Febr. 1795 en werden aldaar door Annaatje Bakker, namens de burgerdochteren, begroet

Je bent hier: OpeningBronnen → Dirks