De officiële opening is 23-25 augustus 1614.
Groningen heeft aan de Roomse tijd een overvloed aan voormalige kloosters en conventen overgehouden, dus hoeft er nauwelijks nieuwbouw gepleegd te worden. Het Minderbroedersklooster met bijbehorende kerk, het Vrouw Menoldaconvent en het Vrouw Sywenconvent, alles rond de Broerstraat, worden omgebouwd tot collegezalen, senaatskamer, academiekerk en professorenwoningen.
Wel nieuw is een langgerekt Academiegebouw, veertig meter lang en
slechts één verdieping hoog, met daarin de Academiepoort. Zodoende
ontstond een Academieplein van 19 bij 28 meter dat het hart van de
universiteit vormt. Omringd door een zuilengalerij van vier meter
breed waar je kan schuilen als het tijdens plechtigheden regende.
In de sacristie van de voormalige kloosterkerk, nu Academiekerk,
wordt een anatomisch theater (een snijzaal) gebouwd voor
aanschouwelijk anatomische onderricht. Daarboven is de bibliotheek
van de universiteit gevestigd.
Er is ook een beurs of burse, waar de armlastiger studenten tegen geringe vergoeding zowel middagmaaltijd als avondmaaltijd kunnen gebruiken. Met vastgestelde menu's.
En tenslotte komt er wat later een hortus botanicus, in de Rozenstraat in de stadsuitleg.
Er wordt midden zeventiende eeuw nog wel een en ander geknutseld
aan het voormalige klooster, maar volgens Van berkel moet de
universiteit het tot in de negentiende eeuw met deze gebouwen
doen.
Op een gegeven moment komt er ook een een chemisch laboratorium,
maar dat wordt vanaf 1747 nogal verwaarloosd.
Enkele notities, met paginanummer, bij Jacob Gummers, de
vermoedelijke zwager van Jan Munniks:
(322) Jacob Gummers doet als student mee aan experimenten
van Van Doeveren. Volgens een not schrijft hij zich 3 augustus
1750 in bij de universiteit, en promoveert hij op 6 mei 1761 in de
geneeskunde.
(369) In 1763 laat Van Doeveren een graf schenden om een
autopsie te kunnen doen. Noot hierbij: Ook de lutherse medicus
Jacob Gummers, alias De kakkepil, die in de stukken als handlanger
van Van Doeveren figureert, ging vrijuit.
(389) Gummer is in 1795 geneesheer van het Groene
Weeshuis.
Over het Letter- en Wetenschapoeffenend Genoodschap wordt in een
noot gemeld dat ook Jacob Gummers lid is.
Je bent hier: Opening → Bronnen → van Berkel