TRANSCRIPTIE en VERTALING van een brief van Etta aan stadhouder Willem V dd 24 maart 1794

Deze brief bevindt zich in invnr 746 van het Archief van stadhouder Willem V Batavus dat met toegangsnummer A31 berust bij het Koninklijk Huisarchief. Zie een overzicht van alle stukken die uit dat archief opgenomen zijn.


Drie kantjes. Eerst de transcriptie, dan, onder de balk, de vertaling. Twee dagen voordat ze in deze brief vraagt om de Gazette de la Cour, heeft ze aan raadpensionaris Van de Spiegel gevraagd om de Gazette de La Haye, zie hier. Voor zover bekend heeft ze op beide brieven geen antwoord gehad.


Transcriptie

Monseigneur

La mort de Mr Gosse a fait vaquer la privilege de deux gazettes. Me seroit il permis, Monseigneur, de vous prier de m'accorder cellui de la Gazette de la Cour?

Si Votre Altesse Serenissime daigne m'accorder cette faveur, je pouvais par un travail assidu rendre cette gazette utile, amusant et instructif, et ainsi me procurer une existance honnette au sein de cette patrie que j'ai servi avec tant de zele depuis dix ans, ou je traine une existance malheureuse pour avoir voulu prevenir cette guerre cruelle qui l'accable.

Depuis 1786 jusque en 1792 je n'ai cesse de donner des preuves de mes moyens dans le

(vel 2)

genre de travail, en defendant ma patrie, sa constitution, votre Illustre Personne et celle de votre Royale Epouse, Monseigneur, contre le sifflement vénimeux de ses aspics de toutes couleurs. Je suis en etat de vous en montrer encore des preuves, Monseigneur, si dans les tems on vous les a laissé ignorer.

La veuve Gosse sollicite, dit on, les privileges tout deux. Si vous croijé devoir lui accorder la preference, Monseigneur, ne pouroit on pas me donner pour associér, puisqu'elle sera obligé de payer des auteurs ecrivains que je pourois epargner, et certes il ne faut pas un grand talent pour surpasser l'ecrivailleur actuel.

Daigné, Monseigneur, avoir égard a la penible position d'un ancien et fidel serviteur feminin, celle qui vous fit prevenir du complot formé par des schelerats pour enlever les papiers du feu Duc de Brunswijk, celle qui detourna le ministre francois d'envoyer des ordres pour la marche du camp de Givet contre les troupes

(vel 3)

prussiennes en Hollande, celle qui a refuser une brilliante fortune, abbandonné ce qui pouroit mettre sa vielliesse a l'abris de l'indigence pour rester fidelle a sa patrie, n'a t'elle pas droit d'esperer, Monseigneur, que vous daignerai lui accorder une grace qui, nuisible a personne, me procurera le mojens de vivre par un travail honnette.

J'ai l'honneur d'etre avec le plus profond respect

La Haye le 24 mars 1794

Monseigneur
De Votre Altesse Serenissime
tres humble et tres obbeissante servante
veuve Palm nee d'Aelders

Chez Tak in de Hofstraat


Vertaling

Excellentie,

Door het overlijden van mijnheer Gosse is het privilegie op twee kranten vervallen. Staat u me toe, monseigneur, u te vragen mij dat van de Gazette de la Cour toe te kennen?

 Indien het uw doorluchtige hoogheid zou behagen om me die gunst te verlenen, zou ik de krant door een volgehouden arbeid nuttig, amusant en informatief maken en mij op die manier van een eerlijk bestaan verzekeren in dat vaderland dat ik sinds tien jaar met zoveel ijver dien, en waar ik zo’n ongelukkig bestaan leid omdat ik heb getracht die wrede oorlog die haar te neer drukt te verhinderen.

Van 1786 tot 1792 heb ik onophoudelijk bewijzen gegeven van mijnj werkzaamheid, om mijn land, zijn grondwet en uw doorluchtige persoon en die van uw koninklijke echtgenote, te verdedigen, Excellentie, tegen het giftige gesis van die adders van alle kleuren.

Ik kan u daarvan nog de bewijzen tonen, Excellentie, mocht men u daar indertijd over in het ongewisse hebben gelaten .

De weduwe Gosse vraagt, zo zegt men, om allebei de privilegies te krijgen. 

Indien u haar dat toekent, Excellentie, zou het dan niet mogelijk zijn om mij als associée te nemen, aangezien ze verplicht zal zijn om schrijvers te betalen die ik haar kan besparen en er zeker geen groot talent nodig is om het huidige schrijverscorps te overtreffen.

Dat het u behage, monseigneur, om rekening te houden met de penibele situatie van een oude en trouwe vrouwelijke dienaar, degene die u liet waarschuwen tegen het complot van de schurken om de papieren van de hertog van Brunswijk te ontvreemden, zij die de Franse minister ervan deed afzien om orders te sturen die het kamp van Givet hadden doen oprukken tegen de Pruisische troepen in Holland.

Zij die een briljant fortuin heeft geweigerd, die om trouw te blijven aan haar vaderland heeft achtergelaten wat haar in haar oude dag had kunnen behoeden voor armlastigheid, heeft zij geen recht, Excellentie, om te hopen dat het u zou behagen om haar een gunst toe te kennen die mij, zonder iemand te schaden, de mogelijkheid zou bieden om te leven van eerlijke arbeid.

Ik heb de eer om met het diepste respect te zijn,

Den Haag, 24 maart 1794,

Excellentie,
van uw doorluchtige hoogheid de zeer nederige en zeer gehoorzame dienares,
Weduwe Palm geboren d’Aeldens

Bij Tak in de Hofstraat



Je bent hier: OpeningBronnenKH → brief 24-03-1794