Deze brief bevindt zich in invnr 746 van het Archief van stadhouder Willem V Batavus dat met toegangsnummer A31 berust bij het Koninklijk Huisarchief. Zie een overzicht van alle stukken die uit dat archief opgenomen zijn.
Drie kantjes. Eerst de transcriptie, overgenomen uit Schenkeveld
met enige kleine aanpassingen en eronder, onder de balk, de
vertaling.
Monseigneur
L'espoir de récouvrér quélques sommes escroqués a ma jeunesse
m'appelle a Amsterdam. Si je pouvois etre assez heureuse de vous
etre de quelque utilité, Monseigneur, dans cette capitale ou
partout aillieurs, les comissions plus dificiles, les plus
perilleuse pour le bien de ma patrie et ses chefs seront celles
que j'ambitionnerais le plus, lorsqu'elles ne sont pas contraire a
mon devoir.
Depuis longtems, Monseigneur, j'ai ambitioné l'honneur de mettre
sous les jeux de Votre Altesse des preuves non equivoque de ma
fidellité dans tout les tems a ma patrie, a sa
constitution et l'illustre maison d'Orange.
Ce n'est pas dans quelque pages d'ecriture que cela consiste, non
Monseigneur, mais toute ma carriere politique depuis 1778, jusque
en 1788,
depuis cet epoque elle a eté sous les jeux de M. le Conseillier
Pensionaire, elle consiste dans mon zele active a decouvrir et
dejouer les complots des ennemis de la constitution de cette
Republique, sans aucun interest personel mais en sacrifiant tout.
Oui Monseigneur, j'ose me vanter et peut prouver d'avoir
repousser une brilliante fortune a partager avec ce qui m'ettois
le plus cher au monde en 1787, pour rester fidelle a mes
principes. J'ai fait plus, Monseigneur, j'ai bravé deux lettres de
cachet lancé contre moi et parvenu a empecher en parti leur
execution.
Je n'ai fait que le devoir d'un ame vertueux par instinct et non
par methode, je le sais, ausi ne m'en suis je jamais fait une
merite vous ignor jusque a mon existance, Monseigneur, lorsque je
passa 3 jours dans un certain cabinet a Versailles pour
persuader le premiere ministre de l'injustice de faire marcher le
camp de Givet contre les troupes Prussiennes en Hollande, mais je
ne puis me défendre du desir qu'avant de mourir ou de quiter ma
patrie je puisse mettre tout le tablau
sous les jeux de Votre Altesse Serenissime. Voila mon ambition,
moins encor pour moi que pour prouver q'une sexe qu'on dédaigne
comme faible et sans caractere a quelque fois plus de forces
morales que la plus part de ceux qui se disent leur etre superieur
par un décret de la nature.
J'ignore pas, Monseigneur, qu'il y a toujours des persones qui se
mettent entre les princes et la verité et qui peuvent croire de
leur interest de me tenir eloignés. Qu'il soyent donc tranquille,
ces ames laches! La mienne et au desu de l'envies et ne saurais
etre délateur tant que le salut de la patrie n'en est pas
compromis.
J'ai l'honneur d'etre respectueusement
Monseigneur
votre obbeissante servante
Veuve Palm nee D'Aelders21
La Haye le 29 may 1793
Bij de h. Tak in de Hofstraat
Monseigneur,
De hoop om de hand te kunnen leggen op enkele bedragen die mij tijdens mijn jeugd werden ontfutseld, roept mij naar Amsterdam. Mocht ik maar het geluk smaken u van dienst te zijn, Monseigneur, in deze hoofdstad, of waar ook. De moeilijkste en gevaarlijkste opdrachten voor het welzijn van mijn land en zijn bestuurders zijn diegene die ik het meest ambieer, wanneer ze niet indruisen tegen mijn plicht.
Sinds lang, Monseigneur, koester ik de eer om in de ogen van Uwe
Hoogheid nooit geëvenaarde bewijzen te leveren van mijn trouw, ten
alle tijden, aan mijn vaderland, aan zijn grondwet en aan het
luisterrijke Hof van Oranje. Dat betreft niet enkele geschreven
vellen, nee Monseigneur, heel mijn politieke loopbaan sinds
1778 tot in 1788, vanaf die periode werd zij nauwlettend gevolgd
door de heer raadpensionaris, bestaat in mijn actieve betrachting
complotten van vijanden van de grondwet van deze republiek te
ontdekken en te verijdelen. Dit alles zonder enige persoonlijk
winstbejag, maar geheel onbaatzuchtig.
Ja, Monseigneur, ik durf me erop te beroemen en ik kan bewijzen
een briljant fortuin te hebben opgeofferd dat ik wilde delen met
diegene die mij in 1787 ter wereld het meest dierbaar was, om
trouw te blijven aan mijn principes. Ik heb meer gedaan,
Monseigneur, ik heb twee opsluitingsbevelen tegen mij
onderschept en ben erin geslaagd gedeeltelijk te voorkomen
dat zij werden uitgevoerd.
Ik heb enkel de plicht gedaan van een deugdzame ziel, instinctief
en zonder berekening. Ik weet het, op deze manier heb ik nooit lof
geoogst, in die mate dat mijn bestaan u onbekend was, Monseigneur,
wanneer ik drie dagen doorbracht in een zeker kabinet te
Versailles, om de eerste minister te overtuigen van de
onrechtvaardigheid om het legerkamp van Givet te doen
marcheren, tegen de Pruisische troepen in Nederland.
Maar ik kan mij niet ontdoen van het verlangen om vooraleer ik
sterf of vooraleer ik mijn vaderland verlaat voor de ogen
van Uwe doorluchtige Hoogheid het gehele tafereel te schetsen. Zie
hier mijn ambitie, minder nog voor mijzelf dan om te bewijzen dat
een sekse die men minacht als zwak en karakterloos, soms
meer morele kracht bezit dan het merendeel van hen die zichzelf
bestempelen als zijnde superieur door een wetmatigheid van
de natuur.
Ik weet wel, Monseigneur, dat er steeds personen zijn die zich
stellen tussen de prinsen en de waarheid, en die menen dat het in
hun voordeel is om mij op afstand te houden. Zij kunnen gerust
zijn, die laffe zielen! De mijne is boven jaloersheid verheven en
ik zal hen niet verraden zolang het heil van het vaderland
hierdoor niet in het gedrang komt.
Ik heb de eer met de meeste hoogachting te verblijven,
Monseigneur,
Den Haag, 9 mei 1793
Uw gehoorzame dienares, weduwe Palm geboren d’Aelders
Bij dhr Tak in de Hofstraat
Je bent hier: Opening
→ Bronnen → KH
→ brief 29-05-1793