TRANSCRIPTIE en VERTALING van een brief van Etta aan stadhouder Willem V dd 29 mei 1793

Deze brief bevindt zich in invnr 746 van het Archief van stadhouder Willem V Batavus dat met toegangsnummer A31 berust bij het Koninklijk Huisarchief. Zie een overzicht van alle stukken die uit dat archief opgenomen zijn.

Drie kantjes. Eerst de transcriptie, overgenomen uit Schenkeveld met enige kleine aanpassingen en eronder, onder de balk, de vertaling.


Transcriptie

Monseigneur

L'espoir de récouvrér quélques sommes escroqués a ma jeunesse m'appelle a Amsterdam. Si je pouvois etre assez heureuse de vous etre de quelque utilité, Monseigneur, dans cette capitale ou partout aillieurs, les comissions plus dificiles, les plus perilleuse pour le bien de ma patrie et ses chefs seront celles que j'ambitionnerais le plus, lorsqu'elles ne sont pas contraire a mon devoir.

Depuis longtems, Monseigneur, j'ai ambitioné l'honneur de mettre sous les jeux de Votre Altesse des preuves non equivoque de ma fidellité dans tout les tems a ma patrie, a sa constitution et l'illustre maison d'Orange.

Ce n'est pas dans quelque pages d'ecriture que cela consiste, non Monseigneur, mais toute ma carriere politique depuis 1778, jusque en 1788,

(vel 2)

depuis cet epoque elle a eté sous les jeux de M. le Conseillier Pensionaire, elle consiste dans mon zele active a decouvrir et dejouer les complots des ennemis de la constitution de cette Republique, sans aucun interest personel mais en sacrifiant tout.

Oui Monseigneur, j'ose me vanter et peut prouver d'avoir repousser une brilliante fortune a partager avec ce qui m'ettois le plus cher au monde en 1787, pour rester fidelle a mes principes. J'ai fait plus, Monseigneur, j'ai bravé deux lettres de cachet lancé contre moi et parvenu a empecher en parti leur execution.

Je n'ai fait que le devoir d'un ame vertueux par instinct et non par methode, je le sais, ausi ne m'en suis je jamais fait une merite vous ignor jusque a mon existance, Monseigneur, lorsque je passa 3 jours dans un certain cabinet a Versailles pour persuader le premiere ministre de l'injustice de faire marcher le camp de Givet contre les troupes Prussiennes en Hollande, mais je ne puis me défendre du desir qu'avant de mourir ou de quiter ma patrie je puisse mettre tout le tablau

(vel 3)

sous les jeux de Votre Altesse Serenissime. Voila mon ambition, moins encor pour moi que pour prouver q'une sexe qu'on dédaigne comme faible et sans caractere a quelque fois plus de forces morales que la plus part de ceux qui se disent leur etre superieur par un décret de la nature.

J'ignore pas, Monseigneur, qu'il y a toujours des persones qui se mettent entre les princes et la verité et qui peuvent croire de leur interest de me tenir eloignés. Qu'il soyent donc tranquille, ces ames laches! La mienne et au desu de l'envies et ne saurais etre délateur tant que le salut de la patrie n'en est pas compromis.

J'ai l'honneur d'etre respectueusement

Monseigneur
votre obbeissante servante
Veuve Palm nee D'Aelders21
La Haye le 29 may 1793
Bij de h. Tak in de Hofstraat


Vertaling

Monseigneur,

De hoop om de hand te kunnen leggen op enkele bedragen die mij tijdens mijn jeugd werden ontfutseld, roept mij naar Amsterdam. Mocht ik maar het geluk smaken u van dienst te zijn, Monseigneur, in deze hoofdstad, of waar ook. De moeilijkste en gevaarlijkste  opdrachten voor het welzijn van mijn land en zijn bestuurders zijn diegene die ik het meest ambieer, wanneer ze niet indruisen tegen mijn plicht.

Sinds lang, Monseigneur, koester ik de eer om in de ogen van Uwe Hoogheid nooit geëvenaarde bewijzen te leveren van mijn trouw, ten alle tijden, aan mijn vaderland, aan zijn grondwet en aan het luisterrijke Hof van Oranje. Dat betreft niet enkele geschreven vellen, nee  Monseigneur, heel mijn politieke loopbaan sinds 1778 tot in 1788, vanaf die periode werd zij nauwlettend gevolgd door de heer raadpensionaris, bestaat in mijn actieve betrachting complotten van vijanden van de grondwet van deze republiek te ontdekken en te verijdelen. Dit alles zonder enige persoonlijk winstbejag, maar geheel onbaatzuchtig.

Ja, Monseigneur, ik durf me erop te beroemen en ik kan bewijzen een briljant fortuin te hebben opgeofferd dat ik wilde delen met diegene die mij in 1787 ter wereld het meest dierbaar was, om trouw te blijven aan mijn principes. Ik heb meer gedaan, Monseigneur, ik heb twee opsluitingsbevelen tegen mij onderschept  en ben erin geslaagd gedeeltelijk te voorkomen dat zij werden uitgevoerd.

Ik heb enkel de plicht gedaan van een deugdzame ziel, instinctief en zonder berekening. Ik weet het, op deze manier heb ik nooit lof geoogst, in die mate dat mijn bestaan u onbekend was, Monseigneur, wanneer ik drie dagen doorbracht in een zeker kabinet te Versailles, om de eerste minister te overtuigen van de onrechtvaardigheid om het legerkamp  van Givet te doen marcheren, tegen de Pruisische troepen in Nederland.

Maar ik kan mij niet ontdoen van het verlangen om vooraleer ik sterf of vooraleer ik mijn vaderland  verlaat voor de ogen van Uwe doorluchtige Hoogheid het gehele tafereel te schetsen. Zie hier mijn ambitie, minder nog voor mijzelf dan om te bewijzen dat een sekse  die men minacht als zwak en karakterloos, soms meer morele kracht bezit dan het merendeel van hen die zichzelf bestempelen als zijnde superieur door een wetmatigheid  van de natuur.

Ik weet wel, Monseigneur, dat er steeds personen zijn die zich stellen tussen de prinsen en de waarheid, en die menen dat het in hun voordeel is om mij op afstand te houden. Zij kunnen gerust zijn, die laffe zielen! De mijne is boven jaloersheid verheven en ik zal hen niet verraden zolang het heil van het vaderland hierdoor niet in het gedrang komt.

Ik heb de eer met de meeste hoogachting te verblijven,

Monseigneur,
Den Haag, 9 mei 1793
Uw gehoorzame dienares, weduwe Palm geboren d’Aelders

Bij dhr Tak in de Hofstraat



Je bent hier: OpeningBronnenKH → brief 29-05-1793