Deze brief bevindt zich in invnr 1070 van het Archief van stadhouder Willem V Batavus dat met toegangsnummer A31 berust bij het Koninklijk Huisarchief. Zie een overzicht van alle stukken die uit dat archief opgenomen zijn.
Vier kantjes, niet alles is helemaal leesbaar. Gedeelten uit de
brief zijn opgenomen in RGP1 blz 170.
Hieronder eerst de transcriptie, waarbij omwille van de
leesbaarheid regeleindes, interlinies en interpuncties zijn
toegevoegd, maar taalslordigheden zijn gehandhaafd (behalve bij
het gedeelte dat is overgenomen uit RGP1, waar wél taalkundige
verbeteringen zijn aangebracht).
Ze maakt incidenteel gebruik van geheimschrift, de gedeeltes die
in geheimschrift waren zijn hieronder vet gemaakt. Titels van
publicaties zijn cursief gemaakt.
Eronder, onder de balk, de vertaling.
Paris, le 20 juin
Monsieur
J’ai su par evenement que l’on preparait dans les Bureaux des
Affaires Etrangères une lettre pour l’Assemblée
Nationale pour annoncé un matin, avant que les meilleurs
députés soient arrivés, que l’Espagne veut savoir s’il peut
compter sur le pacte de famille et demanda un répons cathégorique,
dans l’espoir sans doute de surprendre l’Assemblée.
J’en ai fait part hier et aujourd’hui à MM Lameth et Barnave avec
lesquels j’ai causé longtems en matin à ce sujet.
J’avais prévenu hier tout mes amis pour être en garde contre le
piège, car voici le but du commité autrichien: la guerre avec
l’Espagne contre l’Angleterre et ses alliés ainsi de l’argent et
une flotte.
Après avoir privé la France de l’alliance de la Prusse et ses
alliés, on laissera Leopold emmener des troupes pour soumettre le
Brabant, et si les choses une fois sont engagées, se faire
attaquer par Sardaigne, l’Italie, les Princes de l’Empire et par
Leopoldt même et bouleverser la Constitution.
Voilà le projet des noirs, il y font abbondé le parti ministère.
Sous d’autres vue celui d’une contre-revolution du Brabant et en
même tems en Hollande. Les fugitifs leur font accroire que le
peuple y est mécontent, mais les bons et vrais patriottes disent:
"Nous voulons la paix avec tout le monde, point de pacte ni
d’Autriche." On s’efforcoit pour faire soupconné la paix entre la
Prusse et Leopoldt comme une moyens a se liguer contre nous.
Quelque absurde que soit le sisteme il avoit pris rassine si on
n’avoit prevenue ; vous verrez dans les Annales
patriotique que Mr De la Vaugnion se justifia.
J’ai vous vue le mémoire addressé à cet effet à Mr Carra. Cela
prouve que l’on l’a rappelle avant le décret du 22 que l’on
n’éttoit pas content de cevoit ce parce qu’il n’encouragoit pas la
guerre.
Cela va s’éclaircir car pour quoi la lettre adressé au président
de l’Assemblée Nationale n’a-t-il pas été rendue, Mr J prétent que
Mr Cornet de Gré n’a pas dicté la lettre à Christine mais cet un
Mr Leviaillez conseillier de l’ancien gouvernement des pais bas et
un des instruments de l’oppression de Joseph II arrivé ici il a 8
jours et lier avec les expulsées de trève.
il et dit il la créature de l’Autrichiens et ici pour espionner
les autres il a fait demandé une entrevue à Mr Cornet de Gré qui
lui a fait dire que s’il venoit il le jetterait par la fenètre.
Je lui ai dit que si ses Messieurs étoit de si bonne fois pour
quoi ils n’avoient pas été chez Goltz et que au contraire ils
avoient eu une longue conférence avec Lafayette et plusjours
députés que quant on etoit de bonne fois et que l’on suivoit
l’ajalement d’un projet on alloit pas par deux chemins.
Il fut surpris car il est bon de vous dire monsieur que les
pollitesses de tout ses gens ne m’aveugle pas que je n’épargne
rien pour les suivre de pres; il me protesta donc que les
entrevues avoit pour but d’engagé l’Assemblée de les reconnaitre
de lever le masque vis-à-vis de Leopold et de se rapprocher avec
les la prusse ses alliés et ce qui ne m’a pas dit mais que j’ai
raisons de soupconné de demandé des officiers français.
Ce qui m’a paru de sure cest quil ne sont pas content de La
Fayett, ]e mais beaucoup de l’éveque d’Autun ils ont aussi été
chez Mr Péthion parceque dans le Premier vojage Mr de Thienne l’a
vus chez moi, le général les a réuni apres la fête de
confederation qui sera suberbe mais je ne sait pour quoi je crains
l’approche.
J’ai dit se matin au trois députés car Mr de Barnave demeure avec
les freres Lameth dans leur hotel, que quoi que petitement logé je
donnerai volontiers mon salon en y mettant un lit au plus vieux
soldat citojens.
Je dis au plus vieux parceque je ne veut pas que l’on puisse
callomnie mon patriottisme. Je ne puis vous dire monsieur, combien
cela a fait plaisier. Il vont logé 14 soldats, tout les patriottes
s’empressent à offrir logement au confederez;
ma santé est bien delabré, je verrai avoir après la fete un petit appartement hors des barriere pour prendre le lait de arnasse. Ma poitrine a besoin d’adoucissement et ne pouvant m’éloigné de Paris dans se moment mais mon medecin pretend qu'il ne repondra pas de moj si je n’obéis.
On va faire le rapport du procès de De Bonne vous verrez Mr que Maillebon a eu tort de dire qu’il n’avoit aucune liaison avec lui.
Le roy a passé ce matin une grande revue au Champs de Mars, je
crois 15 mille homme.
Le 21
Je ne vous dis rien monsieur du decret de samedi soir. La
feuillié de Mr de Warville vous en donne le détail.
(het navolgende gedeelte is opgenomen in RGP1)
L’article de Paris est en grande parti de moi et vous en verrez
autant aujourd’hui ou demain dans les Annales.
Montmorin sera furieux que son secret est divulgué. Plus de
surprise, tout les deputés se preparent. MM Péthion et Barnave
m’ont promis de proposer l’alliance avec la Prusse et ses alliés.
Si cela s’effectue je me rendrai tranquillement dans les bras de
la mort.
J’aurois la satisfaction de dire comme Joseph: "Car si je
n’aurois pas été sacrifié par les miens je n‘aurois pas été
utile."
Je ne vous envoies pas les preuves de mes rendez vous et
demarches, de crainte que l’on ouvre mes lettres, mais Monsieur,
outre que Goltz l’attestera je crois vous etre assé connue
actuellement pour ajouter foi a ce que j’ai l’honneur de vous
assurer.
(rest niet opgenomen in RGP1)
Comment feront nos legislateurs avec les Avignonnais. Je vous
avoue que tout se qui n’interesse pas directement notre cause
m’occupe point.
J’ai l’honneur d’être avec l’attachement et la consideration la
plus parfaite
Monsieur
Votre tres humble et obbéisssante servante.
Parijs, 20 juni
Mijnheer
Ik kwam te weten dat in de burelen van Buitenlandse Zaken een
brief aan de Assemblée Nationale wordt voorbereid, met als doel op
een ochtend, voordat de beste volksvertegenwoordigers zijn
aangekomen, aan te kondigen dat Spanje wil weten of het op het
familiepact kan rekenen en aandringt op een categorisch antwoord –
ongetwijfeld met het doel de Assemblée te verrassen.
Ik heb gisteren en vandaag de heren Lameth en Barnave op de
hoogte gebracht, met wie ik vanmorgen lang over de zaak heb
gepraat.
Ik had gisteren reeds al m’n vrienden gewaarschuwd om op hun
hoede te zijn voor de valstrik, want zie hier het doel van het
Oostenrijks comité: de oorlog met Spanje tegen Engeland en zijn
bondgenoten, en verder geld en een vloot.
Na Frankrijk haar bondgesnootschap met Pruisen en z’n
geallieerden te hebben ontnomen, zou men Leopold troepen laten
binnenbrengen om Brabant te onderwerpen en als dat gebeurd is,
zich vervolgens laten aanvallen door Sardinië, Italië, de prinsen
van het Keizerrijk en Leopold zelf en de Grondwet omverwerpen.
Dat is het project van de zwarten. Ils y font abbondé
(overvloedig zijn) le parti ministère. Sous d’autres vue die van
een contrarevolutie in Brabant en tezelfdertijd in Nederland. De
vluchtelingen doen hen geloven dat het volk er ontevreden is, maar
de goede en echte patriotten zeggen: "Wij willen vrede met
iedereen, geen pact en geen Oostenrijk."
Men spande zich in om vrede te suggereren tussen Pruisen en
Leopold als een manier om zich tegen ons te verbinden. Hoe absurd
het systeem ook is, het zou wortel hebben geschoten indien we niet
verwittigd hadden.
U zal in de Annales patriotique zien dat meneer de la
Vaugnion zich rechtvaardigde. Ik heb de memorie gezien die
daarover aan mijnheer Carra was gericht. Dat bewijst dat men hem
er vóór het decreet van de 22ste aan herinnerd heeft dat men niet
tevreden was dat bleek dat hij de oorlog niet aanmoedigde.
Dat zal duidelijk worden, want waarom is de brief gericht aan de
voorzitter van de Nationale Assemblée niet teruggegeven? Mijnheer
J beweert dat mijnheer Cornet de Gré de brief niet aan Christine
heeft gedicteerd, maar dat het een mijnheer Leviaillez was, een
raadgever van de vroegere Nederlandse regering en één van de
instrumenten van de onderdrukking door Jozef II, hier acht dagen
geleden aangekomen en gelinkt aan de bannelingen van Trève.
Hij is, zegt hij,een creatuur van de Oostenrijkers en hier om de
anderen te bespionneren. Hij heeft een onderhoud aangevraagd bij
mijnheer Cornet de Gré die hem heeft laten zeggen dat hij hem,
indien hij zou komen, door het venster zou gooien.
Ik heb hem gezegd dat als die heren zo ter goede trouw waren,
waarom ze dan niet bij Goltz waren langsgegaan, en in tegendeel
een lang onderhoud hadden met Lafayette en verschillende
afgevaardigden.
Dat wie een project tot een goed einde probeert te brengen daarbij
geen twee wegen bewandelt. Hij was verbaasd - want het is goed dat
u weet mijnheer dat de beleefdheden van die mensen me niet
verblinden en dat ik kosten noch moeite spaar om hen van dichtbij
te volgen.
Hij protesteerde dus dat die ontmoetingen tot doel hadden om de
Assemblée ertoe te brengen om Leopold te ontmaskeren en om
toenadering te zoeken tot Pruisen en zijn bondgenoten. En wat hij
niet heeft gezegd, maar wat ik redenen heb om te vermoeden, om
Franse officieren te vragen.
Wat me zeker leek is dat hij niet tevreden is over Lafayette maar
wel zeer te spreken is over de bisschop van Autun. Ze zijn ook bij
mijnheer Péthion geweest, want tijdens de eerste reis heeft
mijnheer de Thienne hem bij mij gezien.
De generaal heeft hen bijeengebracht na het feest van de
confederatie dat prachtig zal zijn, maar zonder te weten waarom
vrees ik de toenadering.
Ik heb vanmorgen gezegd aan de drie afgevaardigden, want mijnheer
de Barnave verblijft bij de broers Lameth in hun hotel, dat
alhoewel ik klein behuisd ben, ik met plezier m’n salon ter
beschikking stel voor de oudste soldaat, door er een matras in te
leggen.
Burgers, ik zeg aan de oudste omdat ik niet wil dat men m’n
patriotische intenties in twijfel trekt. Ik kan niet zeggen,
mijnheer, hoeveel plezier dat heeft gedaan. Ze zullen veertien
soldaten logeren, iedereen helpt logies zoeken voor de confédérés.
Mijn gezondheid is er erg op achteruit gegaan, ik zal na het feest
een klein appartement nemen buiten de barrières om ezelinnenmelk
te drinken. M’n borst heeft behoefte aan verzachting, al kan ik
Parijs op dit moment niet verlaten... maar m’n dokter beweert dat
hij niet voor me instaat wanneer ik niet gehoorzaam.
Men zal het verslag van het proces van De Bonne maken. U zal zien
mijnheer, dat Mallebon ongelijk had te zeggen dat hij geen enkele
band met hem had.
De koning heeft vandaag een groot défilé op de Champs de Mars gehad, ik denk 15000 manschappen.
De 21ste
Ik zeg u niets mijnheer over het decreet van zaterdag avond, het
blad van mijnheer de Warville geeft u er de details van.
Het artikel over Parijs is in grote lijnen van mijn hand en u zal
vandaag of morgen hetzelfde zien in de annalen. Montmorin zal
woedend zijn dat z’n geheim is uitgelekt. Geen verrassing meer,
alle députés bereiden zich voor.
De heren Péthion en Barnave hebben me beloofd een alliantie met
Pruisen en zijn bondgenoten voor te stellen. Als dat werkelijkheid
wordt, zal ik me met een gerust gemoed begeven in de armen van de
dood.
Ik zal de genoegdoening hebben te zeggen zoals Jozef: "Want als
ik niet door de mijnen was opgeofferd, zou ik niet nuttig zijn
geweest."
Ik zal u niet de bewijzen van mijn ontmoetingen en initiatieven
sturen, uit angst dat men mijn brieven opent. Maar mijnheer,
behalve dat Goltz het zal bevestigen denk ik dat ik u nu genoeg
bekend ben om geloof te kunnen toevoegen aan wat ik u verzeker.
Hoe zullen de wetgevers omgaan met de inwoners van Avignon? Ik
beken u dat alles wat niet rechtstreeks onze zaak aanbelangt, me
niet bezighoudt.
Ik heb de eer om met de meest perfecte gehechtheid en
consideratie te zijn,
Mijnheer,
uw zeer nederige en gehoorzame dienares
Je bent hier: Opening
→ Bronnen → KH
→ brief 20/21-06-1790