VERTALING van een brief van Etta aan raadpensionaris Van de Spiegel dd 7 juni 1790, uit KH A31-1070

Deze brief bevindt zich in invnr 1070 van het Archief van stadhouder Willem V Batavus dat met toegangsnummer A31 berust bij het Koninklijk Huisarchief. Zie een overzicht van alle stukken die uit dat archief opgenomen zijn.

Vier kantjes, niet alles is helemaal leesbaar. De brief is in het Frans, maar hieronder is alleen de vertaling. Omwille van de leesbaarheid zijn regeleindes, interlinies en interpuncties toegevoegd.

Ze maakt incidenteel gebruik van geheimschrift, de gedeeltes die eerst al geheimschrift waren zijn hieronder vet gemaakt. Titels van publicaties heb ik cursief gemaakt.


Parijs, 7 juni

no 39

De Koning en de koninklijke familie zijn naar St Cloud vertrokken, hij heeft bovenop een garde van 3000 mannen van de nationale garde 300 burgergrenadiers, deze campagne doet de verstandige mensen mokken en alarmeert het volk en vermeerdert de algemene en openlijke haat tegen degenen die hem omringen en hem raad hebben gegeven, want dit is van belang voor zelfs de huisvrouwen en kinderen, aangezien geen enkele burger zich een dergelijke garde kan permitteren, aangezien die wel zeker 6 pond per dag zou kosten of wat bij hem veronachtzaamd(?);

er wordt gezegd dat als het waar is dat de Koning de vriend van de grondwet is, dat als het waar is dat hij aan het hoofd van de Revolutie staat, dat als het waar is dat hij zoveel van het Franse volk houdt, dat dan het offer van een jaar op het platteland hem niets kost;

wie van ons lijdt níet op dit moment, waarom zou de Koning niet een beetje delen in ons onbehagen, laat hij maar elke dag gaan jagen, gaan wandelen, maar laat hij ’s avonds terugkeren in plaats van dat alle nachten 3000 andere burgerwachten rondzwerven en patrouilleren in het Bois de Boulogne en andere streken rond St Cloud.

Angst dat een enkele boevenbende hem ‘verontrust?’.

Want de vijanden van de revolutie zaaien, zegt men,  ?? in de Faubourg St Antoine om het volk te verheffen en moedigt hen aan om de koning te gaan halen om zodoende tegen het geweld te schreeuwen, SM heeft gisteren zijn intrek genomen in de Tuilerieen.

ik voor mij geloof dat de koning van goede wil is, maar helaas wordt hij door zulke verkeerde mensen omringd, de Koningin doet er oneindig fout aan hem  die reizen aan te bevelen en degenen die hem dingen influisteren zijn geen vrienden;

het zou niet moeilijk voor hem geweest moeten zijn de liefde van de Fransen terug te winnen maar daarvoor zou het geheel tegengestelde nodig zijn geweest van wat zij hem aanraadt;

helaas is het grootste nadeel van de grandeur dat temidden van de weinige vrienden bijna alleen ladies zitten die de waarheid niet durven zeggen en vrij spel geven aan vleiers hetgeen vaak gebeurt?. Het is dat deze reis alom alarmeert maar de algemene Confederatie besluit voor de 14de juli, zal de aandacht wat afleiden.

Maar mijnheer, de Brabander, deze ongelukkige Brabander, wat zal er worden van het gedrag van deze twee ‘onrustigen en verschrikkelijk en  ???’en zal haar laten terugkeren,  ‘Leopoldt wat jammer’,  de Jacobijnen hebben het spel flink geopend op de Koning ‘??? ‘ en indien nodig zeggen ze dat als er vrede nodig is zonder de onafhankelijkheid van België te eisen hij ongelijk heeft en zijn openbare algemene gedrag was alleen om zijn spel te maskeren, maar als Frederik Guillaume aan Leopoldt de oorlog verklaart ‘begrijpt men in de vrede. De Belgische onafhankelijkheid zal in Frankrijk op de ??? worden gedragen (en dan een stukje geheimtaal)

Ik heb eindelijk vernomen wat onze voortvluchtigen uitspoken.

Hun Memorie was gedeeltelijk bedoeld om aan te tonen welk nut de alliantie van Holland had en kon  betekenen voor Frankrijk:  door met het huis van Bourgondië tegen Engeland te ageren zal men deze macht in twee jaar kunnen verkleinen;

Men blaft dat de patriottische partij in Holland zijn bloed en goed zal opofferen voor deze alliantie tegen zijn onderdrukkers, etc. Ik stuur u drie bladen die u zullen bewijzen dat hun geheim onmiddellijk uitwaaierde, onmiddellijk werd gepubliceerd.

Goltz vertelde me gisteren: "De patriotten zullen hun vuist van spijt opeten als ze dat lezen." U ziet wel, Monsieur, dat het een heetgebakerd hoofd, nog lager opgeleid  dan ik, is geweest dat dit heeft opgesteld; maakt niet uit, men gaat over meer dan een weg naar het doel indien men er wil aankomen.

Wat zeker is, is dat de mensen dit blad vreten en dat er 20.000 exemplaren per dag worden gedistribueerd.; het is het blad van het volk en van de volkswijken.

Wat betreft de Révolutions de Paris die in het algemeen hoog geacht worden en die het Evangelie zijn voor heel wat mensen, heb ik tot mijn spijt in het laatste nummer precies datgene gezien wat onze vijand van pas komt.

Ik kende de auteur niet; het is een hooggewaardeerd man ‘qui ne hante pas’ met de anderen; rijk van zichzelf, schrijft hij eerder voor het GOED dan uit belang, en wil er niet alleen roem voor, aangezien zijn werken onder de naam van de boekhandelaar Prudhomme verschijnen, en er wordt gezegd dat een aantal van onze jonge afgevaardigden hem raadplegen.

U zult uit mijn correspondentie kunnen opmaken, Monsieur, hoezeer ik gelijk had toen ik zei dat onze brave republikeinen geen greintje benul hadden van de Hollandse constitutie.

Ik doe niet anders dan bekeren.

Ik zal u zeggen waarom mijn werk nog niet wordt gedrukt: ik wil slagen en behagen om van nut te zijn; ik hoop dat ik daarin zal slagen. Mijn manuscript is op dit moment in handen van een van de krachtigste steunpilaren van de constitutie die vriendschap voor mij voelt.


Je bent hier: OpeningBronnenKH → brief 07-06-1790