Hoofdstuk zes
Ik zit in de meest wrede nood

Den Haag 2 november 1792 – januari 1795


pagina 163 Een onverwacht billet

pagina 165 Waarheden die alle Patriotten bij elkaar misschien nooit hadden durven zeggen

pagina 167 Bij Tak in de Hofstraat

pagina 169 Het tijdstip om uwe kluisters te verbreeken

pagina 171 Vervloekte rivier

pagina 172 Lodewijk de laatste

pagina 174 Defendeeren tot het laatste retranchement

pagina 176 Schurftlijder

pagina 177 Tijdens mijn jeugd ontfutselde gelden

pagina 179 Met de hoogste oprechtheid

pagina 180 De vileine rol van spion waartoe hij u zocht te engageren

pagina 182 De deugden vergeten die bij haar sekse horen

pagina 183 Mijn pijnlijke en wrede ziekte

pagina 185 Zekerlijk intriguant

pagina 187 Opdat zij niet erger worde

pagina 188 Mevrouw d’Aelders die in een wonderlijk idee is

pagina 190 Overal zal ’t zijn als kwam ik uit de wolken vallen

pagina 191 In acht nemen voor de koude



Je bent hier: Opening → Hoofdstuk 6