Vonnis
Heden op den Negentiende Augustus Een duizend Agthonderd en
Dertig word bij het 2e Etablissement te Veenhuizen door den
Heer S. B. Drijber de raad van Tugt belegd, bestaande in den
President voornoemd, den Onder Directeur binnen, den Onder
Directeur buiten, zijnde den Onder Directeur der Fabriekmatige
arbeid absent, voorts de Zaalopzieners van Eck en Buck,
om te onderzoeken en vonnissen over zaken betrekkelijk een
ingekomen Proces-verbaal van den Veldwagter der Gemeente Norg D.
R. Bax ten bezware opgemaakt van den Bedelaars Kolonist Bartel
Berends Zonderkap, hebbende zich schuldig gemaakt aan
vervloekingen en onderscheiden ongehoorde uitdrukkingen,
betreffende genoemde Veldwagter op het oogenblik dat hij de
Kolonie passeerde.
De Beschuldigde B. B. Zonderkap word voor den Raad gebragt.
Het Proces-verbaal word door den voorzitter voorgelezen.
De voorzitter ondervraagd de waarheid van het Proces-verbaal aan
den Bedelaars Kolonist B. B. Zonderkap welke verklaard zich wel
aan de genoemde misdaad te hebben schuldig gemaakt, doch niet in
dier hooge graad als wel door den Veldwagter word opgegeven.
De Raad doet de Beschuldigde buiten gaan.
De voorzitter steld voor op grond van art: 16 van het Reglement
van tugt, ten gevolge bewezen gepleegde Misdaad aan den Bedelaars
Kolonist B. B. Zonderkap de straf toe te wijzen van agt dagen
Prevoost Arrest.
De overige leden stemmen in de strafbepaling van den voorzitter
overeen, zullendemen genoemde straffen beginnen ten uitvoer te
brengen op heden den 19e Augustus 1830.
Aldus opgemaakt door den Raad van Tugt ten dage en Jare
voorschreven.
S. B. Drijber
J: Kluvers
L. N. Bandering
van Eck
Buck
van Marle, secretaris
Notities bij het zittingsverslag