Extract uit de Notulen van het verhandelde in den Raad van Tucht voor Weezen, Vondelingen en verlatene Kinderen bij het 1e Gest. Veenhuizen

Zitting van Donderdag den 28 April 1847


Present:
C. W. Rensing, presid.
Leden van den Raad: A.Textor, G. Kuipers, J. Meijer, A.v.d.Berg
J. F. Morriën, secrt.

De Raad door den President geconvoceerd zijnde, waren alle de leden tegenwoordig.

De President opend de vergadering en maakt aan de Leden bekend de terug brenging van desertie van de navolgende Weezen

Johannes Keerwolf, N990 (desertie voor de 2e maal)

Rokus Man, N1940 (desertie voor de 1e maal)

Jeronimus Augustinus Johannes Kummel, N2179 (desertie voor de 1e maal van Groot Wateren)

Jan Berends Lenos, N1316  (desertie voor de 1e  maal van ’t Instituut Wateren, beide alhier aangebragt)

Hendrik Zwaan, N2109  (desertie voor de 1e maal)
allen Weezen en

Jan Snijder, N2819 (Bedelaars Kolonist, poging tot desertie voor de 2e maal)

Men laat hen successivelijk binnen staan om gehoord te worden:

J. Keerwolf en R. Man gaven op de vraag wat hun bewogen had om heimelijk de Koloniën te verlaten, te kennen, dat de zucht om hunne famillien te bezoeken hun hier toe gebragt had.

J. A. J. Kummel geeft voor reden op dat, te Groot Wateren ingedeeld geweest zijnde bij de Wed. Beenen, hij onderscheidenen keren verzocht had, naar het Instituut te worden terug geplaatst, uit hoofde hij het bij die Weduwe niet goed had.

J. B. Lenos geeft voor hij zijnen Oom te Zwolle wenschende te bezoeken, op reis derwaarts zijnde te Meppel opgevat was.

J. Snijder geeft insgelijks op dat de zucht om zijne Famillie te bezoeken hem hiertoe bewogen heeft.

De Raad gebood dat zij buiten zullen staan, om over hunne misdrijven te delibereren.

Gezien het Reglement van Tucht en wel Art 3 § 2  alwaar omschreven staat
“Zich zonder verlof uit de Koloniën te verwijderen zonder verlof het zij die volvoerd en men van desertie terug gebragt is, het zij die verhinderd is geworden”
Waarop Art 4 § 2 den straf bepaald
“Opsluiting van een tot acht dagen in de strafkamer, om den anderen dag te water en brood en bij herhaling met de boeijen aan”

Wordt gevraagd het gevoelen van ieder Lid in het bijzonder.

Met eenparige stemmen wordt besloten de navolgende Jongelingen te straffen als

J. Keerwolf, met  opsluiting in de strafkamer voor den tijd van 8 dagen, om den anderen dag te water en brood, met de boeijen aan.

R. Man, met 8 dagen opsluiting in de strafkamer

J. A. J. Kummel, met 8 dagen opsluiting in de strafkamer

J. B. Lenos, met 8 dagen opsluiting in de strafkamer

H. Zwaan, met 8 dagen opsluiting in de strafkamer

J. Snijder, Bed. Kol, met 8 dagen opsluiting in de strafkamer om den anderen dag te water en brood, met de boeijen aan.

Tevens hunne respective rekeningen oververdiensten te belasten voor betaalde premie en transportkosten, als die van
J. Keerwolf, met f 4.50
R. Man, met f 4.50
J. B. Lenos, met f 8.-
J. Snijder, met f 4.40

Zijnde de overigen kosteloos naar herwaarts gebragt.

Allen hebbende doen binnen staan, zijn hun deze vonnissen voorgelezen.
Niemand der Leden eenig voorstel hebbende te doen sluit den president de vergadering.

Aldus opgemaakt op datum als in het hoofd dezes is vermeld en ondertekend door
(wgt)
C. W. Rensing, president
Leden van den Raad: A. Textor, G. Kuipers, J. Meijer, A. v.d.Berg
J. F. Morriën, secretaris

voor Copie Conform
De Secretaris,
J. F.  Morriën

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1619

Notities bij het zittingsverslag