Present
J. Poelman president
Leden: A. Textor, G. Kuipers, L. Vrieze, J. van de Ven
L. Coelen secretaris
De raad door de president geconvoceert zijnde waren alle de Leden
tegenwoordig.
De president opent de vergadering en maakt de raad kennelijk eene
bij hem ingekomen aanklagte tegen de wees W. Dünselman
wegens ontvreemding van 30 Centen.
De raad heeft den aangeklaagde doen binnen staan om hem ten
deze te horen.
Hij bekende dat de aanklagte conform de waarheid was, waar om de
raad hem heeft doen buiten staan om over de aan hem op te leggen
Straf te delibereren.
Daar hij Art 3 van het Reglement van Tucht had overtreden vervat
onder § 8 Ontvreemding, verwaarloozing en beschadiging van
eens anders goed of dat der Maatschappij, tot welk laatste
mede gerekend wordt te behooren de eigen kleeding der kinderen en
de bij hen in gebruik zijnde koloniale goederen,
Zoo heeft de raad met algemeene stemmen den aangeklaagde
gecondemneert tot opsluiting in de straf kamer voor den tijd van
acht dagen om den anderen dag te water en brood en hem te
debiteren op zijn 1/3 te goed voor eene Somma van Zestig Centen
zijnde de dubbelde vergoeding van het door hem ontvreemde.
De gecondemneerde hebbende doen binnen staan is dit Vonnis hem
voorgelezen, waar van Proces Verbaal is opgemaakt.
Aldus gedaan te Veenhuizen als boven is gemeld.
was get. J. Poelman, Pres
A. Textor, G. Kuipers, L. Vrieze, J. van de Ven, Leden,
lager stond L. Coelen, secretaris
Voor Extract Conform,
Notities bij het zittingsverslag