Alle leden zijn tegenwoordig.
wordt gelezen een Proces verbaal van de Raad van toezigt te
willemsoord van den 31 Mei jl, houdende beschuldiging van de Weduwe
Geijtenbeek, welke zich zoude hebben schuldig gemaakt aan
het misbruiken van sterke drank.
De beschuldigde binnen geroepen zijnde bekent zij haar misdrijf,
doch belooft daarbij plegtig dat zulks niet weder plaats zal
hebben.
De Raad gelet op art 2 § c en art 3 § 1 waarbij opsluiting van
drie tot acht dagen wordt bepaalt in de strafkamer, voor hen
die zich voor de eerste maal aan diergelijke misdrijven schuldig
maakt.
Besluit
De wed. Geijtenbeek (ofschoon zij den 31 october jl ook
reeds voor de Raad van tucht heeft teregt gestaan, voor het
verkoopen en verpanden van goederen) voor dit maal nog eens de
straf toe te wijzen van vijf dagen opsluiting in de strafkamer, in
aanmerking nemende dat zij zich langen tijd zeer goed heeft
gedragen.
De beschuldigde binnen geroepen zijnde wordt haar zulks kenbaar
gemaakt, met eene ernstige vermaning tevens van de President dat,
zoo zij zich wederom aan diergelijke misdrijven schuldig maakt zij
onmiddellijk naar de Ommerschans zal worden vervoert.
Nog wordt gelezen een proces verbaal van de Raad van toezigt van
dezelfde kolonie en datum houdende beschuldiging van Maria
Snoek oud 20 jaren voordochter van de vrouw van de kolonist
Joh. Leunissen als onzedelijk te hebben omgegaan met George
Corneille Jacett oud 21 jaren ingedeeld bij genoemde Leunissen,
ten gevolge waarvan Maria Snoek de reis niet konde doen
uit hoofde zij zich reeds in de achtste maand van haar
zwangerschap bevind en voegt daarbij tevens zijne wensch om met
haar in het huwelijk te mogen treden.
De Raad gelet op art 2 paragraaf f en art 3 paragraaf 2, waarbij
overplaatsing naar de Ommerschans wordt bepaalt, voor hen
welke zich aan die misdrijven schuldig maken.
Besluit
George Corneile Jacett en Maria Snoek voor een
onbepaalden tijd te verwijzen naar de Ommerschans, het
welk eerst genoemde daartoe binnengeroepen zijnde, door de
President wordt kenbaar gemaakt met de vermaning tevens om zich
niet in het huwelijk te begeven voor hij de toestemming
daartoe had bekomen, zullende deze goedkeuring van de permanente
commissie op de verwijzing naar de ommerschans worden ingewacht
Eindelijk deelt de President de raad mede dat hij te Ommerschans
gehoort heeft Dorothea Louisa Bijkerk welke zich door
onzedelijken omgang met Gijsbertus Verhoeks volgens proces
verbaal van 27 mei jl in zwangeren toestand bevond doch dat zijne
Ed. zich ten gevolge van dat verhoor bezwaart gevoelt om genoemde
Gijsbertus Verhoeks schuldig te verklaren, waarom de Raad
wordt voorgesteld deze zaak te doen beruste, het welk door al de
leden wordt goedgekeurt.
Aldus gedaan in de Raad te Frederiksoord den 1 July 1837
Raad van toezigt gehouden in kolonie no 3
Alle leden zijn tegenwoordig.
Wordt binnengeroepen Johanna Boeslet wed. Gijtenbeek no
135, welke zich van tijd tot tijd aan misbruik van sterke drank
schuldig maakt, hetgeen ll. donderdag dan wederom het geval
is geweest en wel dat zij van Steenwijk terug komende, in
eene sloot is gevallen en schandelijk de weg gepasseerd is;
haar hierover onderhoudende weet zij niets ter verontschuldiging
in te brengen, dan dat zij daarvoor geen geld heeft uitgegeven
maar van de vrouw L. Dijk tapper in de nabijheid van de
kolonie twee glaasjes brandewijn gekregen heeft omdat zij elkander
in lang niet gezien hadden.
Daarna worden binnengeroepen Maria Snoek, voordochter van
den kolonist H. Leunisse, en Corneille George Jacet,
bestedeling van Bergen op Zoom, ingedeeld bij H. Leunisse
H15, welke met elkaar in onzedelijkheid hebben geleefd, ten
gevolge waarvan eerstgenoemde zwanger is,
zij beide bekennen hun misdrijf en geven bij deze hun verlangen te
kennen om met elkander een huwelijk te mogen aangaan.
Aldus gedaan te Willemsoord de 31 mei 1837
Notities bij het zittingsverslag