Al de leden zijn tegenwoordig
1. Komt voor de kolonist Peters van kolonie No 3,
welke benevens de na ten ?? volgens voorgelezen
procesverbaal van den raad van toezigt van heden den wijkmeester
gehoorzaamheid geweigerd heeft en zijn kinderen van het aangewezen
werk terug te houden.
Peters zegt dat gebrek aan klompen daarvan de oorzaak
geweest is.
Hij daarin zelf voorzien hebbende en daarop van zijne weigering
spoedig teruggekomen zijnde oordeelt de Raad hem ditmaal met ene
vermaning te moeten vrijlaten, dewelke dan ook door den President
gegeven wordt.
2. Hetzelfde gebeurt met den kolonist Lodewijks
die het verkeerde diens ongehoorzaamheid schijnt in te zien en
daar zijne vrouw meer dan hij daarvan oorzaak blijkt te wezen, ook
vermaand wordt om te zorgen dat deze zich niet minder naar de
koloniale wetten gedrage.
3. Hierna verschijnt de kolonist Hartog die wel
ontkent den wijkmeester Koppe het eerst te hebben
mishandelt doch waartegen de getuigen door de kolonisten Brands,
Hommerig en Atsma gegeven zoo zeer inloopen en die
met de aanklagt des wijkmeesters zoo volkomen overeenstemmen, dat
de Raad overtuigd wordende van de grove misdaad van Hartog
dewelke den Wijkmeester heeft geslagen en gestoten en daarna met
den kantschop heeft willen kwetsen, dat de wijkmeester naauwelijks
dit met zijnen stok heeft kunnen afkeeren
Besluit
Overeenkomstig art 20 van het Reglement den wijkmeester aan te
raden zich met de getuigen naar den Burgemeester van
Steenwijkerwold te begeven ten einde de zaak door den gewonen
Regter worde vervolgd, waartoe de President op zich neemt een
brief van aanbeveling den Burgemeester te schrijven op dat het
Regt hierin zijn loop hebben en de ambtenaren veiligheid voor
hunnen personen behouden.
4. Wijders verschijnt vrouw le Loux van kolonie No
1, welke volgens voorgelezen proces verbaal van den Raad van
Toezigt beschuldigd wordt van dieverij, ongehoorzaamheid
brutaliteit en de verwaarlozing van haren koeien en veldvruchten
Zij kan zich van dit alles niet verontschuldigen
De raad overwegende dat zij in hare buurt steeds op allerlei wijze
de rust verstoort en zich in alle opzigten misdraagt en dat haar
nu in militaire dienst zich bevindende man herhaaldelijk den
Directeur is komen verzoeken om toch van dit ongelukkige schepsel
te mogen gescheiden worden, dat natuurlijk niet geschieden kan.
Overwegende dat hare verkeerde handelingen meer het gevolg zijn
van boosaardigheid dan van redeloosheid
Besluit
Op voordragt van den President haar op grond van het reglement van
tucht art 2 L a, b, c en g en art 3 dit huisgezin te
verwijzen naar de Ommerschans en de vrouw dáár
afgescheiden van hare kinderen in de zalen te doen indeelen of er
van haar nog iets goeds of beters mogt kunnen worden en ten einde
althans hare kinderen van zulk een kwaad voorbeeld zou worden
ontheven
Vrouw le Loux andermaal binnen geroepen zijnde wordt van
dit besluit zoo veel noodig kennis gegeven.
5 Eindelijk staan binnen de drie bestedelingen
Evert Hageman
Albert Jansen
en Klaas Vos
bij Bultman in kolonie No 1 ingedeeld dewelke blijkens
genoemd proces verbaal zich wederom schuldig gemaakt hebben aan
vechterij, schelden en verregaande brutaliteit
Dezelve kunnen niet met grond tegen de ingebragte klagten
inbrengen en zij zijn bekend voor zeer kwade en ondeugende jongens
De Raad besluit alzoo op grond van art 2 en 3 eerst genoemde voor
vijf en de beide andere voor drie dagen in de Strafkamer te doen
opsluiten met ernstige waarschuwing daarbij aan eerstgenoemde dat
hij bij de minste herhaling van zijner euveldaden stellig naar de
Ommerschans zal worden verwezen
Aldus gedaan in den Raad te Frederiksoord den 27 October 1832
J van Konijnenburg Pres
M. Bersma
Onleesbaar
L: Lucassen
P Soevereijn
P. v.d. Bil
Proces Verbaal van het verhandelde door den Raad van Toezigt in
Kolonie N 3 op den 27 October 1832
De wijkmeester Koppe door den OnderDirecteur gelast zijnde
om zijne Kolonisten aan te zeggen dat diegene welke kleine
aardappelen uitgerooijd hadden, hunne kinderen na wijk N1 te
zenden ten einde de hulp behoevende te assisteren, heeft
De wijkmeester ter volbrenging zijner orde zich vervoegd bij de
Kolonisten Peters, Lodewijk & Hartog
en hun nevens andere Kolonisten dezer last gegeven.
Waarop Peters hem tot antwoord gegeven heeft, dat zijn
kinderen niet van klompen voorzien waren en dat hij ze niet wilde
wegsturen. Dan daar er geen klompen aanwezig waren heeft hij een
paar geleend en des anderen daags naar t land gestuurd.
Jan Lodewijk & Vrouw heeft meede niet aan deze order
willen voldoen, doordien zij voorgaven dat zij hun best gedaan
hadden om de aardappelen van het land te krijgen, en zijne
onafgedorste rogge in te leveren.
Hartog waarbij de wijkmeester het laatste kwam heeft deze
last op eene hooge toon geweigerd doordien hij voorgeeft dat Koppe
op zijne weigering hem met de stok een slag op den arm heeft
toegebragt, waarop hij hemzelve had verdedigd met een kandschop en
zeide na onderbehandeld zijn maar niet met slaag of dwang Zo
hebben wij hierop ingewonnen de verklaring der onderstaande
getuigen als:
Van den Kolonist Hommering, welke zegt gezien te hebben
dat de Wijkmeester bij Hartog is over de wal gekomen &
datzelve de wijkmeester met de schop is aangevallen & dat hoed
van t hoofd is geslagen.
Jan Brands getuigt gehoord te hebben dat de Wijkmeester Hartog
vermaand heeft, om zijne kinderen na het land te zenden en daar
zulks niet hielp met dreiging van inhouding van brood waarop hij
in eene brutale uitdrukking hem met de kantschop is aangevallen
& een blessuure aan zijn hoofd ontdekt heeft.
Atsma verklaard meede hij gezien heeft dat Koppe
door Hartog is geslagen geworden.
Daar deze zaak van te groot gewigt zijnde onderling af te doe
heeft men gemelde personen na de raad van tucht verwezen.
Aldus opgemaakt te Willemsoord ten dage maand & Jaar als
boven
Schuurer
P. v.d. Bil
L. v. Buiten
B. Kuipers
Schuurman
Proces Verbaal van het verhandelde door den Raad van Toezigt in
Kolonie N 1 op den 25 October 1832
Is verschenen
Willemina Huisman huisvrouw van FJ le Loux oud 35
jaar
De Voorzitter vraagt haar of zij op den 11 dezer maand des avonds
ongeveer om 10 uur zig niet aan het verlaten huis van Kooijstra
Hoeve 112 zig heeft begeven en daar eenige turf en stroo heeft
weggenomen zonder daartoe permissie te hebben bekomen en of zij de
woning open of gesloten gevonden heeft
welke reden bestonden er tegens deze ontvreemdingen
had gij gebrek aan een of ander
hierop geeft zij ten antwoord dat zij wel geen gebrek aan turf of
stroo had als hebbende 25 stok turf door van der Heijden
laten steken en slegts 100 bosjes stroo in huis had
Voorts is zij beschuldigd van verregaande ongehoorzaamheid en
achteloosheid jegens de Onder-Directeur en Wijkmeester welke
beiden haar aan verregaande pligtsverzuim herinnerde haar onder
meer andere onder de aandagt bragten, dat zij de aardappels op de
akkers door de koeien liet afvreten in plaats van die behoorlijk
te rooien en dan nog de gerooijde door de koe liet opeeten
Waarom zij eindelijk niet meer zorg droeg dat haar koe niet tot
last van haren buren verstrekte, waarover men zoo veel klagten
wordt vernomen, ja zelfs haar eigen tuin door haar koe liet
vernielen
Den voorzitter vraagt haar wat zij hier tegen had in te brengen
Zij bleef hierop het antwoord schuldig en de raad kan van haar
niets verder eenig antwoord bekomen.
Hendrik Rietberg oud 19 jaar welke verzogt had voor den
Raad te willen doen brengen
Evert Hageman
Klaas Vos
en
Albert Jansen,
alle ingedeeld bij den huisverzorger Bultman welke zig
niet ontzien hebben van op den avond van den 12 dezer onder en
naar Schooltijd veele beschimpingen omtrent zijne Zuster te hebben
gebezigd en wel dat
Evert Haverman hem bij het uitgaan der School een slag op
het hoofd heeft toegebragt, waarop hij wederkeerig hem een slag
wilde toebrengen, dan door het ontvangen van een slag op de arm
verhinderd wordt
Tusschen de school en den woning des Doctors zijnde wierd hij door
opgenoemde jongelingen tegen de grond geworpen en geslagen hierop
is Jan Hopman komen aanschieten wien hem onder de jongens
vandaan trok en vervolgens door de meester van de school is ontzet
geworden.
Zijn voorts verschenen ieder afzonderlijk
Evert Haverman oud 17
Klaas Vos oud 16
en
Albert Jansen oud 19 jaren
Welke door den voorzitter ondervraagd wordende wat zij tegens dese
beschuldiging hebben in te brengen
Ontkennen zij eenpariglijk alles
Evert Haverman intusschen zegt heeft hij getuigen dat ik
hem geslagen heb of een slag op den arm heb toegebragt?
Ik heb hem in het geheel niet geslagen al zegt meester Aukes
dat ook, dan heeft hij mis gezien.
Albert Jansen zegt mede niets van slagen geven te weten, ik
heb hem op school alleen voor Hakselmes uitgescholden en Klaas
Vos houdt vol van niets te weten.
Den voorzitter ondervraagt hun verder hoe het komt dat gij
den jager (Steve Schrekking) eergisterenavond zo onvergeten
gescholden hebt
Zij antwoorden alle hiervan niets te weten
De verregaande brutaliteit op het land als ongehoorzaamheid aan
hunne Superieuren en huisvader nopen de Raad te verzoeken dat de 3
opgenoemde jongelingen ijder voor drie dagen met opsluiting in de
Strafkamer mogen gestraft worden
Aldus opgemaakt te Frederiksoord den 25 October 1832
De voorzitter H. Faalenr
A van Anker
L: Lucassen
I A De Jong
Greving Secretaris
Notities bij het zittingsverslag