Alle leden zijn tegenwoordig, met uitzondering van A. Brouwer
Komen voor:
Hilletje Kok, den 6e December jl gehuwd met den weduwnaar Hendrik
Steunenberg, verklarende sints vijf maanden zwanger te zijn
van den wijkmeester der 1ste wijk van kolonie N2, met name C.
van Dijk,
verder verhalende, dat deze, de gevolgen van zijn misdrijf
berekenende, haar gisteren had aangezocht en overgehaald tot het
onderteekenen en afgeven eener verklaring, dat hij de vader
van het te geboren kind niet zijn zoude, waartegen hij haar
heeft afgegeven het hier bijgevoegd bewijs (** zie onder),
van haar steeds te zullen helpen, als ware zij zijn eigen kind,
over welke verwisseling van verklaringen zij zich, echter, thans
beklaagt, alzoo die door haar gegeven, of liever van haar
afgedwongen, geheel valsch is, daar zij met niemand anders dan met
hem, van Dijk, te doen gehad heeft.
En C. van Dijk, welke over de voornoemde beschuldiging
gehoord wordende, aanvankelijk zijne schuld ontkent, doch, na hem
verschillende vragen en omstandigheden zijn voorgehouden, erkent
ontuchtiglijk met haar te hebben geleefd, doch bewerende, dat het
van haar bekomen bewijs hem vrijstelde, van de vader des kinds te
zullen heeten, alzoo zij zich ook met anderen konde opgehouden
hebben.
De Raad,
Overwegende dat Hilletje Kok verklaard heeft met geen
anderen dan van Dijk toen ter tijd te hebben geleefd, dat
er ook geen vermoeden op een anderen persoon meer bestaat, en dat
Van Dijk juist door het hebben doen onderteekenen en
wederkeerig geven van opgemelde papijren, zijne schuld kennelijk
heeft aan den dag gelegd, en daarbij niet ontkennen kan, met haar
onzedelijken omgang te hebben gehad,
Besluit:
1e Het daarvoor te houden, dat C. van Dijk zich
heeft schuldig gemaakt aan het misdrijf van ontucht § f Art. 2,
ten gevolge waarvan hij naar de Ommerschans wordt verwezen
§ 2 van Art. 3
2e De schuldigheid der vrouw over te laten aan het oordeel
van de Permanente commissie, naardien zij thans gehuwd is, en met
haar man Steunenberg in vrede leeft, en er geen termen
gevonden worden, om dit geheele gezin, waarvan de man de beledigde
persoon, en de kinderen van denzelven geheel onschuldig zijn, naar
de Ommerschans te verwijzen; terwijl eene scheiding van
man en vrouw door dezelve noch begeert wordt noch wenschelijk
schijnt te wezen.
De President geeft Hilletje Kok de nodige ernstige
vermaningen, waarna de vergadering gesloten wordt.
J. van Konijnenburg, pres.
M. Bersma
J.L. Jansen
De Vries
A v O Boddendijk
Notities bij het zittingsverslag