De leden zijn tegenwoordig met uitzondering van A. Brouwer
De Directeur deelt den Raad mede, dat de bestedeling Arend
Ruitenberg, van Harderwijk, ingedeelde van het
huisgezin der wed. Siemons, van kol: No 3, hoeve No 58,
den 20 dezer maand, ten derde male van desertie is teruggebragt,
door de Politie van Arnhem, daar hij de beide vorige
keeren, eerst te Willemsoord, en daarna te Frederiksoord, uit de
strafkamers heeft weten weg te komen, en dat de Directeur het
mitsdien noodig geoordeeld heeft, als een maatregel van Politie,
hem nu terstond, voorloopig naar de Ommerschans te doen
overbrengen;
overwegende dat op die jongen allezins toepasselijk is de
strafbepaling eener verwijzing naar de Ommerschans, op het
zonder bekomen verlof verlaten van de koloniën, bij het artikel 2
& 3 van het Reglement, behalve nog dat die jongen ook in meer
opzigten een regte deugniet is, die met groote gestrengheid zal
moeten worden behandeld, wil er nog iets goeds van groeijen;
zoo besluit de Raad met eenparigheid van stemmen, om Arend
Ruitenberg voor een onbepaalde tijd naar de ommerschans te
verwijzen, onder de vereischte goedkeuring van de Permanente
commissie
Frederiksoord den 30 july 1831
J. van Konijnenburg
M. Bersma
De Vries
J.L. Jansen
A.v.O. Boddendijk
Notities bij het zittingsverslag