Alle leden zijn tegenwoordig met uitzondering van de gemeensman de
Vries
De President deelt het proces verbaal mede van den raad van
toezigt van Kol N3 van heden, betreffende het verhoor van de
bestedeling Alida Wild, en de bestedeling Willem
Nieuwenhuizen, de eerste van Steenwijk en de andere
van ’s Gravenhage overgenomen beide wonende bij den
kolonist Ragius, wonende in N70, als beschuldigd
zijnde van onzedelijke verkeer met elkanderen, ten gevolge waarvan
zij in zwangerschap verkeert.
Alida Wild voor den raad verschenen zijnde, erkent hare
toestand, waarin zij zich sints 6 maanden bevindt en herhaalt hare
verklaring voor den raad van toezigt gedaan, dat Nieuwenhuizen
daarvan de oorzaak is.
Nieuwenhuizen daarentegen afzonderlijk gehoord wordende,
blijft zijne ontkentenis voor den raad van toezigt hier volhouden.
Beiden worden bij vernieuwing en in elkanders tegenwoordigheid
breedvoerig ondervraagd, tengevolge waarvan het al de leden hoogst
waarschijnlijk voorkomt, dat Nieuwenhuizen de bewerker is
van het ongeluk van Alida Wild.
1: omdat hij in zijne plaats geen andere beschuldigen kan,
dan iemand die thans buiten de kolonien is en haar slechts eenmaal
te dier tijd moet hebben bezocht en wien zij in dat geval zeker
niet zoude behoeven te sparen
2: omdat hij zich niet vreoeger beklaagd heeft, door haar
beschuldigd te worden
3: omdat van hem bekend zijn geworden eenige onzedelijke
aanslagen bij haar gedaan en
4: om de juistheid van tijd en omstandigheden, die zij van
de gebeurtenis weet op te geven.
Al de leden komen dus overeen in het besluit:
1: dat Alida Wild overenkomstig art 2 § f en art 3
§ b naar de Ommerschans behoort te worden verwezen, en
2: dat Willem Nieuwenhuizen met genoegzamen grond
voor schuldig kunnende worden gehouden, mede derwaards behoort te
worden overgeplaatst, althans de gewonen kolonien zou dienen te
verlaten.
Wordende hierop de goedkeuring der Permanente Commissie gevraagd
J van Konijnenburg directeur
M Bersma,
A Brouwer,
J: L: Janssen,
DvO Boddendijk,
JHvanWolda Secr
Proces Verbaal van het verhandelde door de Raad van Toezigt in de
Kolonie N3 op den 28 Meij 1831.
Uit hoofde van zwangerheid is voor de Raad gesteld Alida Wild,
oud 23 jaren, ingedeeld bij Ragius wonende op Hoeve N70,
dewelke in onze presentie getuigd heeft dat hare zwangerschap
tusschen haar en den wees Willem Nieuwenhuizen, oud 23
jaren, voor 3 jaaren uit de kolonie Veenhuizen ontslagen en
naderhand wederom voor deze kolonie aangenomen en mede bij Ragius
ingedeeld bestaat.
Die ook door ons is voor den Raad geroepen ondervraagd en ale
opzichten ontkent.
Zoo heeft zij noch nader en in zijn presentie hem voorgehouden het
ogenblik en de plaats, de schuur waar zulks gebeurd was, terwijl
hij aan het roggen dorschen was, echter door hem ontkennende wijze
word beantwoord, dat naar het ons presumtief voorkomt dat de
genoemde Alida Wild en hare bekentenis leugenachtig zoude
zijn, hebben wij hen beide ter beschikking van de Raad van Tucht
gesteld en deswegens verwezen.
Aldus opgemaakt te Willemsoord ten Dage, Maand en Jaare alsboven
De onderdirekteur
Notities bij het zittingsverslag