Tegenwoordig:
De Heer M. Bersma LP
De Heer A. Brouwer
De kolonist de Vries, gemeensman
De kolonist Boddendijk, gemeensman
De kolonist Jansen, gemeensman
en JH van Wolda, Secr.
De President legt over een proces verbaal van den Raad van toezigt
van Kol.1, waarbij opgegeven en bewezen wordt, dat de
bestedeing Johanna Jacoba Zilver, op den 27 Januarij JL
uit het huisgezin van de wed. Gunther, weggeloopen en
gegaan was naar de Ommerschans, met het oogmerk daar te
blijven, doch de Directie dier Kolonie had haar wederom naar
herwaards doen overbrengen.
De beschuldigde voor de raad geroepen en verschenen zijnde,
verklaart dit alles waarheid te zijn, verzoekende dat, indien het
zijn kon, zij dan tot hare straf verwezen mogt worden naar de Ommerschans,
wijl zij in de gewone kolonie, overal waar zij ingedeeld was
geweest, mishandeld en verstooten was geworden.
Overwegende dat het zonder verlof de kolonie te verlaten,
ingevolge art 2 litt d en Art. 3 § 2 van het reglement van policie
en tucht gestraft zal worden met overplaatsing voor eenen
onbepaalden tijd naar de Kolonie Ommerschans,
Het gevoelen der leden van den Raad overeenstemmende
Besluit
De bestedeling Johanna Jacoba Zilver, onder goedkeuring
van de Permanente Commissie voor eenen onbepalden tijd te doen
overplaatsen naar de Ommerschans.
En is hiervan opgemaakt dit proces verbaal, hetwelke na geteekend
te zijn, aan de Permanente Commissie zal worden ingezonden.
Op heden Zaterdag den 5 Februarij 1831
M. Bersma
A. Brouwer
de Vries,
O. Boddendijk
JL Janssen
JH van Wolda, secr.
Notities bij het zittingsverslag