Op heden den 1 november 1828, is, na herhaalde aanvragen van
Catharina Berevanger, bij eenige leden van den raad van policie,
om, hoe eerder zoo liever, uit deze kolonien, naar eene der
gestichten te Ommerschans of te Veenhuizen, verplaatst te worden,
wijl, zij, zwak en sukkelachtig zijnde gaarne in een der
hospitalen wenschte opgenomen te worden,
bij den raad van policie in overweging genomen.
1: Dat dit meisje met zoodanige venusziekte, voor vele
jaren, in de kolonie is aangekomen, dat het altoos moeijelijk
geweest is, haar bij huisgezinnen in te deelen.
2: Dat zij voor eenen geruimen tijd, aan verscheidene
menschen verhaald heeft, dat zij zwanger was, met opgaaf tevens
van welke jongeling,- naderhand heette het van eenen man te zijn.
3: Dat zij nu werkelijk sukkelachtig, en volgens de
verklaring van Dr.Muller niet zwanger maar waterzuchtig is, zoo
zelfs dat hare beenen opengaan.
4: Dat zij, hoewel een ongelukkig schepsel zijnde, voor
de bevolking der kolonien tot een slecht voorbeeld en tot schande
verstrekt, wijl zij, uit onnozelheid dingen verhaalt, waarover
iedereen zich schamen moet.
De raad van policie geeft alzoo de Permanente Kommissie in
overweging, of het niet goed zoude zijn dat deze Catharina
Berevanger, oud 29 jaren, thans ingedeeld bij den huisverzorger
Horst, kol 2, wegens het onbetamelijke harer houding en haar
meermalen gedane verzoek, overgeplaatst worde naar de Ommerschans,
waar zij dan, ziekelijk zijnde, in het hospitaal of elders kan
worden opgenomen.
Voor extract conform,
De Direkteur der Kolonien
Visser
Aangenomen en mitsdien
de order tot overplaatsing gegeven
Not 25 Nov. 1828 art 29
vK
Notities bij het zittingsverslag