Present
de Heer Bersma, Loco President
de kolonist Zwier, Gemeensman
de kolonist Gutsloo, Gemeensman
de kolonist Hoffman, Gemeensman
en van Wolda, Secretaris
Is gelezen het proces verbaal van den raad van toezigt van kol No
2, in dato 4 dezes, opgemaakt tegen
Johannes van Hal, kolonist in kol No 2, die, blijkens
hetzelve, een wagen vol aardappelen (12 schepels) voor de geringe
som van zes en veertig stuivers verkocht en in den nacht van 27e
op den 28e december 1827 reeds voor zijne deur afgeleverd zoude
hebben.
Deze kolonist voor den raad gedagvaard, en alhier verschenen
zijnde, heeft beleden waarheid te zijn, de boven opgegevene
aardappelen voor dien prijs verkocht en afgeleverd te hebben,
zonder echter daarvoor betaling te hebben genoten.
Hij had dit gedaan om linnen te koopen ten einde zijn oude buis er
mede over te trekken, en er voorts iets voor zijne kinderen van te
laten maken, verzoekende voorts dat hem eene genadige straf moge
worden opgelegd.
De raad overwogen hebbende, dat dit alles als een diefstal van de
goederen der Maatschappij moet worden aangemerkt, te meer nog,
daar hetzelve midden in den nacht geschied is;
Heeft, na bevonden te zijn, dat alle leden, als het ware van een
gevoelen zijn, onder nadere goedkeuring van den Heer Direkteur der
kolonien
Besloten:
Het huisgezin van den kolonist Johannes van Hal te
veroordeelen naar de Strafkolonie te Ommerschans
En zal hiervan, bij afschrift dezes, worden kennis gegeven aan de
Permanente Kommissie der Maatschappij van Weldadigheid,.
Voor Extract conform,
De Direkteur der Kolonien
Visser
Onderaan het verslag is door de secretaris van de permanente
commissie bijgeschreven:
Goedgekeurd door de Perm. Komm van Weldadigheid, 7 Febr. 1828, Van
K
Notities bij het zittingsverslag