Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
■ Elisabeth Westerveld is geboren 17 september 1807 te
Broek in Waterland en dus elf jaar oud als ze op 29 oktober
1818 met haar ouders en broers en zus in de proefkolonie
aankomt en bijna vijftien als het gezin 13 augustus 1822
een boerderij bij de Ommerschans betrekt.
■ Blijkbaar is er begin 1828 ontslag voor haar aangevraagd, want
op 27 februari 1828, invnr 89 scan 634, schrijft de
directeur der koloniën dat hem 'geene redenen bekend zijn om het
gevraagd ontslag voor de kinderen der boueboeren Wibier en
Westerveld aan de Ommerschans niet te verleenen'.
■ Dan is hij slecht geïnformeerd, of de Westervelds weten het heel
goed verborgen te houden, maar op 4 maart 1828 bevalt
Elisabeth van een zoontje dat ze laat dopen Simon Schuurman
Westerveld. De vader is onbekend.
■ Normaliter treedt de Maatschappij bikkelhard op tegen zulke
zaken, maar blijkbaar heeft ze niets door. In een overzicht van in
1828 ontslagen kolonistendochters, invnr 95 scan 357, staat
bij Elisabeth: 'Ontslagen en bij haar ouders inwonend.'
■ Hoogstwaarschijnlijk blijven zij en haar onechte kind bij die
ouders wonen als ze eerst teruggaan naar de vrije koloniën en
daarna op 30 april 1830 met ontslag van de kolonie
vertrekken, zie onderaan deze pagina, en
zich vestigen in Noordwolde.
■ Daar overlijdt op 10 mei 1833 Simon Schuurman
Westerveld, vijf jaar oud.
■ Op 18 januari 1835 treedt Elisabeth Westerveld, als
'Lijsje', te Weststellingwerf in het huwelijk met de
kolonistenzoon Arij Penning, zoon van de Schiedamse kolonist
Hendrik Penning over wie nog een pagina zal volgen.
■ Hun eerste kind wordt 24 augustus 1835 geboren te Coevorden
en gedoopt als Willem Hendrik Penning, maar daar wordt verder
niets meer van vernomen, dus die zal jong overleden zijn.
■ Twee volgende kinderen Arie en Vrouke Maria (zie verderop)
worden in 1838 en 1840 geboren te Schiedam,
de plaats waar Arij Penning oorspronkelijk vandaan komt en waar ze
zich blijkbaar gevestigd hebben.
Maar...
■ Op 17 december 1842 levert Schiedam het gezin af bij
het bedelaarsgesticht op de Ommerschans. In het bedelaarsregister
gemerkt M, zie
hier hoe die scans te bereiken, heeft Arij Penning nummer
4114, Elisabeth Westerveld nummer 4215 en zoon Arie 4278. Dochter
Vrouke Maria kan ik niet vinden.
■ Ze worden op 22 december 1842 overgeplaatst naar
Veenhuizen. Daar betrekken ze een woning voor een
bedelaarshuisgezin aan de buitenkant van het eerste gesticht. Ze
krijgen zoons in 1843 en 1846 (zie verderop) en
zullen hier meer dan vier jaar blijven wonen.
■ Intussen zal er getrokken zijn aan de subcommissie van
weldadigheid te Schiedam, want als die in 1847 een
plek in de vrije koloniën mag toewijzen 'uit de contributie' (zie
een uitleg van dat
begrip) draagt ze het gezin van Arij Penning en Elisabeth
Westerveld voor.
■ Op 2 april 1847 wordt het gezin ontslagen uit het
bedelaarsgesticht en op 3 april 1847 betrekken ze hoeve 54
in de vrije kolonie Wilhelminaoord, zie de locatie op dit
kaartje.
■ Ze staan als bewoners van die hoeve in de stamboeken van
Wilhelminaoord met de invnrs 1356 en 1357 en daaruit neem ik de
gezinsgegevens over, met aanvullingen uit de
bevolkingsreconstructie Zuid-Holland:
● Arij Penning is volgens de kolonieadministratie
geboren op 10 of 12 november 1815, volgens de
bevolkingsreconstructie 24 november. Echtgenote:
● Elisabeth Westerveld, gegevens zie boven. Ze komen in
Wilhelminaoord met de volgende kinderen:
● Arie Penning, geboren 30 oktober 1838 te
Schiedam,
● Vrouke Maria (in de kolonieadministratie Vrouwtje Maria)
Penning, geboren 19 april 1840 te Schiedam,
● Gerrit Pennink, geboren 8 mei 1843 te
Veenhuizen, en
● Johannes Hendrik Penning, geboren 11 april 1846
te Veenhuizen.
■ Na een jaar, begin 1848, doet het gezin iets heel ergs
fout. Wat dat is weet ik niet, want zoals uit dit overzicht
duidelijk wordt zijn de meeste tuchtzittingen uit die periode nog
niet teruggevonden.
■ Het gevolg is in ieder geval dat ze worden veroordeeld tot een
verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de
Ommerschans, waar ze blijkens dit overzicht
op 25 maart 1848 aankomen. Daar vindt gezinsuitbreiding plaats:
● Jan Penning, geboren 15 juni 1848.
■ Ze mogen weer terug naar de vrije koloniën op 3 maart 1849.
Ze komen nu in de kolonie Willemsoord, op hoeve 109, zie de
locatie op dit
kaartje.
Ze staan geadministreerd in het stamboek Willemsoord met invnr
1363 op scan 115.
■ Het duurt weer een jaar. Per 19 april 1850 worden ze
gedegradeerd tot de status van arbeidershuisgezin te Veenhuizen.
Daardoor komen ze in hetzelfde soort woning als waar ze als
bedelaarshuisgezin gewoond hebben.
■ Ze staan nu in het register van arbeidershuisgezinnen met invnr
1575 op scan 18, weer in een woning bij het eerste gesticht. Hier
overlijden zoontje Jan Penning op 10 september 1850, twee
jaar oud, en zoontje Johannes Hendrik Penning op 27 april 1851,
vijf jaar oud.
■ Dan doen ze voorjaar 1853 weer iets heel ergs fout, en
wederom weet ik niet wat want veel van de tuchtzaken voor
arbeidersgezinnen heb ik niet, zie hier.
■ Het betekent dat ze opnieuw verbannen worden naar de
strafkolonie op de Ommerschans, waar ze blijkens dit overzicht
aankomen op 10 juni 1853.
■ Ze worden een klein jaar vastgehouden en dan op 27 april
1854 ontslagen, waarna Arij Penning, Elisabeth
Penning-Westerveld en de kinderen Arie Penning, Vrouke Maria
Penning en Gerrit Pennink de koloniën verlaten en de wijde wereld
intrekken.
Als we de reisroute van Elisabeth door de koloniën op een
rijtje zetten, is dat:
• proefkolonie Frederiksoord,
• buitengebied Ommerschans,
(dan twaalf jaar er buiten)
• bedelaarsgesticht Ommerschans,
• Veenhuizen,
• kolonie Wilhelminaoord,
• strafkolonie Ommerschans,
• kolonie Willemsoord,
• Veenhuizen, en tenslotte
• strafkolonie Ommerschans.
Ze heeft dus echt alles wel gezien.