Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie





Enkele aantekeningen over Hendrik Rigagneau

Omdat de familie weer zo snel van de kolonie verdwenen is, hebben ze geen sporen achtergelaten in de bevolkingsadministratie van de koloniën. Daardoor ontbreken geboortedata, gezinssamenstelling en andere gegevens. Er is wel wat gespeurd op internet:

Hendrik Rigagneau overlijdt 5 september 1820. ‘Oud negenenveertig jaren, wonende Goudsbloemstraat 127, aldaar overleden’. Dat is het allerarmste stukje Jordaan. Aangifte wordt vier dagen later gedaan, zonder familie of bekenden, maar ‘ingevolge proces verbaal in dato 8 dezer van het Binnengasthuis’.

Er zijn geen kinderen meegekomen naar de kolonie, maar er zijn wel twee bekend:

Dochter Immetje Rigagneau (vernoemd naar de moeder van Hendrik) trouwt met Jan Verlee uit Loenen.
Een van haar zoons trof ik in de Parenteel Ernst de Hoog en in de stamboom Willemina Maria van Duren

Van zoon Willem Christiaan trof ik nakomelingen, dus kleinkinderen van Hendrik Rigagneau, te Loosdrecht.

De ingedeelde jongen Jan Jansen gaat naar het gezin van proefkolonist Krabshuis.

Het meisje – Elisabeth Margaretha Leefman – belandt na enige omzwervingen over de kolonie als strafkoloniste op de Ommerschans. Dat is volgens het archief vanwege ‘haar gedrag met een gehuwd man buiten de kolonie’. Haar vrijlating uit de strafkolonie wordt genoemd in dit stukje: www.schackmann.nl/proefkolonie/Archief/182010DrieDelftseWezen.html.
Daarna komt ze bij terecht bij huisverzorger Smit. In 1823 verlaat zij de kolonie.
Familie-onderzoeker Gerard Berendsen en ik zijn er zo goed als zeker van dat de Elisabeth Leefman die hierboven voorkomt dezelfde is als de door hem onderzochte Elisabeth Margretha Leefman. De leeftijd klopt zo’n beetje, het ouderloos zijn klopt, de voornamen kloppen, de verdere geschiedenis klopt met het tijdstip (1823) dat ze de kolonie verliet, dus…….. we denken dat het goed zit.

Zie ook de archiefstukken over Rigagneau of ga terug naar zijn pagina.