Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
Als op grond van dit besluit
alles per 1 juni 1825 opnieuw is ingedeeld en hernummerd, worden
ze gerekend tot de kolonie Wilhelminaoord te behoren en is hun
hoeve nummer 78 van die kolonie. Daar zullen ze altijd blijven
wonen. Dat is tegenwoordig Jongkindt Conincklaan 8, kadastraal
Vledder A 250, met de coördinaten 52.888718 en 6.218415.
Vanaf die tijd zijn ook stamboeken bewaard gebleven. Ze staan
vanaf dan als bewoners van hoeve 78 in de stamboeken
Wilhelminaoord met de invnrs 1352 en verder. Daarvan zijn scans,
zie helemaal bovenaan de pagina hoe die scans te bereiken zijn.
Vledder, overlijdensakte, 7 november 1826, aktenr. 15
Overledene: Gerrit Hogenbirk, geboren te Weesper Kerspel op
01-10-1772; beroep: arbeider; overleden te Doldersum (Vledder) op
07-11-1826; oud: 54 jaren, zoon van Gerrit Hogenbirk en Jansie de
Kloet.
Echtgenote Jannetje van Dijk staat voortaan in de boeken als de
weduwe Hogenberk.
Op 5 mei 1827 vertrekt dochter Matje Hogenberk met
ontslag van de kolonie.
Op 1 maart 1827 gaat Cornelis Hogenberk zijn militaire
dienstplicht vervullen in de Nationale Militie. Hij keert daarvan
terug op 4 maart 1828.
Hoewel pas veertien jaar oud vertrekt dochter Jannetje Hogenberk
op 27 juni 1829 om 'te gaan dienen'. Daarna staat ze in de
boeken als 'dienstbaar buiten de Kolonie'.
Op 31 augustus 1829 wordt Cornelis Hogenberk opnieuw
opgeroepen voor de Nationale Militie. Hij keert daarvan terug op 5
maart 1830 en blijkt vervolgens op de kolonie verkering te
hebben.
Drie maanden later komt hij bij de kleine raad vragen om van de
kolonie ontslagen te mogen worden, terwijl tegelijkertijd die
vraag gesteld wordt ten behoeve van zijn toekomstige bruid. Zeven
maanden later volgt hun eerste kind. Zie daarover en over de
verdere koloniale carrière van Cornelis Hogenberk op zijn eigen pagina.
Op 30 november 1831 keert Jannetje Hogenberk terug op het
moederlijk nest.
Pieter Hogenberk gaat in militaire dienst op 1 mei 1833,
maar hij is alweer terug op 17 juni 1833.
Op 19 april 1834 gaat Jannetje Hogenberk met drie maanden
verlof om te proberen een baantje te zoeken in de gewone
maatschappij, zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Als ze niet terugkeert
wordt ze formeel ontslagen.
Zij is de enige van het stel die de koloniën verlaat. Later
trouwt ze ene Berend Nijensikkinge uit Eelde. Hun eerste kind
wordt weliswaar geboren te Veenhuizen, maar dat zal bij haar broer
Cornelis geweest zijn, want de geboorteakte meldt dat dit niet
haar woonplaats is en verdere kinderen worden allemaal in Eelde
geboren.
Op 13 mei 1834 keert dochter Matje Hogenberk terug na zeven jaar in de gewone maatschappij te hebben gewoond. Maar ook zij krijgt koloniale verkering en op 1 augustus 1835 trouwt ze te Vledder met de kolonistenzoon Johannes Beun. Na een tijdje buiten de kolonie te hebben gewoond, krijgen ze een hoeve pal naast die van Matjes moeder. Zie verder de pagina van Matje Hogenberk
Al vóór Matje is Pieter Hogenbirk in het huwelijk getreden. Op 4 juli 1835 met de kolonistendochter Grietje Zwaan (of Swaan), zie haar voorgeschiedenis op deze pagina. Het verschil met de voorafgaande huwelijken is dat hun eerste kind pas na negen maanden komt.
Per 29 augustus 1835 wordt Pieter aangesteld als opvolger-kolonist op de hoeve die de familie al sinds het voorjaar van 1822 bewoont. Moeder Jannetje van Dijk weduwe Hogenberk komt als ingedeelde bij het jonge stel in huis. De verdere koloniale carrière van Pieter Hogenberk en de zijnen staat op een aparte pagina.
Samengevat: van de vier kinderen trouwen er drie met andere
kolonistenkinderen en blijven altijd op de kolonie.