Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
Pieter Hogenberk is geboren in 1808 of 1809 en dus negen à tien
jaar oud als hij met zijn ouders in de proefkolonie aankomt. Zie
over die eerste periode deze
pagina.
Voor de tijd vanaf juni 1825 en zijn militaire dienstplicht tot
aan zijn huwelijk zie deze
pagina.
Hij trouwt 4 juli 1835 met de kolonistendochter Grietje
Zwaan (of Swaan), zie haar voorgeschiedenis op deze pagina.
Vledder, huwelijksakte, 4 juli 1835, aktenr. 12
Bruidegom: Pieter Hogenberk, geboren te Weesp op 15 02 1809, zoon
van Gerrit Hoogenberk en Jannetje van Dijk.
Bruid: Grietje Swaan, geboren te Enkhuizen op 18-10-1810, dochter
van Roelof Swaan en Jantje Klaasse Houtkoper.
Hij wordt per 29 augustus 1835 aangesteld als
opvolger-kolonist op hoeve 78 van Wilhelminaoord, zie de locatie
op dit
kaartje. en staat geadministreerd op scan 76 van het
stamboek met invnr 1355. Zijn moeder Jannetje van Dijk
weduwe Hogenberk woont als ingedeelde bij het jonge stel in huis.
Pieter wordt 26 mei 1836 opnieuw opgeroepen voor de
Nationale Militie en keert daarvan op 24 september van dat
jaar terug.
Op 11 april 1837 wordt het gezin, inclusief moeder,
overgeplaatst naar hoeve 1 van Doldersum en Wateren, ze staan nu
op scan 95 van hetzelfde stamboek, zie de locatie op dit
kaartje.
Op 30 april 1838 wordt Pieter gepromoveerd tot het hoogste dat een kolonist kan bereiken, hij wordt aangesteld als hoevenaar en het gezin verhuist naar een van de grote boerderijen op het terrein rond het gesticht op de Ommerschans.
De gezinssamenstelling op dat moment:
● Pieter Hogenberk, volgens de kolonieadministratie
geboren februari 1808, volgens genealogieën op internet 15
februari 1809 te Weesp. Hij is getrouwd met
● Grietje Zwaan, geboren 25 november 1812. Ze hebben twee
kinderen:
● Gerrit Hogenberk, geboren 18 april 1836 te
Wilhelminaoord, en
● Roelof Hogenberk, geboren op 1 maart 1838 te Wateren,
maar hij overlijdt 24 oktober 1842 te Ommerschans.
Met het gezin mee naar de Ommerschans gaan:
● Jannetje van Dijk weduwe Gerrit Hogenberk, Pieters
moeder, en
● Jantie of Jannetje Zwaan, geboren 7 januari
1825. Zij is een dochter van een broer van Grietje Zwaan, zie op
de pagina Zwaan.
Ze staan als hoevenaar, ook wel genoemd bouwboer, geadministreerd
in het stamboek van hoevenaars met invnr 1582 (daarvan zijn geen
scans) op folio 8 en daarna in het boek met invnr 1583 op folio
12. Volgens die inschrijvingen wonen ze op boerderij nummer 4, wat
is doorgestreept en vervangen door 17, wat is doorgestreept en
vervangen door 4.
Een maand na aankomst overlijdt echtgenote Grietje Zwaan.
Bevolkingsregister stad Ommen, aktedatum 31-5-1838:
26. 30-5-1838, Grietje Zwaan, 28 jaar, landbouwersche, echtgenote
van Pieter Hoogenberk, dochter van wijlen Roelof Zwaan en Siempje
Houtkooper, is overleden te Varsen
Get: Pieter Hoogenberk, echtgenoot, 29 jaar, landbouwer en Jan
Vossebelt, 55 jaar, landbouwer, beide te Varsen
Pieter Hogenberk hertrouwt op 20 februari 1839 met Aafje
Tijmes, geboren 5 juni 1811, dochter van de proefkolonist
Klaas Tijmes die ook hoevenaar is, zie hier.
Uit dit huwelijk komen volgens de kolonieadministratie:
● Nicolaas Hogenberk, geboren 19 december 1840, maar hij
overlijdt 27 oktober 1842 te Ommerschans (NB: dat is drie
dagen na het overlijden van de hierboven genoemde Roelof, er
heerst die maand iets ernstigs in het gezin).
● Cornelis Hogenberk, geboren op 9 juli 1842,
● Antje Hogenberk, geboren op 23 april 1844,
● Jannetje Hogenberk, geboren op 28 juli 1846, maar zij
overlijdt al op 29 juli 1846,
● Johannes Hogenberk, geboren 30 januari 1848,
● Nicolaas Hogenberk, geboren 17 februari 1850 (zie over
hem lager op deze pagina),
● Jacobus Hogenberk, geboren 22 maart 1852, en
● Pieter Hogenberk, geboren 27 mei 1854, de enige van het
stel die niet op de Ommerschans maar te Frederiksoord is geboren.
Jantie of Jannetje Zwaan vertrekt om 'te gaan dienen' op 4 januari 1846, maar ze is weer terug op 1 oktober 1846.
Jannetje van Dijk weduwe Gerrit Hogenberk overlijdt op 12 januari 1847.
Op 1 november 1847 vertrekt Jantie of Jannetje Zwaan
opnieuw van de kolonie en dit keer blijft ze weg.
Zoon Gerrit Hogenberk gaat op 8 april 1853 met drie
maanden verlof om te proberen in de gewone maatschappij een
baantje te vinden, zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt niet, hij is 13
juli 1853 weer terug.
De permanente commissie besluit op 5 juli 1853 bij agendapunt 12
(moet in invnr 756 zitten waarvan geen scans zijn) om Pieter
Hogenberk te benoemen tot wijkmeester in de kolonie Frederiksoord.
Op 18 juli 1853 verhuizen ze daarnaartoe.
Ze wonen in hoeve 95 van Frederiksoord, zie de locatie op dit
kaartje. Dat is tegenwoordig Wilhelminaoord, maar werd toen
tot Frederiksoord gerekend. Ze staan op scan 141 van het stamboek
Frederiksoord met invnr 1351.
Van daar uit gaat zoon Gerrit Hogenberk op 8 april 1855,
exact twee jaar na zijn eerste poging, opnieuw een betrekking
zoeken en dit keer lukt het en blijft hij weg.
Op 30 oktober 1855 bij agendapunt 39 (moet in invnr 817 zitten
waarvan geen scans zijn) besluit de permanente commissie dat
Pieter toch weer hoevenaar moet worden. Op 10 november 1855
trekken ze weer richting de Ommerschans.
Ze staan opnieuw op folio 12 van het stamboek van hoevenaars met
invnr 1583, maar nu lager op de pagina. Als boerderijnummer staat
er nu 21.
Op 7 juni 1858 vertrekt zoon Cornelis Hogenberk om 'te
gaan dienen' en hij komt niet meer terug.
Eind 1859 neemt de Staat de gestichten te Ommerschans en
Veenhuizen over van de Maatschappij van Weldadigheid, zie ook hier. In het
stamboek met invnr 1583 staat aangetekend: 'Hoogenberk en gezin
overgebragt onder de ambtenaar huisgezinnen den 15 september
1861'.
Ze staan in het ambtenarenregister toegang 0137.01 invnr 51 (geen
scans) waaruit blijkt dat ze als hoevenaars een salaris van ƒ
260,- per jaar krijgen en waar verder is aangetekend:
Dochter Antje Hogenberk vertrekt met ontslag op 21 mei 1865.
Zoon Johannes Hogenberk gaat 6 mei 1868 als milicien in militaire
dienst, keert 19 mei 1869 terug en gaat 28 juli 1870
opnieuw in dienst.
Zoon Nicolaas Hogenberk vertrekt van de kolonie op 29
november 1869.
Verdere registers heb ik niet bekeken. Liefhebbers kunnen terecht bij de ambtenarenregisters in Drents Archief toegang 0137.01 en in de archieven van Binnenlandse Zaken en Justitie bij het Nationaal Archief in Den Haag of bij de gegevens op bonmama.nl.
Een van de zoons van Pieter Hogenberk en Aafje Tijmes is Nicolaas Hogenberk die ook trouwt met een Tijmes en wiens naam valt in het navolgende verhaal, dat komt uit het boek van Albert Piel dat op de site van de historische vereniging Avereest staat:
Op 4 juni 1871 vestigde zich op Dalvoorde, het jonge gezin van
Nicolaas Hoogenberk en Roelofje Tijmes. Hoogenberk was koetsier
bij Jhr. Junius van Hemert op het landgoed Dalvoorde te Avereest.
Het gezin breidde zich uit en achtereenvolgens werden geboren,
Aafje, Zientje (geboren te Avereest, 13 september 1876), Pieter,
Jan, Nicolaas en Cornelis.
Op 6 juni 188 vertrok het gezin naar de Ommerschans. Hoogenberk
werd evenals zijn vader hoevenaar op een kolonieboerderij. Op deze
boerderij, genummerd Ommerschans no. 49, Hoeve no. 11, vertrok
zich het drama, de moord op het dochtertje van Hoogenberk.
Nog leeft dit droevig gebeuren voort in de gedachten van de oudste
bewoners van Ommerschans en omgeving.
Zientje, de tweede dochter van de hoevenaar Hoogenberk, werd mij
door een vroegere speelkameraad van haar beschreven, als een voor
haar leeftijd flinke, forse meid.
Bij al de kolonisten, die daar dagelijks op de hoeven van
Hoogenberk werkten en die zodoende in contact kwamen met de
bewoners, was er één, die oneerbare bedoelingen met dit meisje
had. Toen zij zich tegen deze aanranding verzette, greep hij een
primitief voorwerp, een aardappelmesje en stak haar daarmede in de
borst.
Op 15 oktober 1889 werd Zientje Hoogenberk door deze
bedelaar-kolonist vermoord. Haar moeder, die haar te hulp kwam,
werd ook door de onverlaat bedreigd.
Op het stille kerkhof in de Ommerschans, wijst een eenvoudige
steen de plaats aan, waar Zientje rust, Zientje Hoogenberk,
vermoord in de laatste dagen, dat de kolonisten in de Ommerschans
verbleven.