Pieter Dirks Dijkstra moet met 'goede woorden en bedreigingen naar de kolonie Veenhuizen toegewerkt worden, maar wordt daarna al snel vrije kolonist in Willemsoord

De subcommissie van weldadigheid Bolsward krijgt begin 1825 een plek aangeboden voor een arbeidershuisgezin te Veenhuizen. Zie enkele algemene opmerkingen over die bevolkingscategorie en vandaar kun je doorklikken naar een pagina met de eerste arbeidershuisgezinnen in het derde gesticht.


Aankomst

Bolsward draagt voor het gezin van Pieter Dirks Dijkstra, 'arbeider'. De permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid accepteert de voordracht op 3 februari 1825, zie designatie 72 in het designatieregister 1824. Vervolgens duurt het tot 7 mei 1825 eer het gezin echt in Veenhuizen arriveert, want het vertrek gaat niet soepel.

Bedreigingen

Op 17 mei 1825, invnr 73, schrijft de subcommissie Bolsward:


Wij hebben de eer UEd. te informeren dat het door ons voorgedragen huisgezin van Pieter Dirks Dijkstra in welstand op de 7e dezer in de etablis­sementen te Veenhuizen is gearriveerd.
Wij nemen deze gelegenheid waar, om UEd. te berichten dat den opzending van dit gezin ons zo wel als het armenbestuur van den doopsge­zinde gemeente alhier, wederom veele moeijelijkheid heeft veroorzaakt, aangezien hetzelve ofschoon ons betuigd hebbende daartoe genegen te zijn, waarop wij de voordragt hebben gedaan, in den beginne aarzelden om derwaards te vertrekken: tot dat eindelijk door goede woorden en bedreigin­gen zij gehoor hebben gegeven aan de noodzakelijkheid.


In Veenhuizen

Dat soort oprispingen heeft Bolsward wel vaker, zie deze pagina.

Maar ze zijn in Veenhuizen. Ze worden gehuisvest in woning 51 van het derde gesticht en ze worden geadministreerd op scan 119 van het stamboek van het derde gesticht met invnr 1572. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.

Vanuit die inschrijving en latere inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling

Pieter (een paar keer staat er Pytter of Pyter) Dirks Dijkstra is volgens die inschrijvingen geboren op 4 december 1783. Hij is doopsgezind. Hij is getrouwd met:

Janke Joekes Reinsma, geboren 27 april 1788. Het echtpaar heeft twee kinderen bij zich:

Grietje Dijkstra, geboren 27 december 1822, later veranderd in 21 december 1821, en
● Eekjen Dijkstra, geboren 14 november 1824.


Naar Willemsoord

Al heel snel verhuist het gezin van woning 51 naar woning 65.

Op 12 juli 1825 overlijdt Eekjen Dijkstra.

Op 25 februari 1826 mag het gezin - dankzij de subcommissie Bolsward - naar de vrije kolonie Willemsoord waar ze hoeve 25 betrekken, zie de locatie op dit kaartje. Ze staan nu geadministreerd in de stamboeken van Willemsoord als bewoners van hoeve 25 met de invnrs 1358, 1359 en 1360.

Op de zitting van de kleine raad van 15 maart 1828 komt Pieter Dijkstra vragen met verlof naar Bolsward te mogen. Het wordt toegestaan. Misschien ook op de zitting van 26 juni 1830, maar daar heb ik geen volledige transcriptie van dus ik weet niet om welke Dijkstra het gaat.

 Het gezin breidt uit met:

Mutaties

Uken Dijkstra, geboren 9 september 1829.

Op 12 december 1830 overlijdt de vrouw des huizes Janke Joekes Reinsma.

Op 22 april 1831 overlijdt Uken Dijkstra.

Er komen ingedeelden in het huishouden, waaronder Jeltje Merks Verf, die op 5 april 1831 van de kolonie deserteert en twee maanden later terugkomt, zie de tuchtzitting daarover. En op 23 april 1831 komt als ingedeelde in huis Jeltje Klazes Riemersma, en daar ga ik dan eerst aandacht aan besteden.

Gouvernementsbestedeling Jeltje Klazes Riemersma uit Bolsward die door de directie bij weduwnaars in huis wordt ingedeeld


● Jeltje Klazes Riemersma
is geboren 8 mei 1803 te Bolsward als dochter van Klaas Jans Riemersma en Lolkje Jeltes Koster. Kort voor haar 23ste verjaardag trouwt ze met ene Pieter Karels Spandouw, maar of die overlijdt al snel of er gaat iets anders mis met het huwelijk. In ieder geval valt ze rond 1830 als alleenstaande onder de zorg van het 'Algemeen Stadsarmenhuis in Bolsward' en die plaatst haar in de kolonie.

Tweede helft enzv

Dat gaat op basis van de 'tweede helft van het contract van 16/19 juni 1826', zie voor een uitleg.

Ze komt op 20 februari 1831, ze is dan 27 jaar, in Willemsoord aan. .
Ze komt eerst in huis bij Samuel de Lange. Hij is ongeveer 50 jaar, in 1829 met echtgenote en vijf kinderen vanuit Rotterdam gekomen en net weduwnaar geworden, afgelopen december is zijn echtgenote overleden, zie verder zijn eigen pagina. De inwoning duurt niet lang, na twee maanden verlaat Jeltje de kolonie zonder toestemming, ze 'deserteert'.

Tuchtraad

Ze is al snel weer terug en moet verschijnen voor de tuchtraad van 1 oktober 1831. Het wordt haar niet echt nagedragen en ze wordt dan door de directie bij Pieter Durks Dijkstra ingedeeld. Per slot van rekening hebben weduwnaars de meeste behoefte aan een volwassen vrouw in huis om voor de kinderen te zoegen en het huishouden te doen.

Niet geheel onverwacht komt op de zitting van de kleine raad van 28 januari 1832 Pieter Dijkstra toestemming vragen om met Jeltje Klazes Riemersma te mogen trouwen. De raad vindt ze wel voor elkaar geschikt, maar weet natuurlijk niet dat Jeltje dan al zwanger is.

Nieuw gezin

Op 1 juli 1832 treden Pieter Dirks Dijkstra en Jeltje Klazes Riemersma met elkaar in het huwelijk. Uit dit huwelijk komen de volgende kinderen:

Lolkje Dijkstra, geboren 27 juli 1832, wat dus wel héél snel na het huwelijk is, maar Lolkje overlijdt 20 maart 1834,
Klaas Dijkstra, geboren 20 september 1833,
Dirk Dijkstra, geboren 26 november 1835. Hij overlijdt 6 januari 1837,
Dirk Dijkstra, geboren 29 december 1837, en
Lolkje Dijkstra, geboren 28 december 1840


1834-1841

Op de zitting van de kleine raad van 28 juni 1834 komt Jeltje vragen om met verlof naar Bolsward te mogen, maar dat wordt niet toegestaan.

Op de zitting van de tuchtraad van 15 juni 1835 moet Pieter Dijkstra voorkomen op verdenking van verkoop van koloniale goederen, maar dat wordt een vrijspraakje wegens gebreken in het onderzoek.

Op 12 november 1836 verhuist het gezin van hoeve 25 naar hoeve 29, zie de locatie op dit kaartje.  Dat is vlakbij. De verhuizing is te volgen in het stamboek met invnr 1361.

Dan, in 1841, ze zijn negen jaar getrouwd, is Pieter Durks Dijkstra met verlof in Friesland als hij op 6 juli 1841 overlijdt. Jeltje blijft achter met één dochter uit Pieters eerste huwelijk en drie eigen kinderen.


De nachtelijke jacht op de minnaar van Jeltje Klazes Riemersma weduwe Dijkstra


Plus natuurlijk ingedeelden, want bij zo'n huishouden plaatst de directie jongemannen om te helpen met het landwerk. Bijvoorbeeld

Huibert Bloemzaad, geboren 11 of 13 februari 1808 te Zaandijk als zoon van Klaas Huiberts Bloemraad (met een 'r' ipv een 'z', dus dat is waarschijnlijk juister) en Klaartje Vasters/Vosters de Boer. Hij is ook geplaatst op de tweede helft van het contract van 16/19 juni 1826. Hij komt 3 mei 1842, 34 jaar oud, in de kolonie en wordt meteen bij Jeltje Klazes ingedeeld.

Mutaties

Kort daarop, op 26 mei 1842 gaat Grietje Dijkstra, dochter uit het eerste huwelijk van wijlen Pieter Dijkstra, met drie maanden verlof om te proberen in de gewone maatschappij een baan te vinden. Zie de regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt haar en ze keert niet meer terug op de kolonie.

De indeling van Huibert Bloemzaad bij Jeltje Klazes duurt niet zo heel lang, op 4 augustus 1842 wordt hij overgeplaatst naar een andere hoeve in Willemsoord. Daarna volgen meer overplaatsingen. Hij blijft overal maar kort en ziet diverse huishoudens van binnen. Wel allemaal in Willemsoord en...

Trouwplannen

Op de zitting van de kleine raad van 21 januari 1843 komt Huibert Bloemzaad vragen of hij met de weduwe Dijkstra (dus Jeltje Klazes Riemersma) mag trouwen. De raad is niet negatief, maar blijkbaar wordt het verzoek in de hogere regionen niet toegestaan.

Want dan is het augustus 1843. De wijkmeesters Hazeloop en Van Agteren koesteren een verdenking. Jeltje Klazes weduwe Dijkstra woont op hoeve 29, Huibert Bloemzaad is ingedeeld op hoeve 124. Men vraagt zich af...

'of hij zich niet wel eens des nachts bij die wed. Dijkstra ophield'

Eerdere inval

Om die reden hadden de wijkmeesters al een keer

'daartoe het huis 's nachts doorgezogt, doch hem niet gevonden'

Dat had Huibert Bloemzaad een goeie grap gevonden. En hij kon het niet stil houden.

'Deze misleiding was voor Bloemzaad te mooi om te kunnen verzwijgen, en vertelde toen aan andere kolonisten dat hij in eenen ouden kast zich verborgen gehouden had.'

Dat komt de twee wijkmeesters ter ore,

'waarna het tweede onderzoek gedaan is'

Middernacht

De kolonie slaapt als de 30-jarige Paulus Hazeloop en de 27-jarige Jan van Agteren op pad gaan: Ook hoeve 29 is helemaal donker. De tijd is

'omstreeks van middernacht, en na herhaalde malen kloppen, vroeg de wed. Dijkstra "wie is daar?" en toen den stem van een wijkmeester vernemende, heeft zij zacht, doch zóo dat men het buiten hoorde Bloemzaad gewekt'

Blijkbaar hebben de twee van tevoren al een plan bedacht. Maar dat hebben de wijkmeesters ook. Jeltje opent de voordeur

'en tegelijk kwam Bloemzaad de koedeur uit, om zoo te ontkomen, doch daar werd hij door den wijkmeester van Agteren staande gehouden.'

Desertie

Jeltje ziet de bui al hangen, dit worden toestanden. Op 28 augustus 1843 gaat ze er met haar drie kinderen vandoor, maar op 3 september 1843 zijn ze weer terug. Ze worden in hoeve 18 gestopt, zie scan 20 van het stamboek met invnr 1362.

De Raad van Toezicht Willemsoord houdt zich 15 november 1843 met de kwestie bezig, zie onderaan deze pagina, en heeft de betrokkenen opgeroepen.

'Bloemzaad ontkend, dat hij in huis geweest is en zegt buiten te hebben geloopen'

Onwaarheid

Daarover kan de raad kort zijn:

'dat eene onwaarheid is'.

Jeltje vertoont zich liever niet bij de raad.

'Daarna wordt binnengeroepen de wed. Dijkstra uit hoeve N. 18, die na dat voorgevallene gedeserteerd is, en zes dagen daarna teruggekomen; deze is niet voor den raad verschenen.'


Tuchtraad

Een dag later komt het voor de Raad van Politie en Tucht in de gewone koloniën, bovenaan diezelfde pagina, en dan heeft Huibert zijn verhaal veranderd:

'Verder wordt gelezen een Proces-Verbaal van den Raad van Toezigt van kolonie no 3, van den 15 dezer maand, houdende beschuldiging

1. tegen den bestedeling H. Bloemzaad, welke zich des nachts bij de wed. Dijkstra zoude ophouden.

De beschuldigde binnen geroepen zijnde, bekent tot half twaalf ure bij haar te zijn geweest en dat hij juist zoude zijn vertrokken, wanneer de wijkmeester hem daar niet had weggehaald, waartegen hij zich dan ook volstrekt niet had verzet.'

Hij komt er mee weg.

'Daar het de Raad niet is gebleken, dat Bloemzaad met de wed. Dijkstra in ontucht heeft geleefd,
Besluit men
H. Bloemzaad met eene ernstige vermaning, om zich in het vervolg niet meer bij de wed. Dijkstra op te houden, heen te laten gaan.'


Verbanning

Bij deze raad verschijnt Jeltje wel en dan wordt ze vanwege haar tijdelijke desertie veroordeeld tot een verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans. Dat wordt niet meteen geëffectueerd en op 8 maart 1844 ontvlucht ze opnieuw met haar kinderen de kolonie. Twee dagen daarna volgt Huibert Bloemzaad. Later daarover ondervraagd:

'Hij geeft tot verschooning te kennen, dat hij de wed. Dijkstra, die met haare kinderen naar Steenwijkerwold gedeserteerd was, had gevolgd, om dat zij in zwangerschap verkeerde, ten gevolge van onzedelijke omgang, die hij met genoemde wed. heeft gehad.'


Strafkolonie

Maar blijkbaar lukt het niet zich in Steenwijkerwold te vestigen. Al de 11de maart keert Jeltje terug. Er wordt niet op een tuchtzitting gewacht, meteen de volgende dag gaan zij en haar kinderen naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar ze volgens dit overzicht op 12 maart 1844 aankomen. Weer een dag later is ook Huibert Bloemzaad terug op de kolonie. Hij moet wel voor de tuchtraad van 27 april 1844 verschijnen.

'De beschuldigde binnen geroepen zijnde, bekent zijn misdrijf.'

De raad besluit, zie het zittingsverslag, ook hem voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie te sturen, 'uit hoofde de wed. Dijkstra zich reeds te Ommerschans bevindt'. Maar Bloemzaad wacht daar niet op. Hij ontvlucht op 24 mei 1844 de kolonie voor ze hem naar de Ommerschans kunnen brengen. In zijn latere leven blijkt hij zich te 's Hertogenbosch op te houden, waarbij hij bij een huwelijk als beroep opgeeft 'venter in liedjes'.


Naar Veenhuizen

Op de strafkolonie komt de vrucht van hun relatie:

Elisabeth Riemersma, geboren 11 juli 1844.

Maar Klaas Dijkstra overlijdt op elfjarige leeftijd op 22 maart 1845.

Jeltje en de kinderen worden een kleine drie jaar vastgehouden. Dan gaan ze op 11 maart 1847 met de status van arbeidershuisgezin naar Veenhuizen. Ze staan ingeschreven op scan 18 van het stamboek van arbeidershuisgezinnen met invnr 1575. Woning 41 van het derde gesticht en daar gaat het allemaal gruwelijk mis:

Op 23 juni 1848 overlijdt Jeltje Klazes Riemersma weduwe Dijkstra..

De drie kinderen worden overgebracht naar de zalen van het wezengesticht. Maar:

Op 3 april 1849 overlijdt Lolkje Dijkstra,

Op 21 maart 1850 overlijdt Dirk Dijkstra.

Overlevende

De enige overlevende is Elisabeth Riemersma, de op de Ommerschans geboren dochter van Jeltje Klazes en Huibert Bloemzaad. Ze wordt bij besluit van 21 januari 1851 N14 overgeschreven op het contract D8 dat Bolsward heeft  Zie een uitleg over D-contracten.

Ze staat met nummer 862B in het register van alle op contract geplaatste koloniebewoners met invnr 1389 op scan 285.

Ze blijft eerst in het kindergesticht, maar als in 1859 de Staat de gestichten overneemt gaat ze naar de vrije koloniën, waar ze bij diverse koloniale gezinnen wordt ingedeeld. Volgens de kolonistendatabase verlaat ze pas op 5 juli 1887 de koloniën om naar Bolsward te gaan.