De subcommissie van weldadigheid te Zwolle mag eind 1827
een plek vullen voor een arbeidershuisgezin te Veenhuizen. Zie
enkele algemene opmerkingen
over die bevolkingscategorie en vandaar kun je doorklikken naar
alle arbeidersgezinnen in het derde gesticht.
Veenhuizen
De subcommissie draagt voor het gezin van Pieter van der Korst,
sterk 7 hoofden. De permanente commissie van de Maatschappij van
Weldadigheid accepteert de voordracht op 3 december 1827,
zie designatie 95 in het designatieregister
1826.
Het gezin komt 14 december 1827 in Veenhuizen aan en
betrekt woning 43 van het derde etablissement. Ze staan
geadministreerd in het stamboek van het derde gesticht met invnr
1572 op scan 117. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te
bereiken zijn.
Maar de subcommissie Zwolle heeft ook met de Maatschappij het
contract C6 afgesloten waarmee gezinnen in de vrije koloniën
geplaatst kunnen worden. Zie uitleg over C=contracten en vandaar
kun je doorklikken naar een pagina met alle afgesloten
C-contracten.
Wilhelminaoord
En daar is een vacature, dus al na precies één kwartaal, op 14
maart 1828, gaat het gezin over naar de kolonie
Wilhelminaoord. Ze komen terecht op hoeve 75 van die kolonie en
daar zullen ze elf jaar wonen, zie de locatie op dit
kaartje. Dat is in het wat afgelegen kleine stukje kolonie
dat meestal wordt aangeduid als Doldersum en dat veel later de
naam Boschoord zal gaan dragen.
Ze staan geadministreerd als bewoners van die hoeve in de
stamboeken van Wilhelminaoord met de invnrs 1352 tot en met 1355.
Pas vanaf scan 18 van invnr 1352 beginnen ze geboortedata bij de
gezinsleden te noteren en die neem ik hier over, met de
kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen
zijn van een particuliere organisatie en GEEN officiële bron
waarop blindgevaren mag worden:
Gezinssamenstelling
● Petrus van der Korst is volgens die
kolonieadministratie geboren op 10 januari 1785. Volgens
zijn overlijdensakte te Gouda als zoon van drianus van der Korst
en Johanna Brouwer. Hij is net als de rest van het gezin
rooms-katholiek. Hij is getrouwd met:
● Maria van Emmelen, geboren 1 april 1789.
Volgens haar overlijdensakte te Zwolle als dochter van Theodorus
van Emmelen en NN NN. Zij heeft een voorkind bij zich uit een
eerder huwelijk:
● Johanna van Lint, geboren 17 april 1811.
Petrus van der Korst en Maria van Emmelen hebben de volgende
eigen kinderen bij zich:
● Adrianus van der Korst, geboren 31 december 1816,
● Willemina van der Korst, geboren 30 augustus 1822,
● Johanna van der Korst, geboren 14 juli 1824, en
● Theodorus/Dorus van der Korst, geboren 11 juni 1826.
In Wilhelminaoord komen daar bij:
● Petrus van der Korst, geboren 27 november 1828,
en
● Theodora van der Korst, geboren 11 augustus 1832.
Kleine raad 1828
Als je in de vrije kolonie verlof wil, moet je dat aanvragen bij
de kleine raad voor de gewone koloniën. Ik heb van lang niet alle
kleine raadzittingen transcripties, maar in wat ik wel heb komt de
familie Van der Korst heel vaak voor. Een onvolledig overzicht:
■ Op de zitting van 12
april 1828 komt 'van der Korst, onlangs van Veenhuizen
aangekomen, verlangende slechts voor drie dagen met verlof te gaan
naar Zwolle, om belangrijke zaken waar te nemen en over zijn
pensioen te spreken'. Het verlof wordt hem toegestaan.
■ Een maand later, op de
zitting van 3 mei 1828, is het 'vrouw van der Korst'
die verlof wil. Maar 'omdat deze menschen nog maar kort hier
zijn', krijgt ze dat verlof nog niet.
■ Eind van het jaar, op de
zitting van 27 december 1828 is het weer Petrus van
der Korst, 'verzoekende voor 4 dagen met verlof te gaan naar Zwol'
en dat mag dan weer wel.
Met alkanderen bevredigd
■ Op de zitting van 28
februari 1829 speelt er iets anders. Samen met Petrus van
der Korst komt een van de buren, Ide Jan Gerrits Leltz uit
Harlingen, klagen over een andere buurman en diens huisgenoten,
die 'hem dagelijks zeer beleedigend behandelden, zeggende onder
anderen dat hij een dief was, enz. verzoekende daarin
voorziening'.
Zoals vaker gebeurt zal die klacht door 'eene kommissie,
bestaande uit den onderdirekteur der kolonie, den President en
secretaris van den kleine raad, op donderdag den 5 maart
aanstaande, nader worden onderzocht'. De commissie zal trachten
dat de betrokkenen 'zoo mogelijk met alkanderen bevredigd' worden.
Volgens een bijschrift lukt dat: 'Genoemde kommissie heeft dit
verschil, ten genoegen van beide partijen, uit de weg genomen.'
Kleine raad 1829
Daarna gaat het weer over velof en daarbij vaak over een
pensioentje dat Van der Korst zou hebben.
■ Op de zitting van 18
juli 1829 komt 'vrouw van der Korst, van kol 2, verzoekende
met verlof te gaan naar Zwol, werwaards haar man voor eenige dagen
geweest is, om zijn pensioen te halen, doch dat niet, of slechts
gedeeltelijk heeft gekregen'.
Maar de kleine raad 'is van gevoelen, dat deze reis vruchteloos
zijn zoude en stelt daarom het verlof uit.'
■ Als op de zitting
van 12 september 1829 Petrus van der Korst verlof komt
vragen 'voor zijn vrouw om goederen op te halen', wordt dat wel
toegestaan.
Johanna van Lint
■ Op de zitting van 26 juni 1830 komt Petrus van der Korst weer vragen om verlof en krijgt hij het.
■ Op de zitting van 6 november 1830 vraagt hij voor zijn dochter (eigenlijk stiefdochter, maar alla) Johanna van Lint toestemming om drie maanden op proef te gaan dienen. Zie de regeling waarop die proefperiode gebaseerd is.
Volgens het stamboek vertrekt Johanna op maandag 8
november 1830 naar haar baantje.
■ Als vrouw van der Korst op de zitting van 19
februari 1831 komt vragen om verlof is dat ongetwijfeld om
haar dochter op te zoeken en te kijken hoe het gaat.
■ En inderdaad, op de
zitting van 19 maart 1831 komt vrouw van der Korst,
overeenkomstig de hiervoor genoemde verlofregeling, vragen om
'verlenging van verloftijd voor hare dochter Johanna Lint, sedert
3 maanden dienstbaar te Zwolle en zich aldaar wel gedragende'.
Het wordt toegestaan, maar... het stamboek meldt dat Johanna van
Lint op 10 april 1831 terugkeert in de kolonie en zich
weer bij het gezin voegt.
Verlof, verlof
■ Als Petrus van der Korst op de zitting van de kleine
raad van 6 augustus 1831 weer 8 dagen verlof naar Zwolle
komt vragen om weer iets rond zijn pensioen te regelen, wordt daar
moeilijk over gedaan. Het verlof wordt 'uitgesteld, om hierover
eens met den Heer Direkteur te spreken'.
Maar daarna gaat het weer probleemloos.
■ Op de zitting van 28
januari 1832 wordt hem een verlof van acht dagen verleend.
■ Op de zitting van 18
januari 1834 gebeurt hetzelfde met een verlof 'voor den tijd
van vier dagen'.
■ Bij de kleine raad
van 3 mei 1834 gaat het weer om acht dagen en neemt hij
zijn zoon Adrianus mee naar Zwolle.
■ Op de zitting van 28
juni 1834 mogen Petrus van der Korst en zijn vrouw samen
voor veertien dagen naar Zwolle.
■ Op de zitting van 5
januari 1835 is het zoon Adrianus van der Korst die alleen
acht dagen naar Zutphen wil en mag gaan.
■ En op de zitting van
31 december 1836 is het weer Petrus die verlof krijgt. Maar
nogmaals, ik heb van lang niet alle kleine raadzittingen
transcripties en er kunnen (en zullen) nog meer verlofaanvragen
zijn.
Pogingen tot vertrek
In de tussentijd zijn er wat pogingen tot vertrek ondernomen van
de oudste kinderen, die steeds bij de derde keer doorzetten.
■ Johanna van Lint gaat 27 juni 1835 opnieuw met
drie maanden verlof om te gaan dienen, maar ze is op 8
augustus 1835 al weer terug. Ten derde male vertrekt zij op
31 maart 1838 om te gaan dienen en dan blijft ze weg.
■ De oudste zoon Adrianus van der Korst gaat op 29 april 1836 in militaire dienst, maar is op 4 mei 1836 al weer terug. Hij gaat opnieuw op 4 november 1836 en is op 10 november 1836 terug. Ten derde male gaat hij in militaire dienst op 4 mei 1837 en dan blijft hij langer weg.
Nieuw is dat vanaf december 1836 het gezin Van der Korst voor het eerst ingedeelden in huis krijgt, net zoals de meeste koloniale gezinnen.
Veel Ja! zeer veel
Maar in 1839 wordt duidelijk dat zich bij de directie in de loop
der jaren behoorlijk wat irritatie over het gezin Van der Korst
heeft opgebouwd. Dat komt aan het licht bij de raad van toezicht
van Wilhelminaoord van 23 april 1839, bijlage 2 op deze pagina.
De nu zestienjarige dochter Willemina van der Korst is tekeer
gegaan over een andere kolonist met vergaande beschuldigingen. De
wijkmeester en de onderdirecteur van Wilhelminaoord verklaren
echter dat er aan die kolonist niets schort, terwijl 'daarentegen
het huisgezin van Van der Korst veel Ja! zeer veel te wensen
overlaat'.
Als gevolg daarvan wordt Willemina bij de raad van policie en
tucht van 27 april 1839 veroordeeld tot drie dagen
opsluiting in de strafkamer. Maar het is slechts een opmaatje...:
Kroegschulden
Bij de eerstvolgende tuchtraad, op 18 mei 1839, wordt
duidelijk wat Petrus van der Korst tijdens zijn vele verlofdagen
uitvoert: hij zit voornamelijk in de kroeg en betaalt dan zijn
drankrekening niet. Bijlage 3 op deze pagina bevat
een schriftelijke klacht van een kroeghoudster uit Zwolle.
Bijlage 2 behandelt die klacht, evenals een verslag van een
huiszoeking bij Van der Korst om de staat van zijn beddegoed te
onderzoeken. Plus, samen met bijlage 4, de oplichting van een
ingedeelde:
● Jacomina Johanna Putto is geboren in 1790.
Zij is de weduwe van ene W. Fellinga, zij is afkomstig uit
Deventer en zij is door het gemeentebestuur van die plaats in de
kolonie geplaatst op grond van de tweede helft van het contract
van 16/19 juni 1826, zie een uitleg.
Ze is op 29 april 1837 in de kolonie aangekomen en ze
heeft van 16 november 1837 tot 6 oktober 1838 bij de familie Van
der Korst in huis gezeten.
Ommerschans
De slotconclusie van de tuchtraad is dat het gezin Van der Korst
'zeer slordig en ordeloos is' en ze worden veroordeeld tot een
verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de
Ommerschans.
Blijkens dit
overzicht komen ze daar op 18 juli 1839 aan. Er
vinden de volgende gebeurtensisen plaats:
■ Adrianus van der Korst keert terug uit militaire dienst op 31
augustus 1839.
■ Petrus van der Korst (senior) deserteert op 3 januari 1840,
maar is op 8 januari weer terug. Hij zal daarvoor gestraft zijn,
maar daar heb ik geen transcriptie van.
■ Adrianus van der Korst deserteert op 12 mei 1841, en is al dan
niet vrijwillig weer terug op 15 juli 1841. Daarna gaat hij
opnieuw in militaire dienst op 4 december 1841, maar is hij weer
terug op 25 juni 1843.
■ Dochter Johanna van der Korst vertrekt met ontslag op 10
september 1842, maar is terug op 4 december 1842.
■ Tenslotte krijgt het gezin de status van arbeidershuisgezin
waar ze ook mee begonnen zijn en vertrekken ze op 11 november
1843 naar Veenhuizen.
Veenhuizen revisited
Ze staan nu op scan 10 van het register van arbeidersgezinnen met
invnr 1574. Woning 40 van het derde gesticht. Hier begint de
leegloop:
■ Zoons Theodorus/Dorus en Petrus van der Korst
gaan tegelijk in militaire dienst op 24 maart 1844. Petrus
is daar eigenlijk wat jong voor, dus misschien gaan ze bij de
marine, maar dat weet ik niet.
■ Dochter Johanna van der Korst vertrekt met ontslag op 9
augustus 1845. Waarschijnlijk al eerder, want ze trouwt op 7
juni 1845 te Norg. Haar echtgenoot heeft ze misschien in
Wilhelminaoord leren kennen:
● Nicolaas Janken of Janka is een onecht kind
van Maria Janken, de echtgenote van kolonist Adrianus Geurtse uit
Amersfoort, over wie ik nog een pagina
zal maken. Nicolaas Janken is geboren 14 juli 1821 en hij
is 28 januari 1839 met zijn moeder en stiefvader en hun
gezin aangekomen in Wilhelminaoord, dus heeft hij zes maanden
tegelijk met Johanna van der Korst op die kolonie gewoond.
Uit de geboorteakten van kinderen van Nicolaas en Johanna lijkt
het dat ze wonen in het semi-illegale dorp van zelfgebouwde
plaggenhutten dat nu bekend staat als 'de hutten onder
Noordwolde', later als Noordwolde-Zuid en nog later als Lombok.
■ Zoon Adrianus van der Korst deserteert van de kolonie
op 6 februari 1846.
De rest van het gezin krijgt een nieuwe kans in de vrije koloniën
op 26 september 1846.
Wilhelminaoord revisited
Ze komen nu terecht op de nieuw-gebouwde hoeve 101 van
Wilhelminaoord, zie de locatie op dit
kaartje. Dat is in Friesland, dichtbij het huttendorp waar
dochter Johanna woont. Ze staan als bewoners van hoeve 101 in de
stamboeken van Wilhelminaoord met de invnrs 1356 en 1357, met dien
verstande dat de hoeve in 1853 wordt omgenummerd van 101 naar
nummer 72.
Alleen de dochters Willemina en Theodora wonen nog thuis, dus de
directie duwt er flink veel ingedeelden bij.
■ Vermeld wordt dat Petrus van der Korst op 10 februari 1848
'voor 4 weken naar het Huis van Arrest te Heerenveen' gaat en op 9
maart 1848 weer terug is. Waarvoor hij veroordeeld is weet
ik niet.
■ Dochter Willemina vertrekt met ontslag op 22 maart 1850.
Ze trouwt een week later met de kolonistenzoon Johannes Verhoeks
(die in de kolonistendatabase staat als Verhoekx)
Tot slot
Verder heb ik uit die periode geen aantekeningen en blijkens dit
overzicht ook geen
transcripties van de tuchtzaken, dus ik weet niet waarom Petrus
van der Korst, echtgenote Maria van Emmelen en dochter Theodora
van der Korst op 27 november 1858 opnieuw uit de vrije
koloniën moeten vertrekken en - voor de derde keer - in Veenhuizen
komen. Er schijnt een brief over te zijn van 8 november 1858, maar
die heb ik niet gezien.
Ze staan nu op scan 32 van het stamboek van arbeidersgezinnen met
invnr 1575. Woning 34 van het eerste gesticht. Zoals onderaan deze pagina uitgelegd,
valt er bijna niet achter te komen waar arbeidersgezinnen blijven
als in 1859 de Staat de gestichten te Veenhuizen en de Ommerschans
overneemt van de Maatschappij.
Maar blijkbaar blijven de inmiddels bejaarde echtelieden in
Veenhuizen:
■ Petrus van der Korst overlijdt daar op 15
september 1859.
■ Maria van Emmelen overlijdt daar op 10 augustus
1864.