Naar het overzicht
van de maandbladen
Veel over het bedelaarsgesticht op de Ommerschans, dat dit jaar gereed komt en in gebruik genomen wordt. Zie bijvoorbeeld het algemeen verslag in het augustus-nummer en de commissie van toevoorzicht die in het oktober-nummer beschrijft hoe ze het gebouw in augustus bezochten. Maar ook het artikel met de h-e-l-e lange naam waarmee het juni-nummer begint.
Dan komt eerst het 'Doorluchtig Voorzittend Hoofd der Maatschappij', oftewel prins Frederik op visite, beschreven in het juli-nummer. Dan in september eerst de minister van Binnenlandse Zaken en diezelfde maand... Zijne Majesteit koning Willem I die door zijn zoon is meegesleept naar de kolonie en in de proefkolonie zelfs woningen van kolonisten binnengaat!! Het kan niet op.
pagina 1 Over de administrative inrigtingen in de
koloniën (vervolg van pagina 920 van de jaargang 1821).
pagina 29 Nadere ophelderingen wegens het Hofwijlsche
Instituut en den Heer van FELLENBERG zelven. (vervolg uit 1821)
pagina 47 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen. (vervolg van pagina 963 van de jaargang 1821)
pagina 65 Landbouwkundige waarnemingen, voorschriften en
berigten.
pagina 71 Middel tegen de mieren.
pagina 72 Kolonieberichten (januari):
- nieuwe leden, donateurs en giften, met bijzondere vermelding van
de Javaanse afdeling.
"De weinige zieken in de koloniën zijn over het algemeen
herstellende; in het bijzonder geldt dit ten aanzien van den
kolonist ter smette in no. 1, die zeer ziek is geweest."
Dokter Schuurman heeft weer 68 kinderen gevaccineerd.
De kolonisten gedragen zich goed en gaan naar de kerk.
De kolonisten werken tenminste 4 dagen op het veld:
"Op bijkans de helft der hoeven van kolonie no. 4 is het noodige
zand uit de greppen gedreven, om over het veen te brengen. In no.
6 en 7 zijn de noodige wegen aangelegd, bijna al de scheidings- en
andere greppen gemaakt; en men is er bezig met ploegen, spitten en
afsteken van plaggen."
"Volgens het algemeen besluit der Permanente Kommissie, is op den
1 januarij ll. door den Heer Direkteur uitreiking gedaan der
jaarlijksche premiën, aan die kolonisten toegelegd, welke in 1821
gouden, zilveren, of koperen medailles verkregen hebben.
Ook is op dien dag, ter koloniale viering van het nieuwjaarsfeest,
wederom aan de huisgezinnen in al de koloniën eene uitreiking
gedaan van wittebrood, kaas en bier. De avond is in eene gepaste
en ordelijke vrolijkheid, onder het dansen in de onderscheidene
spinzalen der koloniën, doorgebragt."
pagina 81 Het overnemen van wees- of armenkinderen, met
of zonder bijvoeging van huisgezinnen, of ook dat van bedelaars,
in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, bij
kontrakt, hetzij dan in of buiten verband met 1/4 gedeelten der
lidmaats-kontributie, voor de vestiging van verarmde huisgezinnen
op de gewone wijze, - nadeelig of voordeelig?
pagina 88 begint over bedelaars; 2/3de van de
oververdiensten 'strekken den besteders in mindering der
jarlijksche bestedingspenningen, zoodat, indien een bedelaar f
40:00 of meer in het jaar boven kost en kleeding verdient, hij
zijnen besteder niets kost'.
Tenzij je kiest voor het afzien van die 2/3de, dan kost plaatsing
f 30.00 per jaar.
Na 16 jaar wel 15.
Vereist wordt 'een certifikaat van gezondheid en gaafheid van
leden'
Op pagina 90 houdt het al op over bedelaars
pagina 95 In een noot is sprake van 'Verzameling van Wetten
en Reglementen'.
pagina 97 Er zijn voor 1822 plannen voor 125 nieuwe hoeves
bij uitbreiding van koloniën.
pagina 101 'Eindelijk, alzoo is ook de weg gebaand ter
ruime besteding van bedelaars, zoo ondeeligen, als uit geheele
familiën bestaande, die, hetzij uit ¼ der kontributie, of uit een
afzonderlijk fonds, op eene zeer onkostbare wijze, uit de groote
maatschappij weggenomen, in eene dwang-kolonie, afgescheiden van
de overige koloniën, overgebragt, tot den veld- en anderen arbeid
door eigen nood en behoefte gedrongen, aan eene gezonde en
regelmatige leefwijze gewend, en, zoo mogelijk, tot beschaving en
zedelijkheid opgeleid worden, waardoor dan de groote maatschappij
allengkens wordt ontheven van eenen drukkenden last, en het lot
der bedelaars zelven aanmerkelijk verbeterd.'
(dit gaat zo nog even verder)
(in een noot gaat het even over Heintje van Vliert)
pagina 108 Vervolg van het werk van den Graaf L. de V. ...
(deel 2)
pagina 136 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen (vervolg van pagina 64)
pagina 152 Eenige bijzonderheden, ontleend uit het rapport,
wegens de berigten der leden korrespondenten van de Nederlandsche
Huishoudelijke Maatschappij, ter vergadering van junij 1821
uitgebragt.
pagina 159 Kolonieberichten (februari):
"Indien op sommige plaatsen, vooral ten platten lande, meest uit
hoofde van de drukkende omstandigheden der landbouwers, het
bedanken van individuele leden aanhoudt, gaat de Maatschappij
tevens voort, elders, bijzonder in de steden, nieuwe leden aan te
winnen."
De Sub-kommissie te Delft heeft aan andere kommisiën, autoriteiten
en korporatiën, een loffelijk voorbeeld ter navolging gegeven,
door het sluiten van een kontrakt ter plaatsing, bij provisie, van
10 bedelaars in de Ommerschans.
"GEERAARDS in kolonie no. 1, zeer ziek geweest zijnde, betert meer
en meer."
"Op het gedrag der kolonisten valt thans niets aan te merken. Er
is zelfs geene enkele klagte dienaangaande, door den
Onder-Direkteur of door Wijkmeesters, bij den Direkteur ingekomen.
[Zoo ziet men, wat orde en eene gepaste handhaving der wetten,
gepaard met wijze zachtmoedigheid, op den zedelijken mensch, zelfs
van weinige beschaving, in maatschappij vermogen]."
pagina 161 Onderzoek naar het vermogen van aanwas in getal
der menschen op den aardbodem. Een antwoord op de proeve van den
Heer MALTHUS, aangaande deze stof. Door WILLEM GODWIN (Naar het
Engelsch) (Overgenomen uit de Quarterly Review)
pagina 197 Nadere ophelderingen wegens het Hofwijlsche
Instituut, bijzonder met opzigt tot volks-opvoeding en onderwijs.
(deel 2)
pagina 231 Over eene betere behandeling der knotwilligen,
enzv.
pagina 236 Berigt wegens eene geldleening van 300,000.00,
door de Maatschappij van Weldadigheid.
pagina 239 Kolonieberichten (maart):
- giften en ledenwinsten.
- In de kolonie gaat alles goed: "Derzelver middelen van bestaan
zijn aanhoudend ruim en overvloedig. Het sprekendste bewijs, dat
wij hiervoor geven kunnen, is het weinig maken van nieuwe schuld,
die, over den geheelen omvang eener bevolking van meer dan 2100
zielen, wekelijks niet meer dan ƒ25.00 of ƒ30.00 bedraagt, en dan
nog schier alleen door ziekten wordt veroorzaakt."
"In kolonie No 5 (Ommerschans) wordt thans [ten gevolge der aldaar
te wachten aanzienlijke bevolking van bedelaars: zie boven] met
200 tot 300 man gewerkt, en dit getal groeit nog dagelijks aan."
"De kolonist KNEESENBERG, zich aan dronkenschap en brutaal gedrag
jegens de Wijk- en Sektiemeesters hebbende schuldig gemaakt, is
voor den Kolonialen Raad van Policie te Steenwijk gebragt, en door
denzelven naar de Ommerschans verwezen."
Twee verslagen over het onderwijs, door Jan Hessels van Wolda. Die zijn ondergebracht op
de Onderwijspagina's.
pagina 245 Aanwijzing der voordeelen van de afzonderlijke,
en echter maatschappelijke verzorging der armen, in koloniën
vereenigd, boven die van derzelver ondeelig en verstrooid bestaan
in de groote maatschappij.
pagina 282 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen (deel 2)
pagina 293 Uittreksel uit een werk, ten titel voerende:
histoire de l'administration des secours publics, par Mr. le Baron
DUPIN, door Alexandre de la BORDE, lid van het Fransche Instituut.
(uit de Revue Encyclopédique)
pagina 301 De Maatschappij van Weldadigheid (een lofzang
van W. Messchert uit Rotterdam). Zie stukjes eruit op
deze pagina.
Bijschrift van de redactie: "Hoe karig ook anders in het plaatsen
van stukken, die maar eenigzins schijnen konden de eigenliefde van
het Hoofdbestuur der Maatschappij te streelen, meenden wij echter
de mededeeling van dit schoone dichtstuk, ons door den dichter
edelmoediglijk vergund, aan het publiek schuldig te zijn, waardoor
gewis de natie hem met ons danken zal."
pagina 317 Wijze, waarop men vele en zeer groote aalbeziën
kan teelen, enzv.
pagina 318 Kolonieberichten (april):
- Een gift en enkele nieuwe leden.
- uitloting negociatie.
"In deze maand zijn twee kinderen geboren, en drie kolonisten in
no. 1, 2 en 5 (Ommerschans) overleden, t.w. A. KRAAY, ... DITMAR
en S. BENSONIDES.
Het zedelijk gedrag der kolonisten is doorgaans ordelijk. Die van
no. 1 begonnen wederom allengskens andere dan koloniale kleeding
te dragen. Strenge maatregelen zijn noodig geweest, om dit kwaad
in zijne weder-opkomst te stuiten.
Uit de overige koloniën is generlei beklag wegens eenig misdrijf
bij den Direkteur ingekomen."
De veldvruchten staan goed, er wordt nog steeds gepoot.
(werkzaamheden) die in No 5 worden nog met alle kracht voortgezet,
gelijk men aldaar eerlang in volle werkzaamheid zal zijn ter
oprigting der noodige gebouwen, om een aanzienlijk getal bedelaars
te ontvangen,
"De kolonist WAGENAAR, zich op den duur aan luiheid hebbende
schuldig gemaakt, zoodat hij zijn onderhoud niet verdiende, is
door den Raad van Policie te Steenwijk naar de Ommerschans
verwezen."
Het bureau der Maatschappij van Weldadigheid is thans verplaatst
in de Prinsestraat, Wijk D, No 390, binnen 's Gravenhage.
pagina 321 Verhandeling over de oorzaken der groote
goedkoopheid van de Levensmiddelen, sedert 1819. (uit het Kunst-
und Wissenschaftsblatt)
pagina 370 Nadere opheldering wegens de Hofwijler
instellingen enzv. (deel 3)
pagina 400 Iets over de vlasteelt.
pagina 402 Engelsche wolhandel.
pagina 403 Verbeterd snoeiwerktuig.
pagina 405 Kolonieberichten (mei):
- Diverse giften, waaronder 75 exemplaren van het Aardrijkskundig
schoolboek der provincie Drenthe door een boekhandelaar uit
Coevorden.
"Volgens het maandelijksch berigt van den Heer Direkteur der
koloniën, zijn er in deze maand meer zieken dan gewoonlijk in de
koloniën no. 1 en 2 geweest, hetgeen eenige huisgezinnen heeft
doen lijden. Men zie daaromtrent het hierachter gevoegd verslag
van den Heer Med. Dr. Schuurman."
Werk is er in overvloed, de veldvruchten staan bijna allemaal er
goed bij.
In kolonie No 3 staan rogge en klaver thans ook vrij goed, gelijk
ook ongeveer 5 morgens winterrogge, in No 5 gezaaid.
Het hoofdgebouw in de Ommerschans is reeds tot aan de eerste
verdieping klaar. Met de buitenwoningen is er reeds een begin
gemaakt.
De school gaat langzaam, maar degelijk vooruit.
De bevolking van de koloniën bedraagt thans 2178 zielen.
pagina 409 Verslag van den Heer Med. Dr. schuurman, wegens
den staat der gezondheid in de koloniën. Hoogtepunten
hieruit staan op de site van De proefkolonie.
In de overige koloniën is alles thans zeer gezond; zeer weinige
zieken worden aldaar waargenomen.
pagina 411 Een artikel met de pakkende titel: "Is het op
goede gronden betoogbaar, dat de thans door het Gouvernement
beraamde maatregelen, ter plaatsing van een aanmerkelijk getal
bedelaars in de Ommerschans en verdere door de Maatschappij van
Weldadigheid aan te leggen etablissementen, genoegzaam zijn, om,
binnen den tijd van twee of drie jaren alle bedelarij, immers van
dezulken, die arbeiden kunnen, vooral in de Noordelijke Provinciën
des Rijks, geheel uit te roeijen?"
Overzicht van de geschiedenis van de bedelaarsopvang, inclusief
werkzaamheden staatscommissie, en dan berekeningen. Volgens min BZ
werd juni 1821 aan bedelaarswerkhuizen besteed... enz.
pagina 416 denkelijk in augustus is het gesticht klaar.
Ook rekensom over de concurrentie van het werkhuis in Hoorn.
pagina 420 beschrijving bedelarij
Omzwervende bedelaars leiden een 'lediggaand, slenderend en
nomadisch leven'.
De strafkolonie wordt opgevoerd als proeftuin voor
bedelaarsgesticht
Tegen mensen die vrezen voor opstand, zamenrotting en desertie, oa
dat ze 's nachts worden opgesloten in een met dubbele gracht
omgeven OS. Plus andere maatregelen tegen desertie.
Legioen aalmoes-vragende lediggangers
pagina 428 Eenige wenken ter vergrooting der vruchtbaarheid
van de bouwlanden, enzv.
pagina 434 Nadere ophelderingen wegens de Hofwijler
instituten, enzv. (deel 4)
pagina 455 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen (deel 3)
pagina 471 Kolonieberichten (juni):
De directeur zendt meestal rond de 18de zijn koloniale berichten,
en ze bevatten dus ook nog de tweede helft van de vorige maand. In
de Kolonieberichten staat ook 'heden, den 25 junij'.
De gift van jonkvrouw Hoofman uit Haarlem en 100tal exemplaren van
een "zeker bevallig en leerzaam schoolboekje", aangeboden aan de
leerlingen van de scholen.
Benoeming van Honoraire Leden (Messchert o.a.)
Stemlijsten voor de Commissie van Toevoorzicht.
"Ook het gedrag der kolonisten blijft, zoowel buiten als in de
koloniën, over het geheel onberispelijk. Zelfs kan men, vooral bij
de kolonisten in no. 1 en 2, een' meerderen graad bespeuren van
ijver en vlijt in het bewerken van hun eigen grond, en zulks uit
vrije van zelfsheid, en dit heeft zelfs bij dezulken plaats die te
voren meer tot den arbeid moesten worden aangeprikkeld, - hetgeen
zeer zeker een gevolg is van eene aanmoedigende beschouwing der
nuttige gevolgen van vroegeren arbeid. - Eén kolonist echter uit
no. 2, en één uit no. 4, zijn voor den Raad van Policie te
Steenwijk gebragt geweest, en hebben de noodige berisping en
waarschuwing ontvangen, als hebbende aan de respektive
wijkmeesters, die over hen gesteld waren, geweigerd de
voorgeschrevene, gewone werkzaamheden te verrigten."
De veldgewassen staan ondanks wat moeilijkheden goed. Melding van
de strenge nachtvorst die de gewassen in de omgeving veel, maar
die op de kolonie weinig schade heeft aangebracht.
In No 4, 5 en 6 zijn de werkzaamheden voor dit saizoen ook zoo
goed als geëindigd. (...) In No 5 (Ommerschans) zal de arbeid tot
aan de aankomst der bedelaars vanwege het gouvernement, langzaam
worden voortgezet. Aldaar zijn ongeveer 70 morgens met aardappelen
bepoot, en even zoo veel gronds met rogge, haver en boekweit
bezaaid, waaronder ook klaver en ray-gras.
De werkzaamheden van het hoofdgebouw in de Ommerschans zijn sterk
gevorderd, zoodat de geheele omtrek tot op de eerste verdieping is
opgetrokken. De zolderbalken zijn gelegd. Aan den éénen vleugel is
men reeds bezig den kap er op te zetten. Ook zijn reeds drie
buiten-woningen in gereedheid.
Over de school: "In no. 1 had de opkomst der kinderen uitgemunt,
en vele der grootste jongen, zelfs eenige kinderen uit de
dagschool, woonden de avondschool bij. Ongelukkiglijk werden de
beide onderwijzers, daarin fungerende, den 16den mei ziek, en de
één, H.H. MIDDELBOER, sedert twee jaren getrouw en bemind in den
schooldienst bezig, overleed den 28sten daarna; terwijl de tweede,
J.H. GEERARTS, in het begin van junij weder begon te herstellen,
doch nog buiten staat was, het maandrapport op te maken. Sedert
dien is het school-onderwijs in deze kolonie met vrucht weder
hervat."
pagina 479 Nader verslag van den Heer Med. Dr. schuurman,
wegens den staat der gezondheid in de koloniën. Hoogtepunten
hieruit
staan op de site van De proefkolonie.
pagina 483 De mensch als gezellig wezen bestemt tot
arbeidzaamheid en zedelijkheid; en zijne opleiding daartoe de
grootste weldaad, die men hem in den staat van armoede kan
toebrengen.
pagina 505 Nadere ophelderingen wegens de Hofwijler
instellingen (deel 5)
pagina 530 Nasporingen, omtrent de vorderingen van het
openbaar onderwijs, de kunstmatige uitvindingen, gebruiken en
zeden, in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. (uit de Revue
Encyclopédique)
pagina 552 Kolonieberichten (juli):
- Regeling van de katholieke godsdienst in de kolonie.
"Den 26-28 junij ll. had de Direktie der koloniën het vereerend
genoegen, van het Doorluchtig Voorzittend Hoofd der Maatschappij,
den Prins der Nederlanden, in de koloniën te mogen ontvangen. De
naauwkeurige en minzame wijze, waarop Z.K.H. zich gewaardigde,
alles wat den landbouwenden, fabrijkmatigen, huishoudelijken en
administrativen staat der kolonieën betreft, tot in de minste
bijzonderheden op te nemen, om de kennelijke goedkeuring, welke al
het gebezigtigde, zoo in de vrije koloniën, als in de Ommerschans,
van Z.K.H. mogt wegdragen, was de streelendste beloning voor zoo
vele en groote pogingen, en zal nog lang in het geheugen blijven
als eene aanmoedigende proeve van Hoogstdeszelfs levendige
belangstelling in al was onze Maatschappij aangaat.
Vaststelling van de Algemene Vergadering.
"Het gedrag der kolonisten biedt geene stof aan tot nieuwe
aanmerkingen."
De veldgewassen doen het boven verwachting, met name het veldje
vlas dat in kolonie 1 is aangelegd. Thans wordt de rogge gesneden
en ingehaald.
Het gebouw aan de Ommerschans nadert de voltooiing. "Zes
buitenwoningen, bestemd voor zoo vele groote hoevenaars, zijn
bijkans gereed. Een der daarvoor bestemde kolonisten, met name
molenaar, is reeds derwaarts verplaatst, en zal spoedig door vijf
anderen, even verdienstelijk als hij, gevolgd worden. [Men merke
wel op, dat deze kolonisten niet tot straf, maar wel tot
belooning, derwaarts verhuizen, worden zij bestemd, om, als het
ware gelijk hoofdpachters, buiten de Ommerschans te wonen, op
hoeven ieder van 42 morgens, welke door de bedelaars zullen worden
bearbeid]."
pagina 557 Berigt van Dr. J.B. SCHUURMAN, wegens den staat
der gezondheid in de koloniën. Hoogtepunten
hieruit
staan op de site van De proefkolonie.
pagina 559 Algemeen Verslag wegens den staat der
Maatschappij van Weldadigheid en harer koloniën in het Noordelijk
gedeelte des Rijks, gedaan door de Permanente Kommissie, in de
vijfde Algemene Vergadering der Kommissie van Weldadigheid,
gehouden in 's Gravenhage, den 22 julij 1822.
pagina 562 (na een opsomming van de andere activiteiten)
Behalve alle deze ondernemingen, is het Bedelaars Instituut aan de
Ommerschans bijna voltooid, en het zal zulks volkomen zijn met het
einde dezer maand.
1,000 à 1,200 Bedelaars, van Gouvernementswege door ons over te
nemen, zullen gelijktijdig kunnen gevestigd worden in een gebouw,
twee verdiepingen hoog, een vierkant omsluitende van ongeveer
driehonderd voeten diameter, en dus van ruim een morgen gronds.
Ieder vleugel heeft eene lengte van 316 voeten (97,96 meter);- een
gebouw derhalve, zoowel wat de inwendige ruimte, als wat den
geheelen omvanmg betreft, ruimer dan er ergens een van dezen aard
in ons Vaderland gevonden wordt, en hetwelk alle gemakken, zoo ter
afscheiding der seksen, als der meer bejaarden en kinderen
aanbiedt, gepaard met de gelegenheid tot ligchaamsoefeningen, voor
de gezondheid zoo noodzakelijk.
Reeds zijn 300 morgen gronds, in den naasten omtrek van dit
gebouw, zoo geheel als ten deele, tot kultuur gebragt en bezaaid,
welke in het vervolg met nog 700 andere morgens staan vermeerderd
te worden.
Deze gewigtige onderneming, eerst sedert het begin der maand Mei
aangevangen (...)
De bijzondere bepalingen ter regeling van deze groote onderneming
... krijgt de CvT als een memorie.
De bekende staatscommissie, onder presidentschap van prins
Frederik, is belast met het onderzoek van den staat der
behoeftigen in het geheele Rijk, en in het bijzonder om na te
gaan, in hoe verre van de daartoe betrekkelijke voordragten der
Kommissie van Weldadigheid een nuttig gebruik zoude kunnen worden
gemaakt, ten einde de bestaande armoede te verminderen en de
openbare bedelarij te beteugelen, van welker gunstig verslag eene
overeenkomst met het Gouvernement ter overneming van 1,000 a 1,200
Bedelaars in den loop dezes jaars reeds een eerste gevolg is
geweest.
pagina 566:
(over Houtman en de Haan) Dáár, tusschen den honger of den arbeid
geplaatst, hebben zij, na eenige wederstreving, den laatsten
wijsselijk gekozen, en thans bestaan er over hen geene klagten.
pagina 568 over de hoevenaars
pagina 569: Alreeds heeft de Kolonist Krabshuis uit zijne
overwinst vier paarden aangekocht, en twee koeijen, boven en
behalve de twee, welke de Maatschappij de Kolonisten verstrekt.
Bult en Kranendonk bezitten mede reeds ieder een span paarden. De
Kolonist Molenaar heeft, na het afbetalen zijner jaarlijksche
lasten, en bij het noodige tot zijn onderhoud, in het verleden
jaar nog voor f 93,00 aan produkten verkocht.
pagina 596 Kolonie No 5: Tot hiertoe eigenlijk de
Straf-Kolonie, die eerstdaags in een Instituut voor Bedelaars
staat veranderd te worden, thans bevolkt met 79 zielen, levert een
in alle opzigten voldoend resultaat op. Het strenger toezigt over
de meest luijen en onzedelijksten der Kolonisten, alhier
geplaatst, heeft dezelve in arbeidzame, en reeds zeer velen hunner
in oppassende menschen herschapen. (verwijzing naar bijlage met
ontslagenen)
In deze Kolonie zijn niet alleen geene nieuwe schulden gemaakt
(dit toch is door den aard der inrigtingen niet mogelijk), maar
zelfs hebben de Kolonisten van den 20sten April tot ultimo Mei
1822, en dus sedert dat de nieuwe bepalingen alhier ingevoerd
zijn, zich bij de Maatschappij een' spaarpenning ten bedrage van f
75,03 verworven, en bovendien tot goedmaking der kosten van
administratie gekontribueerd eene som van f 150,00, mede in dat
tijdvak.
De inzage van het Rekening-boek in het bijzonder zal dienaangaande
nadere inlichting kunnen geven.
Deze proeve, genomen met menschen, in alle opzigten het minst
genegen en geschikt om door arbeid hun bestaan te verdienen, heeft
doen zien, dat eene strenge discipline ook ieder zoodanig mensch,
van gezonde ledematen en krachten voorzien, er toe brengen kan, om
door middel van arbeid het eigen verdiend brood te verwerven, en
verschaft ons alzoo een' toereikenden waarborg, dat de bedelaars,
bestemd om dit gesticht te bevolken, aan hunne bestemming zullen
beantwoorden.
Misdaden of ongeregeldheden, met uitzonderingen van een enkel
geval, heeft men hier niet te beteugelen gehad. - Een meisje van
14 jaren, op verlangen van zijne Majesteit den Koning uit een
tuchthuis hier geplaatst, heeft in den beginne zich aan het goed
harer huismoeder vergrepen; dan hieromtrent behoorlijk teregt
gewezen, heeft zij zich zoodanig gebeterd, dat wij thans reden
hebben, om over haar gedrag tevrede te zijn.
De juiste onkosten, hier aan het ontginnen der gronden besteed
(...) zijn nog niet bekend Wij meenen echter de stellige
verzekering te kunnen geven, dat die uitgave de som van f150.00
per morgen voor grondbereiding, de bemesting en bezaaijing
daaronder gerekend, niet zal te boven gaan, en dus zal blijven
binnen de palen, waarop die geraamd was.
De aardappelen, inzonderheid op de gronden, verleden jaar
aangemaakt, staan hier voortreffelijk.
(...) boerenkool
pagina 616 Voordragt van den Heer Direkteur der kolonie DE
OMMERSCHANS aan de Permanente Kommissie, van zoodanige kolonisten
aldaar die door hun verbeterd gedrag in de vrije kolonien
verdienen terug te keeren.
- Hendrik van Schie
- Gerrit Molen
- Betje Leefman
- Geesje Nieuwenhuis
- Petrus Wolfs en gezin
- Eeltje de Haan
- JH Kniessenburg en gezin
pagina 619 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen (deel 4)
pagina 626 Berigt der Permanente Kommissie wegens het
vragen en geven van onderstand aan de kolonisten bij het bezoeken
der koloniën.
pagina 628 Kolonieberichten (augustus):
"De kolonist DE RUITER en twee zijner kinderen, een zoon en
dochter van den kolonist MOLEWIJK, in no.1, de vrouw en dochter
van den kolonist DIJKSTRA, in no. 3, en de vrouw van den kolonist
THESINK, in no. 4, welke in het begin dezer maand min of meer
gevaarlijk ziek waren, zijn, benevens eenige andere zieken van
minder belang, alle herstellende. Buiten het geniet de geheele
bevolking, van meer dan 2,000 zielen, eene gewenschte
gezondheid."
De middelen van bestaan blijven overvloedig, veldgewassen staan
goed, aan mestbereiding wordt nog maar een of twee dagen in de
week gewerkt, de eerste drie kolonisten zijn naar hun hoeves aan
de Ommerschans vertrokken en hebben hun koeien aan kolonisten in
no.2 gegeven, zodat daar nu ook iedereen twee koeien heeft.
"De kolonisten HARMELING en WESTERVELDT zijn reeds voor eenige
dagen derwaarts vertrokken, en staan door TYMES en ARENDS te
worden gevolgd."
"Den 7den dezer is door een nog niet regt bekend toeval afgebrand
het huisje van den kolonist MATENA, in no. 3, met een gedeelte der
meubelen, eenig hooi en ongedorschte rogge. Gelukkig dat de
belendende huizen op genoegzame afstand staan, om in zulk een
geval geen gevaar te loopen, terwijl al de koloniale gebouwen
tegen brandschade behoorlijk zijn verzekerd."
Achteraan zijn diverse bijlages over de oogst, inkomsten etc. De
hoevenummers:
1. Gotz
2. Harmeling
3. Mulder
4. Bult
5. van der Heide
6. Rausch
7. Hopman
8. Weender
9. Westerveld
10. Visser
11. Cohen
12. Hoofien
13. Janzen
14. Baade
15. de Haan
16. Dijkshoorn
17. Berends
18. Krabshuis
19. Gerrits
20. Brandsma
21. Nak
22. Gerritsma
23. Molewijk
24. Lucassen
25. Vergeer
26. Bodenstaf
27. Alblas
28. van Ommen
29. Biemans
30. Pompe
31. Kranendonk
32. de Vries
33. ter Smetten
34. Smit (huisverzorger)
35. van Haften
36. van Os
37. Hogenberg
38. Jans
39. Burks
40. Arends
41. de Kruiff
42. Molenaar
43. Koppejan
44. Gerards
45. Tymes
46. de Wals
47. Snijders
48. Meeder
49. Klaver
50. de Ruiter
51. Houtman
52. Molenkamp
53. Rikmond
pagina 632 Financiëel verslag over het vierde
dienstjaar der Maatschappij van Weldadigheid, in het Noordelijk
gedeelte des Rijks, van wege de Kommissie van Weldadigheid
overgegeven aan de Kommissie van Toevoorzigt, ter harer
vergadering in 's Gravenhage, den 23sten julij 1822.
pagina 638 - aan subcommissies ten plattelande is het
aanbod gedaan om onder verband der contributie voor slechts 30
gulden een bedelaar te plaatsen - slechts 1 aanvraag
pagina 643 noemt de rechtszaak tegen Hoorn en verwijst
daarbij naar het vorige financiële verslag.
pagina 650 - De door de ondervinding gestaafde
onmogelijkheid, om de produkten, inzonderheid de aardappelen, van
de gronden aan de Ommerschans en elders, waar nog geene Kolonisten
gevestigd waren, met eene tamelijke uitkomst aan de markt te
brengen, heeft de Permanente Kommissie doen besluiten, om het
grootste gedeelte der veldvruchten tot eigen gebruik bij den
nieuwen aanleg van dit jaar te bestemmen.
pagina 661: schapen.
pagina 679 Nadere ophelderingen wegens de Hofwijler
instellingen (deel 6 en slot)
pagina 699 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen (deel 5)
pagina 708 Kolonieberichten (september):
Melding vergadering Commissie van Toevoorzicht: "Een
vriendschappelijke maaltijd, den Heeren leden der Permanente
Kommissie door die van de Kommissie van Toevoorzigt, in het lokaal
van Rustenburg, aangeboden, en waarbij nog eenige andere
aanzienlijke gasten genoodigd waren, besloot ook ditmaal wederom,
onder het gul genot der vriendschap, en het drinken der gewone
toasts, de belangrijke werkzaamheden van dezen dag."
"Den 14-16 september hadden de koloniën de eer een bezoek te
ontvangen van Z. Exec. den Heere Minister van Binnenlandsche Zaken
en Waterstaat. Z. Exc. bezigtigde met veel aandacht al de
gedeelten der inrigting, zoo in de vrije koloniën, als in het
bedelaars instituut aan de Ommerschans, en vertrok niet dan ten
uiterste voldaan, en onder betuiging van Deszelfs volmaakte
tevredenheid over al hetgeen een voorwerp van Deszelfs onderzoek
had uitgemaakt."
"Heugelijk en eervol inzonderheid was voor het bestuur en al de
inwoners der koloniën de dag van den 17den dezer, daar het Z.M.
den Koning, verzeld van Z.K.H. Prins FREDERIK der Nederlanden,
behaagde, op dien dag de koloniën met Hoogstdeszelfs
tegenwoordigheid te vereeren.
's Morgens ten 8 ure van Zwolle te Steenwijk aankomende, werd Z.M.
op het raadhuis aldaar gerecipieerd, verleende aan de
plaatselijke authoriteiten en de geestelijkheid gehoor, en reed,
nadat aan Hoogstdeszelven eenige ververschingen waren aangeboden,
van daar naar Willems-oord.
Hier bezocht Z.M. de school en spinzaal, reed vervolgens door de
koloniën no. 3 en 6 naar de kolonie no. 4, alwaar het Z.M.
behaagde, wederom de school, spinzaal, verwerij, het lokaal, ter
huisvesting van den R.K. kapellaan bestemd, enzv. te bezichtigen.
Vervolgens reeds Hoogstdeszelve door kolonie no. 2 tot in de
kolonie no. 1, of Frederiks-oord.
Hier bezocht Z.M. niet alleen de openbare gebouwen, gelijk in de
andere koloniën, maar hadden ook onderscheidene kolonisten het
geluk, hunne Hooge Weldoeners in hunne woningen te mogen
ontvangen. Z.K.M. deed zich hunne bezittingen tot in de kleinste
détails aanwijzen, en informeerde zich met minzaamheid en
naauwkeurigheid naar hunne omstandigheden.
Wijders behaagde het Z.M. onderscheidene werkzaamheden op het
land, b.v. het rooijen der aardappelen, het hooijen enzv.,
waarmede de kolonisten destijds bezig waren, te bezigtigen. Daarna
wandelde Z.M. bijna de geheele kolonie door, en gaf onderscheidene
blijken van Hoogstdeszelfs attentie op verschillende
bijzonderheden, de landbouw betreffende; welk alles Z.M. ruim twee
uuren in deze kolonie deed vertoeven.
Eindelijk had Zijn H.E.G. de Heer Generaal-Majoor J. van den
BOSCH, tweede Adsessor der Kommissie van Weldadigheid, in deze
kolonie aanwezig, de eer, den Koning en den Koninklijken Prins in
het logement van Frederiks-oord een kollation aan te bieden,
hetwelk Hoogstdezelven wel hebben gelieven aan te nemen.
En is voorts, na alle blijken van 's Konings goedkeuring en
bijzondere tevredenheid, zoo over de gansche inrigting in het
gemeen, als over alle derzelve bijzondere deelen, gegeven te
hebben, - welke betuiging zoo de Heer van den BOSCH, als de
Permanente Kommissie, van Z.K.H. Prins FREDERIK der Nederlanden
nog nader hebben mogen ontvangen. - Z.K.M., nevens den Prins, des
middags naar het Loo teruggekeerd.
Nog lang zal deze dag voor de geheele Maatschappij, het
administratief bestuur en al de inwoners der kolonie, een
gedenkwaardig tijdstip zijn, waaraan zich de aangenaamste
herinneringen, tegelijk met de streelendste verwachtingen voor het
kolonisatie-stelsel verbinden; terwijl de geheele natie hierin op
nieuws de volle overtuiging moet vinden van het levendig,
vaderlijk belang, dat onze geëerbiedigde Koning daarin stelt, en
hetwelk den grootsten waarborg voor deszelfs verdere uitbreiding
en volmaking oplevert."
"Er zijn thans geene zieken van eenig belang. In kolonie no. 1
souffreert nog het gezin van MOLEWIJK."
"De kolonisten volharden in hun goed gedrag."
De oogst voldoet aan de verwachting.
Een aantal mensen keert terug uit de Ommerschans wegens verbeterd
gedrag. Genoemd zijn onder ander Betje Liefmans en het gezin
Kniezenberg.
Voor de katholieke eredienst is alles klaar en het verblijf van de
kapelaan is zo goed als af.
pagina 715 Besluit der Kommissie van Toevoorzigt,
ter harer vergadering op den 14den september 1822 binnen 's
Gravenhage genomen, op het dubbel verslag harer sub-kommissiën,
ter inspektie der koloniën, en ter verifikatie der rekening en
verantwoording van ontvangsten en uitgaven der Maatschappij over
het vierde dienstjaar, 1821-1822, benevens die rapporten zelve.
23 juli was vergadering CvT waarbij de commissies werden benoemd.
17 augustus komen ze in de kolonie aan, inspektie vindt plaats van
18 t/m 22 augustus
Johannes & Jeremias zijn in Frederiksoord om ze te ontvangen.
pagina 720 Ommerschans. ...
Een kolossaal gebouw, van 2 verdiepingen hoog, is, in het korte
tijdsbestek van vier maanden, geheel uit den grond opgebouwd;
hetzelve beslaat een regelmatig vierkant, 316 voeten lang en
breed, en sluit een geheelen morgen gronds in.
In eenen eenvoudigen stijl gebouwd, maakt het uitwendige van dit
aanzienlijk gebouw een' zeer behaaglijken indruk; de inwendige
verdeeling is den ondeergeteekenden zeer doelmatig voorgekomen.
Elke der zijden bevat een aantal zalen, te zamen ten getale van
30, zoo ter huisvesting der bestedelingen, als ter verrigting van
fabrijkmatigen arbeid, voorzien van de noodige keukens, die van
achteren zijn uitgebouwd; de woningen der Wijkmeesters of
Opzieners zijn tusschen de zalen geplaatst, en zoodanig ingerigt,
dat door dezelve met het meeste gemak kan worden gadegeslagen het
gedrag der onder hun toezicht gestelde bewoners.
Twee poorten openen den toegang naar het binnenplein, hetwelk door
een afschutsel ter afscheiding der beide seksen zal worden
verdeeld; naast deze poorten bevinden zich de woningen der
Geëmployeerden, als Onder-Direkteur, Boekhouder, enz., alsmede de
Magazijnen, de School (die tevens tot het houden van
Godsdienst-oefening is bestemd), de Ziekenzaal, en verdere
benoodigde lokalen.
Dit hoofdgebouw is niet alleen bijna geheel afgetimmerd, maar ook
reeds gedeeltelijk van hangmatten voor de ligging, en het verdere
huisraad voor den ontvang der Bedelaars, voorzien, zoodat het
eerste transport van dezelven, hetwelk binnen korte dagen wordt te
gemoet gezien, alles bij deszelfs aankomst in gereedheid zal
vinden.
Voorts wordt de bouw van het Adjunkt-Direkteurshuis op eene der
oude bastions van de schans met ijver voortgezet, en aanstalte
gemaakt tot het verplaatsen en opruimen der gebouwen, die zich nog
binnen het vierkant van het hoofdgebouw bevinden, alsmede tot den
aanbouw der verdere noodzakelijke bijgebouwen.
Niet minder heeft onze aandacht getroffen de herschepping, die de
heidegrond rondom de Ommerschans heeft ondergaan.
De Hoeven, die aan de Bedelaars veld-arbeid en onderhoud zullen
moeten opleveren, zijn aangelegd en dragen reeds gedeeltelijk
vruchten. Zeven dezer hoeven, die het aanzien van welvarende
Hofsteden hebben, verlevendigen den omtrek der Ommerschans, en het
oog, vermoeid door de onafzienbare heidevelden en de bruine
veenvlakte, rust met welgevallen op hun vrolijk groen.
Elk dezer hoeven bevat 42 morgens land, en dus juist even zoo veel
gronds, als twaalf gewone koloniale hoeven, waarvan het assolement
op dezelfde wijze is ingerigt, en die derhalve, zoo in
grondontginning, bewerking, mestbereiding, als berekenbare
inkomsten, beschouwd kan worden, als eene koloniale hoeve op eene
twaalfmaal grootere schaal aangelegd.
Deeze grootere schaal heeft eenen noodwendigen invloed gehad op
den bouw der woningen; dezelve zijn van meerdere ruinte voorzien
ter stalling van een twintigtal koeijen, en van een span paarden,
en ter berging van den oogst; en er is, ten einde den noodigen
mest te bekomen, een schapenhok bijgevoegd voor een honderdtal
schapen..
Over Willemsoord: "Op de gronden dezer kolonie ligt eene oude
hofstede, de Halle genoemd, waarvan de voorheen bebouwde grond
thans verdeeld is in acht koloniale hoeven; de bewoner dier
hofstede heeft, drie jaren geleden, na zich, zoo als men zegt,
daarop arm geboerd te hebben, dezelve moeten verlaten, uit hoofde
dat er geene produkten meer van zijnen schralen grond te
verkrijgen waren, en er niets meer wilde groeijen,
De gronden dezer hofstede, sedert behandeld en bemest, zoo als de
Maatschappij zulks gewoon is, hebben wij bedekt gezien met een
gewas van veldvruchten, dat niets te wenschen overlaat. Dit
voorbeeld, Mijne Heeren! strekke ten bewijze, wat vlijt en gepaste
aanwending van eenvoudige hulpmiddelen vermogen."
In de zesde en laatste plaats blijft nog overig, om van den
zedelijken toestand der kolonisten, hunnen arbeid en hunne
beschaving, melding te maken. Volgens de door ons genomene
informatiën, bestaan er in het algemeen geene klagten over
zedeloosheid; de meest gepaste voorzorgen worden aangewend, om de
gelegenheden daartoe te vermijden. Diefstal is in de koloniën
onbekend, even zeer als twisten en vechterijen; niet alleen het
misbruik, maar zelfs, en zulks om zeer wijze redenen, het gebruik
van sterke dranken wordt ten strengste geweerd, en het is te
bewonderen, hoe zeer de Direktie is geslaagd in eene fout uit te
roeijen, zoo zeer verspreid, en zoo diep geworteld bij die klasse
van menschen, die de bevolking der koloniën uitmaken, zonder zich
te laten afschrikken door het gevoel van ontevredenheid, hetwelk
bij sommige kolonisten juist uit die prohibitie voortvloeit."
"Ook de beschaving neemt, onzes inziens, zigtbaar toe;
zindelijkheid en orde hebben wij in de meeste koloniale woningen,
beleefdheid en welwillendheid bij alle derzelver bewoners,
aangetroffen, en de bloemtuintjes en vruchtboomen getuigen, dat
de geest, ontheven van nijpende zorgen voor een kommerrijk
bestaan, reeds behagen schept in onschuldige kleine genietingen,
die, zonder toenemende beschaving, geene genietingen zouden zijn."
pagina 743 Officiële berigten, wegens de vestiging eener
tweede Afdeeling van de Nederlandsche Maatschappij van
Weldadigheid, in het zuidelijke gedeelte des Rijks; den staat
harer werkzaamheden tot hiertoe, haren aanvankelijken, toenemenden
bloei, enzv.
pagina 760 Uittreksel uit het derde rapport van het
kommitté van het Britsch genootschap ter verbetering der tucht in
de gevangenissen. Londen, 1821. (Uit de Bibliothèque Universelle)
pagina 774 Landhuishoudkundige voorschriften en
waarnemingen (deel 6)
pagina 784 Berigt wegens de zink-gieterij in de voorstad
St. Leonard, te Luik.
pagina 788 Kolonieberichten (oktober):
- Berichten over de negociatie, giften en de benoeming van
Honoraire en Korresponderende Leden.
Weinig nieuws uit de koloniën.
"De schoolzaal van no. 4 is thans tot gebruik voor den eeredienst
der R.K. kolonisten ten volle in gereedheid. Reeds sedert eenige
weken wordt zij tot dat einde gebruikt."
De bedelaars, uit Delft, Hoorn en Namen reeds gedeeltelijk in de
Ommerschans aangekomen; te zamen bedragende ruim 70 zielen, zijn
in alle opzigten zeer tevrede met hunne tegenwoordige bestemming,
voeding, kleeding, ligging enzv. - Dit wordt dan ook van hunne
zijde dankbaar beantwoord door een goed gedrag en de behoorlijke
werkzaamheid; en indien men uit deze eerstelingen eenig gevolg
voor de toekomst en over de geheele massa mag afleiden, boezemt
zulks de beste verwachting in wegens den goeden uitslag dezer zoo
gewigtige onderneming.
De kolonist Lutjenhuis , uit de kolonie No 3, is, wegens het maken
van schulden, het verwaarloozen van kleeding en huisraad enzv.,
door den Raad van Policie te Steenwijk naar de Ommerschans
verwezen, en aldaar reeds aangekomen.
"Ook is den huisverzorger a. van Schaïk, in kolonie no. 3 die zich
veroorloofd had, om één der bij hem ingedeelde weesmeisjes met een
touw met knoopen zoodanig te slaan, dat rug en armen daarvan de
kenmerken droegen, hebbende hij nog boven dien stout weg zijne
demissie durven vragen, - uit hoofde van dit verregaande
wangedrag, het verder verblijf in de koloniën ontzegd en hij van
daar verwijderd geworden."
pagina 791 Rapport van de leden der kommissie van
landbouw in de provincie van Overijssel, wegens hunne bevindingen,
na de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, den 6den en 7den
augustus ll., geïnspekteerd te hebben.
pagina 805 Verslag en opgave der ingewonnen berigten, door
de parlements-kommissie, wegens den kommerlijken toestand van den
landbouw in het Vereenigde Britsche Koningrijk. Gedrukt volgens
besluit van het Lagerhuis, den 18 junij 1821. (uit de Edinburgh
Review)
pagina 837 Oprigting van eene nijverheids-school, gelijk
aan die van Hofwijl, in het kanton Glaris. (uit de Bibliothèque
Universelle)
pagina 846 Berigt van eene vergelijkende proef wegens de
kultuur van de Lankmansche met de Lipsche aardappelen. (door W.
Hora Siccama)
pagina 855 Iets over het kweeken van duiven, ter vermeering
van den duivenmest.
pagina 860 Benjamin Franklins weldadige instelling. (uit
het Hallisches patriotisches Wochenblatt)
pagina 866 Kolonieberichten (november):
- Een erfenis van een rentenierster groot ƒ3000,- en enkele andere
giften, plus groot bedrag (15.656,-) aan contributie uit Neêrlands
O. Indiën.
De volgende koloniale berigten zijn ontleend uit den laatsten
generalen staat der koloniën, door den Heer Direkteur ingezonden.
De kolonist Molekamp, K1, de vrouw van den overleden kolonist
VERMEULEN, en die van LIMBEEK, in No 2, zijn sedert eenigen tijd
minder of meer gevaarlijk ziek. G. STAM, in Kolonie No 3, lijdt
nog altoos aan eene `verouderde beenzweer. - (...)
"Er is voortdurende reden van tevredenheid over het gedrag der
kolonisten. - De deserteurs, die nu en dan heimelijk de koloniën
verlaten, en welke doorgaans uit misleide of zedenlooze jonge
lieden bestaan, worden meestal of door hunne besteders, of door de
Direktie der koloniën, wederom opgespoord, of zij keeren, van
hunne dwaling overtuigd, vrijwillig weder. De schuldigsten onder
hen worden door den Raad van Policie te Steenwijk naar de
Ommerschans verwezen."
(... landbouw ...) In kolonie No 5 (bij de Ommerschans) zijn 101
morgens met rogge bezaaid, en dáár, zoowel als in no 6 en 7 , gaat
men voort, de nieuwe gronden te bewerken, waartoe thans
uitsluitend kolonisten en bedelaars gebruikt worden.
In deze maanden zijn er eenige koeijen voor de koloniën 4, 5 en 6,
aangekocht, die nu, met de overigen, alle op de stallen worden
gevoederd.
"Het getal der bedelaars in de Ommerschans, uit Hoorn en
verschillende zuidelijke provinciën successivelijk aangekomen, is
tot ongeveer 300 aangegroeid. Verandering van lucht, de overgang
uit een besloten gebouw op het vrije veld, en de groote marschen
te voet uit vele zuidelijke oorden des Rijks, hebben veroorzaakt,
dat een aantal hunner, kort na derzelver aankomst, eenigszins
ongesteld werd, doch zij zijn spoedig hersteld geworden. Nieuwe
bezendingen van bedelaars, uit Amsterdam en uit het zuiden des
Rijks, zijn door den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken reeds
aangekondigd; en bevinden zich op weg derwaarts.
De vlijt en ijver neemt onder hen meer en meer toe, naarmate zij
zien, dat op den arbeid belooning volgt. Er zijn weinige of geene
gestrenge maatregelen noodig geweest, om de goede orde onder de
bedelaars, zoo op het land als in het gesticht zelf, te bewaren;
eene vrij algemeene tevredenheid blijft onder hen heerschen,
zoodat men alle redenen heeft, om zich over den goeden uitslag
dezer eerste proeve te verheugen.
dr. Schuurman heeft wederom 120 kinderen ingeënt.
pagina 871 Gedachten over eene meer doelmatige en
bezuinigende verzorging der korrektionele gevangen, in ons
Vaderland, door dezelven, even gelijk de bedelaars, in een
koloniaal etablissement over te brengen.
pagina 891 Verslag en opgave der ingewonnen berigten, door
de parlements-kommissie, wegens den kommerlijken toestand van den
landbouw in het Vereenigde Britsche Koningrijk. Gedrukt volgens
besluit van het Lagerhuis, den 18 junij 1821. (deel 2 en slot)
pagina 917 Geschied- en oordeelkundige proeve over de
Fransche wetgeving op de granen tot op dezen dag: door chaillou de
barres, oud prefekt. (uit de Revue Encyclopédique)
pagina 924 Over de doelmatige inrigting van
ooft-boom-kweekerijen (door Hora Siccama)
pagina 935 Kolonieberichten (december):
Een "zeker menschlievend genootschap te Londen" wil in
correspondentie treden met de Maatschappij "ter voorbereiding
eener navolging van onze instellingen in Engeland". Als geschenk
stuurt men het nieuw uitgekomen tijdschrift The Inquirer.
Collecte Amsterdam.
Door de vorst liggen alle veldwerkzaamheden in de kolonie stil,
maar de kolonisten blijven voldoende verdiensten houden.
De vroeg begonnen vorst, zonder sneeuw, heeft den groei der te
veld staande planten gestremd.
Er zijn in deze maand wederom eenige koeijen voor de koloniën no
4, 5 en 6 aangekocht.
Geene der in deze maand weder geannonceerde bedelaars uit de
gestichten van onderscheidene provinciën zijn tot heden toe in de
Ommerschans aangekomen. Ook is tot nog toe het getal der, ten
gevolge van Z.M. besluit van 6 November ll. No 15, opgevatte en in
het Instituut overgebragte bedelaars, - die provisioneel tot
suppletie van het 1000tal, waarvoor met het Gouvernement werkelijk
kontrakt gesloten is, moeten strekken, - zeer gering. Slechts 4
zulke personen uit de provincie Drenthe zijn tot nu toe
aangekomen. -
Onder die bedelaars, welke nu sedert drie maanden in het instituut
zich bevinden, blijft goede orde en algemeene tevredenheid
heerschen, zelfs toenemen. Men kan derzelver doorgaande welvaart
en vergenoegdheid reeds op het uiterlijk aanzien bespeuren,
gezondheid en krachten schijnen bij den dagelijkschen veld-arbeid
ook dagelijks aan te winnen. De vrouwen, in ons land anders zelden
tot dien arbeid gebezigd, ziet men bijna met de mannen wedijveren,
in het veenhakken, spitten, enzv. In de ziekenzaal en kamers, te
zamen genomen, zijn gewoonlijk niet meer dan 4, 5 of 6 personen
van de 100 waarvan dan nog het grootste gedeelte, alleen door
blessures aan de handen, buiten staat is om te arbeiden."
"Tot nu toe worden er geene proeven om te ontvlugten door hen
genomen; integendeel komen van tijd tot tijd landloopers zich bij
de Direktie aanmelden, om in het gesticht te worden opgenomen."