Het gesprek vindt plaats naar aanleiding van een briefje van
Etta, zie op deze pagina
bij 29 mei. Het wordt volgens die notulen gevoerd door de
comitéleden Tonnekol en Van Zonsbeek en er wordt 30 mei verslag
van gedaan in de vergadering.
Op de buitenkant van het vel staat:
30 May 1795 Informatien bij d'Aldert
Het is meer krabbelen dan schrijven en grote gedeelten zijn
nauwelijks leesbaar, dus onderstaande is niet meer dan een
POGING tot transcriptie.
30 May Bezoek bij mevrouw d'Alders
op de vraag, ingevolge haren brief, welke die persionen mochten
zijn, op welke de surveillance zich legitimer konde exerceren
antw. zij had aangetroffen bij Pichegru en Ebly in de antichanbre
een kamerdienaar van den Eng. ambassdr, welke valsche assignaten
had verkogt; zij had de 2e maal hem spreekende, hem gewantrouwd;
--
deze vent heeft in de provoost bij Rulagh gezeeten - deze moet
gevraagd worden. --
8 à 14 dagen voor zij gevangen was, had Rulagh haar gewaarschouwd dat die man wist dat zij hem verraden had
--
op paaschdag een vlugteling, woonende te St Omer, welke vooruit wist wat er gebeurd was
--
van gem Prod heeft ingeleverd voor haar request ten faveure van Audibert bij gecommitteerde raden
--
zij heeft contract met Munniks in handen van Wiersma in Vriesland
zij zou metmin (?) niks meer fourageren
zij had haar goed daargegeven en ontvangen een schuldbekentenis
van ƒ 6000
--
zij heeft pensioen van f 137,- 't wat 7 jaar ten agteren van 81
tot 88, daar leeft zij van
Je bent hier: Opening
→ Bronnen → NL-HaNa → Tg 3.02.01 → invnr 488