AANTEKENINGEN bij Marc de Villiers, Histoire des clubs de femmes et des légions d’amazones 1793-1848-1871, Libraire Plon, Parijs 1910

Zelf heb ik het boek geleend bij de Koninklijke Bibliotheek, wat volgens mij de enige Nederlandse bibliotheek is die het heeft.

In GrA 694 invnr 39, zie hier, het archief dat afkomstig is van de genealogisch onderzoeker Johan Hendrik de Sitter, bevindt zich een briefje van Marc de Villiers, ongedateerd, waarin hij inlichtingen vraagt over Etta. Mogelijk is dat briefje gestuurd aan het toenmalige Rijks-Archief in Groningen en via dat archief in handen van Johan Hendrik de Sitter gekomen.

Het eerste hoofdstuk is 'Premières revendications politiques des citoyennes Françaises', het tweede hoofdstuk is 'Etta Palm d'Aelders', met als ondertitel 'Le Cercle du cirque du Palais-Royal - La société des Amies de la Vérité - Antiféminisme des Révolutions de Paris'. Dat is het enige hoofdstuk dat ik (gedeeltelijk) doe. In de eerste kolom staan de paginanummers.

14
Begint met als citaat de laatste zin uit het Discours van 3 december 1790. De 'Association des Amis de la vérité' is januari 1790 (??) opgericht, door Nicolas de Bonneville en l 'abbé Fauchet, om de abonnees op de Bouche de fer en een zieltogende vrijmetselaarsloge te verenigen om meer mensen te hebben.
15
Ze kiezen als samenkomstplaats het 'Cirque' van het Palais Royal. Dat is gedeeltelijk ondergronds, gebouwd in 1788 door de duc de Chartres in de tuinen van het Palais Royal, en zal tien jaar later door brand worden verwoest.
Ze hebben een zaal van 120 voet bij 70 voet. (een voet is 31 centimeters dus 37,2 meter bij 21,7 meter), omringd door tribunes.
Volgens Villiers kunnen daar 3.000 mensen in, maar dat lijkt me stug.
Bezoekers wordt gevraagd zelf een lichtje mee te nemen.
Een toegangsabonnement kost 8 livres per maand.
Omdat de reputatie van het Palais-Royal nogal 'hitsig' is, geeft die keus aanleiding tot spot. De Révolutions de Paris merkt op dat De Waarheid haar troon vestigt in het Cirque en schrijft:  ‘Les mardis, jeudis et dimanches on y chante des ariettes, les mercredis et samedis les nymphes circumvoisines y dansent, enfin les lundis et vendredis on y dit la vérité.’ Vrij vertaald: Op maandag, donderdag en zondag wordt er gezongen, op woensdag en zaterdag gedanst en op dinsdag en vrijdag spreekt men er de waarheid.
De krant had kunnen toevoegen dat een tafel voor passe-dix (een dobbelspel) bezoekers die wat geld kunnen missen de gelegenheid geeft om op een aangenamere manier naar saaie sprekers te luisteren. In de dependances van het Cirque zijn een bibliotheek, biljarttafels, café's, restaurants en een badgelegenheid.
16
De eerste bijeenkomst is 13 oktober 1790. Uit Bouche de fer I pagina 195: De vrouwen zitten beneden bij het podium, terwijl niet geaffilieerde bezoekers zijn weggezet op de galerijen.
Volgens Villiers had abbé Fauchet het nooit over de rol van vrouwen, waarop hij ook aangesproken werd, en toch had deze club de eer om, weliswaar bij verrassing, om een burgeres het spreekgestoelte te zien betreden.
De interruptie van Etta op 26 november 1790 wordt door de Bonneville eerst als schandaal behandeld (tekst daarvan staat op pagina 18), maar daar kwam hij snel op terug omdat zoiets bezoekers trekt.
17
Veel over de spreker Charles-Louis Rousseau en over de precieze inhoud van zijn verhaal (overigens via Gallica in te zien), maar dat is voor mijn doel niet interessant. Voor die bijeenkomst zijn ook stadsbestuurders en leden van andere clubs uitgenodigd. Villiers beschrijft de spreker en zijn (blijkbaar wat irritante) spreektrant.
18
De beschrijving van Etta's interruptie haalt hij uit l'Orateur du peuple (III, 360), de Bouche de fer (I, 413), de Journal de Paris (2 december), de Courrier des quatre-vingt-trois départements (1 december), en de Lettres de voyage, van Halem.
Uit de eerste:
19
Une dame étrangère. mais Française par le coeur et par le patriotisme, est montée à la tribune du Cercle Social, le jour de sa dernière séance dans le cirque du Palais-Royal. Voici à quelle occasio:.
(...)
Mais l'orateur, ayant été interrompu une seconde foi, une dame, remarquable par sa taille avantageuse, se lève, demande la parole et dit: "Messieurs, serait-il donc possible que la sainte révolution, qui rend aux hommes leurs droits, eût rendu les Français injustes et malhonnêtes envers les femmes? On a entendu avec patience les autres orateurs, pourquoi interrompre celui-ci qui parle en faveur des femmes? Je demande, au nom des citoyennes qui sont ici, que l'orateur continue."
Mais, malgré les applaudissements donnés à cette motion, la séance a été levée.
C'est alors que notre étrangère s'est vue environnée, caressée et remerciée de presque toutes les citoyennes présentes; elle a saise cette occasion pour leur dire d'un ton plein d'élévation: "Vous avez été jusqu’à présent les compagnes d’hommes énervés de sentiments, d’esclaves corrompus; puisque les Français sont devenus des Romains, imitons les vertus et le patriotisme des dames romaines."
A ces mots, on l'embrasse, on veut l'élire présidente, mais sa modestie se dérobe à leurs empressements.
20
De krant voegt er aan toe: 'Cette dame est la même patriote qui, le jour de la pompe funèbre du Champ-de-Mars pour honorer la mémoire des soldats tués à Nancy, fit à M. Bailly la proposition de quêter dans toute l'étendue du Champ-de-Mars pour venir au secours des veuves et des orphelins. Elle offrait de donner la première l'exemple en mettant douze livres dans la bourse. A ces différents traits on reconnait une excellente citoyenne.'
Die herdenkingsplechtigheid op de Champ-de-Mars is op 20 september 1790. M. Bailly is burgemeester van Parijs.
21
Gaat vooral over de gelegenheid die Rousseau vindt om elders alsnog zijn rede te houden.

L'infortuné Rousseau ne se tint pas pour battu et, le 2 décembre, fit annoncer par le Journal de Paris qu'il comptait prochainement recommencer zon discours.

"Mesdames,
Profondément affecté des vaxations dont vous êtes les victimes dans tous les temps et dan tous les lieux...
je prononcerai un discours sur l'existence civile et politique des femmes, au Panthéon, rue de chartres, la semaine prochaine...
et, afin 1u'il ne s'y trouve pas des ennemis de vos droits ou de votre bonheur, nul homme n'entrera s'il n'est accompagné d'une dame...
Les billets d'entrée délivrés chez moi de 9 heures à midi..."

Il faut reconnaitre que c'etait une idée vraiment géniale de faire surveiller chaque auditeur suspect par une citoyenne vigilante.
(...)
La conférence de Rousseau, dédié à Mme. Bailly, eut lieu le 13 décembre au Waux-hal. (...)
22
Villiers noemt haar Discours en begint dan met haar voorgeschiedenis, waarbij hij Munniks benoeming tot consul vijf jaar te laat zet en in Palermo in plaats van Messina. Hij noemt haar Etta Lubina Johanna Desista Alders.
23
Dan de gegevens uit Archives Nationales AFm 426 et 2501; F7 4659; T 364, 1601 et 1686 over haar woonruimtes in de Rue Villedo en de Rue Favart.
Over de rue Villedo, een appartement met een huur van 3200 livres, ze maakte aanzienlijke kosten om het in te richten, maar moest tien jaar later haar meubels overdoen aan haar schuldeiser baron de Pluval.
Een van haar vrienden, de graaf van Maillebois, had haar een schuldbekentenis afgestaan van 10.000 livres op kolonel Heurtault de Lamerville, maar het lijkt er niet op dat zij, ondanks veel verzegeld papier, dat geld te pakken heeft gekregen.
Op het moment van de revolutie woonde ze in de rue Favart. Villiers geeft net als Hardenberg het huisnummer 348, maar dat volg ik niet na want in de brief aan Basire, afgedrukt in Autour de Danton van Matthiez, zie hier, schrijft ze huisnummer 1. Een behoorlijk chique tussenverdieping. In de woonkamer, onder het portret van een officier, bevond zich een ottomane (= een soort hoekbank) van zes voet lang net karmozijnrood en wit damast, en in de slaapkamer hangen vier spiegels dont une garnissait le mfond du lit.

24
Villiers citeert de aanval van Cerisier de Gazette Universelle op 19 juli 1791. Hij merkt op dat Etta - in tegenstelling tot wat Cerisier meldt - GEEN herbergiersdochter is, maar een producent van behangselpapier (ook niet juist, hij bedoelt schrijfpapier). Terloops merkt hij op dat Etta in 1791 een proces aanspant tegen de ouders van haar moeder (ook niet juist. Dat moet zijn: de familie van haar moeder).

De Spectateur National van 21 juli neemt de verdediging op zich van de Pruisische ambassadeur in Parijs: Mr. de Goltz zegt mevrouw Palm wel eens te hebben gezien en hij vindt het heel logisch dat hij haar ziet en dat hij een vrouw ontvangt waarvan hij weet dat ze directe en indirecte banden heeft met de zus van zijn vorst. Hij is opgehouden haar te zien nadat hem gebleken was, halverwege afgelopen januari, dat na nadrukkelijk de vijand te zijn geweest van de Nederlandse patriotten, zij een extreme democrate was geworden, dat zij in het openbaar sprak, waarbij zij het republikanisme predikte en aan extreme mannen gelieerd was.
25
Mme d'Aelders, volgens diezelfde krant, a de l'esprit, de l'instruction et une grande connaisance des affaires du dehors; c'est pour cela qu'elle fréquente le salon de M. Fréteau, membre du Comité diplomatique.

Etta verdedigt zich in de Courrier des quatre-vingt-trois départements van 25 juli. Als ik de dochter van een herbergier was, zoals de Gazette beweert, zou ik nu niet een strijd voeren met een machtige familie.
Je borne mes intrigues à conserver, par la continuation d'une conduite intacte, l'estime et l'amitié que m'ont accordées quelques patriotes intégres, quelques femmes estimables. Ma plume et mes démarches sont et seront toujours employées en faveur des infortunés, et les larmes d'un seul malheureux que j'ai le bonheur d'essuyer me dédommagent amplement des sifflements de la calomnie.
Ik heb mijzelf nooit toegestaan een mening te geven voor of tegen het koningschap, omdat ik mijzelf niet toegerust acht om over zo'n belangrijke zaak te beslissen.
26
Villiers citeert uit Etta's verdediging tegen Mme Robert-Keralio, maar dat staat ook in het Appel, zie daar.

Villier dateert het Appèl op 'vermoedelijk juli 1791', maar volgens mij is het later. Daarna volgen enkele pagina's citaten uit het Appèl.
27

28
Hij zegt dat de burgeressen van Creil haar een medaille hebben gegeven, maar het was de gemeenteraad.
De kolonel die haar 15 februari 1791 'solennellement' de medaille overhandigt, heet Randon de la Tour, bevelvoerder van de Nationale Garde van Creil..
29
Dankwoord van Etta met voorstel een standbeeld voor de vrouw van Phocion op te richten.
Daarop schijnt de president van de vergadering ook wat gezegd te hebben: Soucieux de notre liberté, les Amis de la Vérité dont décidés à ne jamais porter de chaînes que celles faites des fleurs qui seraient tissées par vos mains ou par celles des aimables compagnes qui partagent leurs travaux'.
Daarna Etta's verhaal over binnen- en buitenlandse vijanden. Naadloos overgaand in een oproep voor een netwerk van vrouwen.
30
Volgens Villiers is vendredi 25 mars 1791 de eerste bijeenkomst van de Amies de la Vérité.

Villiers doet verslag van die eerste bijeenkomst, wat hij uit La bouche de fer heeft.
Le procés-verbal de cette séance porte qu'aprè la lecture d'une lettre de félicitation envoyé par Brissot, Etta Palm attendrit tous les coeurs en développent un projet d'organisation de charité social.
(dit kan hij ook uit het Appèl gehaald hebben).
Brissot is de uitgever van Le patriote françois.
Daarna wordt gediscussieerd of er een delegatie naar de Grondwetgevende Vergadering gestuurd moet worden om te bedanken voor de wet op de gelijke verdeling bij erfenissen.
Hoewel een chagrijnige burgeresse het niet nodig vond omdat de vergadering alleen maar zijn plicht gedaan had,
31
besluit men toch te gaan omdat een plechtige stap van burgeressen indruk zal maken op de tegenstanders van de veranderingen en de nationale vergadering kracht zal geven om aan vrouwen terug te geven waar ze als burgeressen recht op hebben.

Villiers koppelt dit bezoek van deze afvaardiging aan het protest tegen artikel 13 van de nieuwe wet voor de politie, maar volgens Etta zijn dat twee afzonderlijke bezoeken aan de nationale vergadering (zie bij vraag 11 van het tweede verhoor).

Vervolgens wordt Etta benoemd tot voorzitter voor drie maanden.
Les Amies de la Vérité besluiten tevens voortaan elke zaterdag bij elkaar te komen en bij haar bijeenkomsten alleen burgeressen toe te laten die zich regulier hadden ingeschreven voor drie livres per maand. Met die contributies wil de club werkhuizen oprichten waar arme meisjes van zeven tot dertien jaar een vak kunnen leren.
32
In dat kader vraagt Etta begin mei aan het Comité de aliénations de l'Assemblée nationale de beschikking, in ieder geval voorlopig, over een van de talrijke kloosters in Parijs die aan de Staat toebehoren. Dit laatste komt uit de Bouche de fer van 26 mei 1791.
Volgens die krant reageert de president van het comité enthousiast en doet hij beloftes, maar er wordt verder niets meer van vernomen.

Daarna behandelt Villier de oproep aan de 48 wijken die op pagina 41-45 van het Appel staat en waarin wordt gevraagd per wijk twee vrouwen af te vaardigen ten behoeve van de organisatie van de liefdadigheid in Parijs.
33
Volgens Villiers wordt er niet op die oproep gereageerd, waarna later een nieuwe oproep wordt uitgedaan:
La Société des Dames patriotiques et bienfaissantes dite des Amies de la Vérité, ayant fait une première démarche à plusiers des Sections de Paris, notamment à celle que vous présidez, pour leur faire part de son plan, et demander qu'il soit nommé deux dames par chacune pour se joindre à elle, attendait de l'honnêté de ses concitoyens et du désir qu'ils ont toujours témoigné d'exercer la Bienfaissance, que ces messieurs feraient part du désir de la société 1a leur campagnes, et s'empresseraient de répondre à leurs voeux.
Elles ont été trompées dans leur attente, mais elles ne se rebutent pas, et elles aiment à croire que c'est la multiplication des occupations de ces messieurs qui leur a fait négliger une réponse que leur zèle méritait.
Elle a rédigé un nouveau prospectus et elle a l'honneur de vous l'adresser, monsieur, en vous priant de la communiquer 1a la Section et de les faire souvenir de leur promesse.
J'ai l'honneur de'être avec considération votre trè humble et très obéissante servante,
Leyris, présidente
S'adresser chez M. Alleaume, rue Saint-Avoy 25.

Als bron van deze brief geeft Villiers: Bibl. nat. mss Fr. n.a. 2673 fo 183.

34
In de eerste dagen van juni 1791 schrijft Etta aan de princesse de Bourbon.
Madame,
La Société des Amies de la Vérité m'a chargée de vous envoyer son programma.
Autrefois, un nom fastueux paraissait donner de l'éclat à la vertu, aujourd'hui, la vertu seupe peut illustrer un nom fameux.
C'est donc à vos vertus civiques et bienfaissantes que nous faisons cet hommage, persuadées que notre établissement trouvera en vous une amie et un appui.

Villiers meldt dat de prinses daarop het lidmaatschapsgeld stuurde en vroeg haar in te schrijven.

Intussen, Viliers gaat terug naar 18 maart, gaat ze in de Cercle Social tekeer tegen Cerisier die geld zou hebben gehad dat bestemd was voor de uitgewekenen.
Enkele dagen later komt Cerisier zich energiek verdedigen op het podium van het Cirque. Etta wil reageren, maar de president maakt een eind aan het incident door te zeggen dat de sociëteit geen plek is voor privéruzies.
De weergave van de ruzie bij Villiers is iets anders dan in de woorden van Etta zelf.
35
Eind maart laat ze een uittreksel van een brief voorlezen van een lid van de Hollandse Staten-Generaal, déposée entre les mains de Freteau. In die brief gaat het over de positieve gevoelens in Nederland over de nieuwe constitutie van Frankrijk.
Elle a faite, voegt de Bouche de fer toe, un tableau piquant dela Hollande, qui a ni Bastille ni Livre rouge, et dont le peuple n'aurait rien à désirer s'il nommait lui-même ses magistrats.

Drie maanden later sluit de Cercle Social de deuren en de Bouche de fer houdt 20 juli 1791 op te verschijnen.
36
De Société des Amies de la Vérité gaat langer door. April 1792 vervult Etta de roulerende functie van secretaris. In het nummer van 7 april 1792 van Révolutions de Paris klaagt ze over de volledige onverschilligheid voor hun werk door allen tot wie ze zich gewend had, met name les sections, les évêques, les curés et les gens riches; 'qui n'ont jamais trop d'argent pour eux'.
De Amies de la Vérité hadden slechts één gift van 100 livres ontvangen, samen met de 700 livres aan cotasions hebben ze voor drie meisjes brevets d'apprentissage chez deux couturières (naaisters) et une dentellière (kantwerkster) kunnen bekostigen. Aan de hand van die contrubtie (gedeeld door drie livres en twaalf maanden) valt het ledental te berekenen..

Villier doet nog Etta's verschijning aan de barre op 1 april 1792, maar daarvan heb ik het originele verslag.
37
Daarna haar opdracht in Nederland, maar Villiers denkt dat ze 30 januari 1793 even in Frankrijk is, jour où elle remit au mercier Brunel une procuration générale pour administrer ses biens, maar die dag is ze echt niet in Frankrijk geweest.
38
Haar bezittingen worden in beslag genomen. Daaronder bevinden zich een buste van Camille Desmoulins, veel corsetten en vier porceleinen poppen.

Villiers meldt nog dat Etta op 7 januari 1792 de vertaling inlevert van Condorcets Déclaration de l'Assemblée aux puissances de l'Europe, naar aanleiding van het verzoek daartoe door de gedelegeerden op 29 december 1791. Daarvan heb ik ook het originele verslag.

De rest van het hoofdstuk gaat over het anti-feminisme van de Révolutions de Paris en is voor Etta niet van belang.

Je bent hier: OpeningBronnen → Marc de Villiers